Duitse romans in twitter- en facebookstijl

Langs de voordeur vluchten de Duitse romanhelden voor de technologie, die ze langs de achterdeur weer importeren.

De Duitsers houden niet op te zwoegen, ook als ze zich proberen te ontspannen, aldus Daniel Haas in de ‘Frankfurter Allgemeine’. Haas ziet zijn stelling bekrachtigd in het leesgedrag van de Duitsers. Hij is verbaasd dat romans met een heel simpele basisidee zo veel succes hebben: de auteurs lijken de techniek te wantrouwen, maar ze schrijven wel in twitter- en facebookstijl.

Bij ons in Vlaanderen heeft men wellicht nog niet gehoord van Tommy Jaud, wiens nieuwe roman ‘Hummeldumm’ door 900.000 Duitsers gelezen werd. De totale verkochte oplage van zijn boeken ligt bij de drie miljoen. Hier onbekend, maar in de Duitsland in de tophitlijsten staat ook ‘Kein Wort zu Papa’ van Dora Heldt. Haar roman ging 600.000 keer over de toonbank. De Duitse boekhandelaars bestelden van ‘Smaragdgrün’ van Kerstin Gier 150.000 exemplaren, nog voor het boek gedrukt was. Al die schrijvers staan al weken in de top tien, Jaud al 46 weken. Bijna al die auteurs zijn boekhandelaars, entertainers of pedagogen.

In zijn kritische beschouwing over het succes van al die prulromans merkt criticus Daniel Haas op dat de boeken van deze schrijvers niet goed geschreven zijn, dat ze geen niveau hebben en dat de humor navenant is: een neusbloeding wordt met een tampon gestopt en een minnaar verstopt zich voor de wettelijke echtgenoot in een kleerkast.

In Dora Heldts ‘Kein Wort zu Papa’ maken we kennis met een alleenstaande vrouw, bijna vijftig, die samen met haar zus in Duitsland tijdelijk een vakantiepension overneemt van een vriendin die in Dubai vastzit. Veel meer dan eindeloze telefoongesprekken met een oneindig aantal vriendinnen zit er niet in. Er komt geen snuifje literaire meerwaarde aan te pas. Deze romans zijn overigens te lang en te taai om als onderhoudend fastfood te worden verslonden. Maar vanwaar dan hun weergaloos succes?

Daniel Haas concludeert dat het succes van al die snertboeken niet kan liggen aan de dramaturgische of vertellende geraffineerdheid van de auteurs: ‘Er moet een structureel moment zijn dat de lezers ertoe brengt de narcose als een esthetische ervaring te catalogiseren.’ Inderdaad zijn al deze boeken reisromans. De boodschap is: ‘Als we maar weg zijn’. Escapisme dus. Maar in den vreemde is verder alles zoals thuis. Thuis betekent vooral: terugvallen op de vertrouwde technologie. In ‘Hummeldumm’ zoekt de verteller vertwijfeld naar een internetaansluiting in de savanne. Hij wil per onlinebanking een voorschot betalen op een woning die hij wil kopen. Het opduiken van een computer staat ongeveer gelijk met de ontdekking van het beloofde land, want de verteller gaat opgewonden voor het ‘wonderbare scherm’ zitten en denkt alleen maar hoe snel dit alles werkt en hoe fantastisch zo’n computer is.

Media en technologe zijn in deze romans ambivalent. De helden vluchten ervoor weg omdat ze het privéleven vernietigen, maar in den vreemde vallen ze erop terug. Hun mediale wereld vertoont zelfs overeenkomsten met de middeleeuwse. De communicatie zoals die in facebook verloopt gaat weliswaar met minder nevel en gerinkel van kettingen gepaard, maar de mensen praten er wel met elkaar alsof ze geesten zijn. Iedereen is mediaal begaafd. Mensen die je al lang dood waande, duiken plots weer op en dwingen je weer contact met hen op te nemen.

Haas klaagt: ‘Dat wat het literaire betoog uitmaakt – vervreemding, verdichting, muzikaliteit – is helemaal uitgewist in deze boeken. Ze zijn de perfecte mimicry van een pragmatische retoriek zoals men die kent uit e-mails, blogs en sms-berichten.’ Vandaar het paradoxale genot dat de lezers uit die romans puren: met het boek in de hand denken ze nog bij Gutenberg gelogeerd te zijn, maar in werkelijkheid zijn ze al lang in het geglobaliseerde dorp gekazerneerd.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content