Alex Butterworth – De wereld die er nooit kwam

Alex Butterworth vertelt in ‘De wereld die er nooit kwam’ aan de hand van verhalen vaak met pittige details over de geschiedenis van het anarchisme.

Alex Butterworth – De wereld die er nooit kwam. Een geschiedenis van het anarchisme

Uitgeverij: Atheneum-Polak & Van Gennep

Aantal pagina’s: 605

Prijs: 39,95 euro

ISBN: 978-90-253-6837-1

Een globe met een doorsnee van vierhonderd meter wou Elisée Reclus maken. Met een hoogte van een derde van de Eiffeltoren. Hij hoopte dat ze gebouwd zou worden voor de Expo van 1900 in Parijs. De veiligheidsdiensten vonden de plannen verdacht. Samen met de ombouw en de platformen leken de schetsen van de reusachtige wereldbol immers op een moderne granaat die door terroristen werd gebruikt. En geograaf Reclus stond bekend als een notoir anarchist.

In ‘De wereld die er nooit kwam. Een geschiedenis van het anarchisme’ is de Fransman Reclus een van de meest vermelde namen.

Hij studeerde geografie in Berlijn, nam actief deel aan de Commune van Parijs in 1871, werd tien jaar verbannen, woonde in Zwitserland, leerde naast Duits ook nog Nederlands en Engels en doceerde aan de Vrije Universiteit Brussel. Onder veel protest maar met de steun van onder meer Emile Verhaeren, Paul Janson, August Vermeylen. Reclus – fervent promotor van Esperanto, vegetarisme, naturisme – overleed in 1905 in Torhout.

De Britse historicus Alex Butterworth heeft het in ‘De wereld die er nooit kwam’ maar terloops over België. Zijn aandacht gaat vooral naar Rusland, Duitsland, Italië, de Verenigde Staten en Frankrijk. En naar personages als Pjotr Kropotkin, Michail Bakoenin, Errico Malatesta, Louise Michel.

Hij laat zijn geschiedenis van het anarchisme beginnen met de intussen legendarische Parijse Commune waarin meer dan tienduizend Communards het leven lieten. Een van de leiders binnen de Commune was ‘Rode maagd’ Louise Michel, een anarchiste die later naar Nieuw-Caledonië verbannen werd.

Tijdens de minder dan drie maanden dat de Commune stand hield, gaf Michel aanzetten tot visionaire realisaties als overheidssteun voor de zorg en opvoeding van kinderen en collectieve sociale zekerheid. De praktische kant van een anarchisme waarvan volgens Butterworth het uiteindelijk doel was ‘het inluiden van een maatschappij van volmaakte wezens; een hemel op aarde, waarin harmonieus naast elkaar leven niet bereikt werd met dwang of voorschriften van een verre autoriteit, maar voortkwam uit de verlichte erkenning van wederzijds respect en onderlinge afhankelijkheid’.

‘Een geschiedenis van het anarchisme’, zo luidt de Nederlandse tweede titel van Butterworths boek. De originele titel is eerlijker en correcter: ‘A True Story of Dreamers, Schemers, Anarchists and Secret Agents’. Butterworth toont duidelijk zijn sympathie voor de dromers die oprecht geloven in een Utopia.

Maar hij heeft ook veel aandacht voor de ‘propaganda van de daad’, voor de anarchisten die van oordeel waren dat een paar doden niet veel betekenden als het om de goede zaak ging en die vonden dat de ‘hemel op aarde’ er wat vlugger mocht komen. Het clichébeeld van anarchisten als bommenwerpers dus. En die door hun onhandigheid vaak zelf het slachtoffer van hun wapen werden. Overigens werden de toespraken van Louise Michel niet zelden toegejuicht met de woorden ‘Vive la dynamite’.

Boeiend is het verhaal van de diverse toenmalige veiligheidsdiensten die de anarchisten moesten bestrijden: de Ochrana in Rusland, de Sûreté in Frankrijk, Pinkerton Agency in de Verenigde Staten. Het was een wereldje vol samenzweerders, agents-provocateurs, overlopers… Vaak was het onduidelijk wie waarvoor actief was. En omdat met bonussen gewerkt werd, gebeurde het meer dan eens dat geheim agenten zelf een samenzwering organiseerden. Angst en onrust speelden dan weer in de kaart van de chefs die hun werkbudget niet zagen krimpen.

‘De wereld die er nooit kwam’ is geen complete geschiedenis van het anarchisme. Butterworth heeft het maar over een periode van pakweg veertig jaar, van 1871 tot 1905. Hij vertelt vooral verhalen, vaak met pittige details. Hoe men met behulp van ’telepathische’ slakken tijdens de omsingeling van Parijs door de Duitsers in 1870 boodschappen naar buiten trachtte te smokkelen.

Die verhalen zijn fascinerend, maar tot een analyse komt Butterworth nauwelijks. Wat dreef de dromers om hun leven te riskeren voor een betere wereld die ze zelf niet meer zouden beleven? Nu eens schrijft Butterworth te veel, dan weer te weinig of te onduidelijk.

Een straf staaltje van dat laatste is het verhaal van wat met de immens populaire Henegouwse socialistische politicus en schrijver van de Volkscatechismus Alfred Defuisseaux (1843-1901) gebeurde. Een medewerker en provocateur bracht hem in diskrediet bij de toenmalige BWP.

Butterworth maakt van die pijnlijke geschiedenis een complete warboel. Een vaardig redacteur zou voor ‘De wereld die er nooit kwam’ geen overbodige luxe geweest zijn. Niet alleen om te knippen, maar ook om van de ellenlange volzinnen vol kommapunten, komma’s, gedachtestreepjes en dubbelepunten moderner Nederlands te maken.

Fred Braeckman

Partner Content