‘Mensen zijn geen blanco vellen papier: emoties spelen altijd een rol’: professor Will Tiemeijer over de clash tussen emotie en ratio in de boeken van Zadie Smith

Zadie Smith © Getty

In de roman Charlatan werpt Zadie Smith haar blik op de zaak-Tichborne, die het 19e-eeuwse Engeland in haar greep hield. Een fraudeur wist massa’s mensen te over­tuigen door in te spelen op het buikgevoel. Waarom wint emotie het zo vaak van feiten?

De charlatan uit de gelijknamige roman van Zadie Smith is Arthur Orton, een arme slager die beweerde een vermiste Britse edelman te zijn, Sir Roger Tichborne, en aanspraak maakte op diens riante kapitaal. De zaak-Tichborne verdeelde de samenleving, grotendeels dankzij kroongetuige Andrew Bogle, een voormalige Jamaicaanse slaaf die nog voor de familie Tichborne had gewerkt en volhield dat hij in die arme slager de verloren ­gewaande zoon herkende. Zijn pleidooien hielden niet altijd steek, maar ze brachten wel massa’s mensen in vervoering. De arbeidersklasse, die een hekel had aan de ­bevoorrechte upper class, trok massaal naar de ­rechtbank, in de hoop voor één keer iemand uit haar ‘eigen team’ te zien winnen.

In de podcast van de Amerikaanse journalist Ezra Klein sprak Smith over die clash tussen emotie en ratio. Ze hekelt onze ‘obsessie met rationele argumenten’. ‘Zelfs in de hardste wetenschappen spelen emotie en instinct een rol’, zo klinkt het. Verklaart dat waarom zo veel mensen tot op de dag van vandaag blijven vallen voor charlatans, fake news en complottheorieën die ­rechtstreeks de emotie en de onderbuik bespelen?

We leggen de kwestie voor aan professor gedrags­wetenschappen en beleid Will Tiemeijer (Erasmus Universiteit Rotterdam en Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid). Hij onderzocht onder meer hoe mensen keuzes maken en het belang van persoonlijke controle of ‘grip’.

Hoe komt het dat emotie het zo vaak wint van redelijke argumenten?

Will Tiemeijer: In de psychologie wordt ervan uitgegaan dat alles wat een mens zegt, denkt of doet, gekoppeld is aan een gevoelswaarde, een affective tag. Al je vroegere ervaringen, die in je hersenen werden opgeslagen, zijn gekoppeld aan zo’n emotioneel label. Als ik de naam noem van een politicus of beroemdheid die jij bewondert of verafschuwt, zal die automatisch gevoelens bij je oproepen. Alles wat we waarnemen, tenzij het iets volstrekt nieuws is, brengt emoties naar boven.

Daarnaast speelt ook mee dat we als mens verlangens hebben: als een gebeurtenis of nieuwsfeit die verlangens ondersteunt of in de weg staat, krijg je ook weer zo’n emotionele kleuring. Volstrekt neutraal informatie waarnemen en verwerken is haast onmogelijk. Meer nog: vaak zie je vooral de informatie die past bij jouw gevoelens, een fenomeen dat de confirmation bias wordt genoemd. We doen ook vaak aan motivated reasoning: zodanig redeneren tot onze conclusie past bij wat we graag willen geloven. Dingen die daartegen ingaan zien we niet, geloven we niet of vinden we niet belangrijk. Een mens is dus geen blanco vel papier, of een computer die alle informatie zakelijk verwerkt en dan tot de correcte conclusie komt.

Will Tiemeijer (Erasmus Universiteit Rotterdam en Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) © Foto Leonard Walpot

Het doet denken aan Het rechtvaardigheidsgevoel van Jonathan Haidt, die stelt dat onze keuzes ­worden bepaald door de ‘olifant’ en de ­‘bestuurder’ in ons brein.

Tiemeijer: Dat ligt inderdaad in dezelfde lijn. De ‘olifant’ is het buikgevoel of de intuïtie, de eerste reactie die doorgaans bepaalt hoe je omgaat met een probleem. De ‘bestuurder’ is dan het verstand, dat die koers eventueel nog kan bijsturen. Bij Haidt gaat het vooral over morele overtuigingen, die zo diep verankerd zijn dat het heel moeilijk is om mensen met rationele argumenten op andere gedachten te brengen.

Heeft Smith dan gelijk over onze ‘obsessie met rationele argumenten’?

Tiemeijer: Er is natuurlijk een verschil tussen hoe ons brein werkt en wat leidt tot de optimale uitkomst. Onze eerste reacties zijn niet noodzakelijk de juiste. Het is niet omdat we onze emoties volgen, dat we ook bij de beste oplossing belanden. Het is zeker geen slecht idee om kritisch te zijn door jezelf en anderen te bevragen met rationele argumenten. Maar het werkt ook omgekeerd. Uit onderzoek blijkt dat je emotie én ratio nodig hebt om goede beslissingen te nemen. ­Sommige mensen kunnen na een hersenbeschadiging geen emoties meer voelen. Wel, zij kunnen ook geen besluiten meer nemen. Je hebt beide nodig en ze moeten elkaar corrigeren. Als je uitsluitend probeert af te gaan op feiten, kun je net zo goed op het verkeerde been worden gezet: vaak is het nodig om ook te ­luisteren naar je buikgevoel om te bepalen wat de ­verstandigste keuze is. Doorgaans spelen ratio én ­emotie een rol. Door het samenspel tussen de twee krijg je de beste besluiten. En dat samenspel leer je vooral te beheersen door levenservaring.

Het geloof dat hun eigen ongeluk de schuld is van een complot of een kwaadaardige vijand kan voor mensen een geruststellende gedachte zijn.

Recent publiceerde u een rapport over het belang van persoonlijke controle of ‘grip’. Een gebrek daaraan kan leiden tot geloof in complotten.

Tiemeijer: Als mens hebben we een fundamentele behoefte aan controle: er moet een zekere orde en ­voorspelbaarheid in de wereld zijn. Als die er niet zou zijn, worden we allemaal overgeleverd aan de grillen van het lot. Dat is een gedachte waarmee niet te leven valt. Wanneer mensen in een situatie terechtkomen waarbij ze het gevoel hebben dat ze geen controle ­hebben en dus de grip over hun eigen leven verliezen, zijn er twee opties. Ofwel accepteren ze dat de wereld één grote chaos is en dat niemand controle heeft. Ofwel geloven ze dat controle wél mogelijk is, maar dat er iemand of iets anders aan de knoppen zit, terwijl zijzelf de pineut zijn.

Uit onderzoek blijkt dat mensen dan geregeld kiezen voor die laatste gedachte. Ze geloven dus dat hun eigen ongeluk de schuld is van een complot of een kwaadaardige vijand. Hoe vreemd het misschien ook klinkt, dat is een geruststellende ­gedachte, want zo kun je blijven geloven dat de wereld wel degelijk ordelijk en controleerbaar is. Want een complot betekent per definitie dat een klein groepje mensen alles heeft bedacht, gepland en geregeld, dat toeval niet bestaat. Alles is beter dan geloven dat ­helemaal niemand de controle heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content