Louis (Paul) Boons Jan de Lichte

Deze week zit bij Knack een bon waarmee de lezer Boons ‘De bende van Jan de Lichte’ én ‘De zoon van Jan de Lichte’ voor een spotprijs (€ 9,95!) kan gaan afhalen.

Heeft hij chance. Dit boek is verplichte lectuur voor wie verslaafd is aan thrillers. Het is de eerste policier van de Nederlandse literatuur, tegelijk een geromantiseerd historisch verhaal en het verslag van een sociale strijd. De kleine man heeft altijd gelijk en precies daarom is hij altijd de pineut. Een opsteker dus, een troostprijs, een medicijn, dit boek, voor wie zich bij de huidige crisis gepakt voelt door het establishment.

In het midden van de achttiende eeuw doet Jan de Lichte, de onverschrokken zoon van een kroegbaas, een poging om de tienduizenden gedupeerden van Vlaanderen te organiseren tot een min of meer geregeld leger onder de leuze ‘allen voor een, een voor allen.’ Aanvankelijk slaagt het opzet. De bende groeit en wordt gevreesd. De nobelen en notabelen worden gepluimd en de bezetter, het Franse leger van koning Louis XV, dat het land uitzuigt en erop los verkracht, voelen de zweep van de wraak. Maar Jan moet de strijd aangaan met machtswellustelingen in eigen rangen.

Voor geen chanterik peu

Het is de klassieke truc van de rijke. Beloof een paar sukkelaars gouden bergen, medailles en een goede positie, en ze draaien hun zak. Ze worden mollen. Trouwe volgelingen van Jan de Lichte komen erdoor in de folterkamers van de Franse politie terecht. Enkele slaan door en worden verraders. Jan de Lichte ziet zijn Utopia, een land waarin niet iedereen gelijk is, maar elke burger gerespecteerd wordt. Zijn stem ook buiten verkiezingstijd wordt aanhoord. Zijn einde, en dat van zijn bende, komt op de markt van Aalst, waar galg en rad staan opgesteld. De laatste kreet van Jan de Lichte gaat door merg en been: ‘Voor geen chanterik peu!’ – ‘Voor geen politiehond bang’.

Zoals ‘Het been’ van Willem Elsschot een vervolg is op’ Lijmen,’ is ‘De zoon van Jan de Lichte’ dat op ‘De bende van Jan de Lichte’. Het tweede deel is minder driftig van toon. Louis Paul Boon noemde het zelf, en het werd de ondertitel van het boek, ‘een vroom en vrolijk boek’. Bij monde van de veertienjarige Marieke Bleecker ontwikkelen zich de verdere avonturen van de harde kern van de bende. Ze willen dat de zoon van Jan, Louis, het voortouw neemt in de klassenstrijd. Maar hij doorziet de valkuilen van de opkomende industrialisatie. De kleine mens denkt dat hij er beter van zal worden. Maar Louis weet beter. Het is een valse vooruitgang. De kleine man zal altijd de onderdrukte blijven. In een wereld waar de folterkamers fabrieken zijn en de machines foltertuigen, zit de kleine man gevangen als in een concentratiekamp en wordt hij dwangarbeider. Louis de Lichte stoot de leidersrol af en kiest voor spel en plezier.

Wanhoop en berusting

Is het eerste deel een roman van Hoop en Wraak, in het tweede deel drijft Wanhoop en Berusting net onder de oppervlakte van het verhaal. Een schelmenroman in miniatuurformaat. Want wat valt de simpele burger anders te doen, als de strijd nooit gewonnen kan worden, dan net als de upperclass van het leven te genieten? De mens leeft maar één keer en je hele bestaan aan de strijd wijden is een weggegooid leven.

Het verhaal van op- en ondergang van het idealisme loopt gelijk met die van Louis Paul Boon. Als jongeling was hij anarchist, transformeerde na de Tweede Wereldoorlog tot communist, werd vervolgens socialist, nadien liberaal, om halverwege de jaren zestig tot zijn dood in 1979 nihilist te worden. Ieder zijn goesting en laat mij gerust, werd zijn lijfspreuk. Dat wordt bevestigd in een brief van de schrijver aan Jan Walravens, een redacteur van Het Laatste Nieuws, indertijd nog niet het parochieblad van de VTM. Jan Walravens is het gelukt, ondanks de aversie van de eigenaars van de krant en de toenmalige hoofdredacteur Albert Maertens, om Boon als boekbespreker en schrijver van cursiefjes, wat nu columns heet, binnen te halen. Boon gaat overstag door de belofte van Walravens dat hij voor zijn schrijfwerk betaald zal worden.

Bon, maar nu de bevestiging van de aanloop van de politieke overgave van Boon. ‘Denk nu niet dat ik een laag-bij-de-grondse materialist was. Maar vanaf mijn zeventiende jaar had ik meegewerkt aan allerlei extreemlinkse bladen, en daar nooit een cent voor ontvangen. En nu naderde ik stilaan de veertig en dacht ik: een metselaar of een loodgieter, of een fabrieksarbeider verdienen zoveel per uur, en als dit niet voldoende is om hun huisgezin te redden, gaan ze in staking en willen opslag. Ik stond aan hun zijde en gaf ze gelijk. Maar hoe moest het dan met mezelf? Moest ik dan verdomme mijn leven lang voor nietsniemendal werken?’

Louis Boon

Kers op de taart. De uitgave van Knack is een pracht van een initiatief en een goeie gelegenheid om de achtergrond rond het ontstaan en de eerste drukken van ‘De bende van Jan de Lichte’ onder de aandacht te brengen. De eerste druk van de roman verscheen niet in 1957 bij N.V. De Arbeiderspers / Amsterdam, zoals algemeen wordt gedacht. Het boek verscheen eerst als feuilleton in Het Laatste Nieuws. Opnieuw door toedoen van Jan Walravens. Hij heeft wel moeten toegeven aan de druk van hogerhand. Harde antikapitalistische passages en al te pikante sneuvelden. Boon heeft daar misschien om gemord, maar dan op laag niveau. Hij gaf toe, om het geld. Waar hij dringend om verlegen zat. De vierentwintig afleveringen verschenen korte tijd later in boekvorm bij… Drukkerij HET LAATSTE NIEUWS / 105-107. Em. Jacqmainlaan, Brussel. In 1952.

Dus vijf jaar voor de ‘officiële’ eerste druk. Opvallend is dat in de ‘officieuze’ eerste druk de auteur niet Louis Paul Boon heet, maar Louis Boon. De uitgave toont tevens aan dat het aanbieden van boeken aan bodemprijs, of spotprijs, zoals dat de laatste jaren het geval is, geen reclamestunt van de 21ste eeuw is, maar al bestaat sinds de doorbraak van de krant als belangrijkste forum van het mediafront.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content