Boeken 2010: jeugdliteratuur
Opvallend in de oogst van kinderboeken is dat de leukste uitgaven degelijk dichtwerk bevatten. Met even degelijk illustratiewerk als lokkertje.
‘Ik denk dat ik de lezer ergens mee naartoe wil nemen. Om hem iets te laten zien, of met hem te praten. Een beetje alsof we samen onder mijn wimpers zitten’, aldus Sarah Oortgijs in Kwam dat zien! Kwam dat zien! ‘De lezer bekijkt iets vanuit mijn oogpunt, maar niet door mijn ogen. Misschien hoop ik stiekem dat we hetzelfde zien, terwijl ik dacht dat alleen ik het zo zag. Als dat lukt, zijn we heel dicht bij elkaar, misschien wel dichter dan in het echt kan.’
Kwam dat zien! Kwam dat zien! was twee jaar geleden Querido’s eerste bloemlezing van kinderdichters onder de vlag Poëziespektakel, met als samensteller Ted van Lieshout. In die eerste aflevering mochten meer dan vijftig dichters jongleren met taal. Deel 2, Ik wil een naam van chocola, harkte gedichten bijeen ‘over eten en andere belangrijke dingen in het leven’.
En onlangs verscheen Wie heeft hier met verf lopen smijten? Deze keer ligt de focus op beeldtaal, dit jaar het thema van de Kinderboekenweek in Nederland. In die fantastische boeken is er plek voor gevestigde namen en nieuw talent, maar ook voor illustratoren.
Bovendien krijg je stukjes interview over poëzie lezen en maken, over het ideale gedicht, het illustreren van gedichten, en over de dichters zelf. Een paar jaar geleden kon je van zoveel nieuwe poëziesnoep in één bundel alleen maar dromen. Je had vroeger wel wat bundels, hier en daar een bloemlezing. Querido toont dat het anders kan.
Stripgedichten
Dit jaar was er ook Dissus, een flitsende bewerking van het Odysseusverhaal in versvorm. Simon van der Geest dichtte, de illustraties zijn van Jan Jutte. Van der Geest trok het Odysseusverhaal van Homeros naar onze tijd. Het resultaat is een uiterst hedendaags jongensverhaal, waarin elementen en figuren uit de bron netjes verweven zijn met zwembaden, fietsen, kauwgom, hijskranen en een glasbak.
Querido publiceerde dit jaar ook Draken met stekkers, een nieuw boekje met stripgedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede. Van de Vendel was als dichter al langer een naam om te volgen, met zijn gevoelige bundels én met zijn Superguppieversjes.
Hij bekijkt de dingen vanuit een hoek waar iedereen aan voorbijgaat, met telkens een leuke pointe. Geen loodzware, vermoeiende poëzie, maar een rijm à la Annie M. G Schmidt. De vaak filosofische tekstjes worden door De Goede van een moderne beeldtaal voorzien. Gefundenes Fressen voor wie poëziehaters op andere gedachten wil brengen.
In Fluit zoals je bent verzamelde Edward van de Vendel de mooiste Nederlandstalige dierengedichten. Carll Cneut tekende de dieren daarbij. Recent verscheen ook Tikken tegen de maan, de bloemlezing die Joke van Leeuwen mocht koken voor Ons Erfdeel. Zij selecteerde vijftig dichters en liet 48 illustratoren bij hun gedichten nieuwe tekeningen maken – Wim Hofman en Ted van Lieshout behielden de originele tekeningen.
Het kan ook omgekeerd. Voor Het regent zonlicht maakte Annette Fienieg eerst de plaatjes, waar Koos Meinderts dan de gedichten bij schreef. Met een cd, want de gedichtjes werden ook op muziek gezet. Het is niet altijd spectaculaire poëzie – er gebeurt vaak te weinig met de taal – maar ze is wel toegankelijk, broos en met hele mooie illustraties.
In diezelfde categorie ‘brave verzen’, veelal voor de kleinsten, bewerkten Hans en Monique Hagen gedichten van de Zweedse Jujja Wieslander, die in eigen land erg gewaardeerd worden door kinderen. Jij en ik en mijn rode fiets is dan vooral een uitgave waarin de prenten van Marit Törnqvist schitteren: pure voelgoedtekeningen, nostalgisch en vertederend.
Annelies De Waele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier