Eerste vrouwelijke Iraanse thriller

Voor de plot moet je ‘Achter gesloten deuren’ van Naïri Nahapétian niet lezen, wel om te weten hoe het er echt aan toegaat in Iran.

Ooit gehoord van Iraanse misdaadschrijvers? Ik niet. En ook Naïri Nahapétian niet. Zij kan het weten, want Nahapétian is een Iraanse thrillerschrijfster en journaliste. Na de revolutie in 1979 trok ze met haar Armeense moeder naar Parijs. Ze was toen negen. Ze wachtte tot ze een jaar of vijfentwintig was om nu en dan naar haar geboorteland terug te keren en was verbaasd dat veel van wat in het westen over Iran verscheen helemaal niet klopte met de werkelijkheid of in elk geval niet genuanceerd was. Wat wel klopt is de strenge censuur: ‘Ik verwacht niet dat mijn thriller in Irak zal verschijnen. Misdaadromans gaan op een of andere manier altijd over goed en kwaad, ook als ze niet meteen heel bewust over politiek gaan. Een misdaadverhaal uitgeven dat min of meer over ideologie gaat zou gecensureerd worden’, vertelde ze aan de literaire misdaadsite ‘The CrimeHouse’.

‘Achter gesloten deuren’, zo luidt zwakke de Nederlandse titel van Nahapétians eerste thriller, verscheen oorspronkelijk in het Frans als ‘Qui a tué l’ayatollah Kanuni?’. De roman is intussen ook in onder meer het Engels en het Duits vertaald. We zijn in 2005, in Iran zijn verkiezingen op komst. Mahmoud Ahmadinejad zal ze winnen, maar zo ver is het nog niet. De man is voorlopig nog burgmeester van Teheran. De jonge, fictieve, Narek Djamshid woont sinds hij een klein kind was in Parijs en trekt nu naar zijn familie in Iran om een artikel te schrijven over het dagelijks leven daar en de clichés wat bij te stellen. Meteen tracht hij te weten te komen wat er met zijn verdwenen moeder is gebeurd. Narek logeert bij een tante en komt in contact met de feministische politica Mirza Mozaffar die zich kandidaat wil stellen voor de presidentsverkiezingen. Maar steeds stuit ze op de weigering van de Raad van Hoeders van de Grondwet. Zowel Narek als Mirza zijn in het bureau van ayatollah Kanuni als de oppermachtige, wrede rechter en geestelijke leider dood wordt aangetroffen. De twee belanden voor korte tijd in de beruchte Evingevangenis waar dit jaar nog de Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami voor haar executie gevangen zat. Maar Naïri Nahapétians thriller speelt dus vijf jaar eerder.

Is ‘Achter gesloten deuren’ wel een thriller? Een beetje. Meer niet dan wel. Nahapétian toont ons in de eerste plaats een stukje Iran – maar dan speciaal de hoofdstad – dat we helemaal niet kennen. We verplaatsen ons vaak in collectieve taxi’s waarin chauffeurs banale gedichten voordragen. Je leest dat de vakbondsvrijheid in de Islamitische Republiek fel beperkt is, dat er vreemd genoeg zoiets bestaat als islamistisch feminisme (voorstander van de Hidjab en de hoofddoek), dat geboortebeperking gepropageerd wordt, dat Armeniërs alcohol mogen drinken. En dat de jeugd blijkbaar niet zo antiwesters is als we denken. Zeker niet als het aankomt op muziek, seks en drugs.

Allemaal heel interessant, en Naïri Nahapétian vertelt ons op het einde ook nog wie de fictieve en wie de historische figuren in haar boek zijn. Het probleem is dat je steeds maar de indruk hebt dat de intrige een voorwendsel is om een journalistiek verhaal te vertellen. De thriller als excuus om ons een ander Iran te tonen. En dat andere Iran is spannender dan de plot van ‘Achter gesloten deuren’.

Fred Braeckman

Naïri Nahapétian, Achter gesloten deuren, Uitg. Q, 238p., 19,95 euro. ISBN 978-90-214-3889-4

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content