Hendrik Ibsen – De zomer beschrijf je best op een winterdag

In De zomer beschrijf je het best op een winterdag maken we kennis met de briefschrijver Ibsen, een genre waarvan hijzelf voortdurend zegt dat hij er niet in excelleert.

Hendrik Ibsen – De zomer beschrijf je best op een winterdag. Brieven

Vertaald door Jeanne Dullaert, Sjoukje Marsman, Suze van der Poll en Rob van Zalm

Uitgeverij: Privédomein

Aantal pagina’s: 344

Prijs: 25 euro

ISBN: 978-90-295-7520-1

‘Daar waar ik stond toen ik een aantal van mijn stukken schreef, staat nu een compacte menigte. Zelf ben ik daar niet meer. Ik ben ergens anders heen, verder naar voren, naar ik hoop’, aldus de Noorse schrijver Hendrik Ibsen (1828-1906) in de zomer van 1883 vanuit Rome aan de Deense criticus Georg Brandes.

Ibsen is vooruitstrevend. Maar telkens weer beklemtoont de schrijver, die wereldberoemd (en wereldberucht) werd met kritische theaterstukken als Het poppenhuis en Spoken, dat elke mens zijn eigen individuele vrijheid zelf moet veroveren. Nora neemt in Het poppenhuis zelf het initiatief om haar man te verlaten. De goegemeente was verontwaardigd. Ibsen: ‘Noorwegen is een vrij land, bevolkt door onvrije mensen.’

In De zomer beschrijf je het best op een winterdag maken we kennis met de briefschrijver Ibsen, een genre waarvan hijzelf voortdurend zegt dat hij er niet in excelleert. Maar die bescheidenheid is veeleer een voorwendsel om het kort te houden.

Want als het gaat om de integriteit van zijn eigen werk neemt Ibsen wel zijn tijd en schuwt hij geen details. Hij markeert de plaatsen waar de letterzetter in de verleiding zou kunnen komen om zijn manuscript te corrigeren.

Als in de Noorse hoofdstad Kristiania een van zijn stukken wordt gerepeteerd, aarzelt Ibsen niet de regisseur te attaqueren als de rolbezetting hem niet bevalt. Hij krijgt woedeaanvallen als er aan zijn dialogen wordt geprutst of als een zinswending onbehoorlijk wordt vertaald.

Het grootste deel van zijn actieve leven woonde Ibsen met zijn vrouw en zoon in het buitenland, in Dresden, Rome en München. Als hij eens naar Noorwegen terugkeert, wordt hij letterlijk onwel.

Ibsens afkeer van zijn geboorteland spruit ook voort uit zijn wrevel over de stiefmoederlijke behandeling van de schrijvers: ‘Het is tekenend dat in ons land het eetbare wild eerder wettelijke bescherming heeft gekregen dan de schrijvers.’

Dat zijn vader als koopman failliet ging toen hij nog maar een kind was, bezorgde de dramaturg een trauma voor het leven. Hij bleef altijd een pingelaar: ‘Ik kan geen cent missen, want er is veel geld nodig om te kunnen leven zoals ik aan mijn stand verplicht ben.’

Piet de Moor

Partner Content