
27-jarige Aloys Vonckx wint 7de Melopee-poëziewedstrijd
Gisterenavond ontving de jonge dichter Aloys Vonckx voor zijn gedicht ‘Kamer 832’ in Laarne 2.500 euro als winaar van de Melopee-poëziewedstrijd voor beste reeds gepubliceerde gedicht van het afgelopen jaar.
Aloys Vonckx, in het echte leven Bob Vanden Broeck, publiceerde zijn winnende gedicht ‘Kamer 832’ in het literaire tijdschrift Kluger Hans, en rijfde gisteren dus de Melopee-poëziewestrijd binnen.
21 genomineerden
De concurrentie was nochtans niet min: 21 genomineerden – van Tom Lanoye (‘Wat wil jij later worden als je dood bent’), Charles Ducal (‘De Ilias’), Elvis Peeters (‘Lucifers’) tot Peter Ghyssaert (‘Wals van de gebroken vingertjes’) en David Troch (‘Een nacht naverteld’) werden gebloemleesd in een gelegenheidspublicatie. Ook de jonge talentvolle vrouwelijke lichting met dichteressen als Charlotte Van den Broeck (‘Wasserette De Netezon’) en de alomtegenwoordige Maud Vanhauwaert (‘Wij, oude mannen, trekken ons terug’) waren van de partij.
Ontregelend
De 27-jarige Vonckx vertelde aan Knack.be dat hij ondertussen toch al 10 jaar aan de weg timmerde als dichter. Zijn pseudoniem heeft hij ontleend aan een betovergrootvader die vroeger als lid van de criminele bende van Walem de streek rond Mechelen onveilig maakte.
De poëzie van Vonckx – die als deeltijds autorij-instructeur door het leven gaat – is allesbehalve gevaarlijk maar werkt wel enigszins ontregelend. In zijn winnende gedicht laat hij een grootmoeder opgetuigd als voor een bruiloft de dood ingaan. Daarin lijkt Vonckx op Jotie T’ Hooft alhoewel hij zelf Menno Wigman – trouwens ook geshortlist bij de 21 – als zijn grote inspiratiebron naar voor schoof.
Liegend Konijn
Opvallend trouwens dat heel wat voor deze prijs weerhouden gedichten uit Het Liegend Konijn van Jozef Deleu kwamen. Wie dus wil weten wat er tegenwoordig reilt en zeilt in de Nederlandstalige poëzie, die kan maar beter daar een kijkje gaan nemen.
Jeugdpoëziewedstrijd
In de marge van de volwassen Melopeetrofee reikte de gemeente Laarne ook nog voor de 3de keer een Jeugdpoëzieprijs uit aan de 12-jarige Kato Impens voor ‘De muizige droom’.
Kamer 832
Ik zag haar blik, en wist: de dood kan
nooit groter zijn dan haar ogen.
Die hand, die vrijgevige hand
waarin zoveel speculaas had gelegen
klampte zich vast aan de laatste
lettergreep van dit leven.
Naast haar bed: een speld, een kam
een spiegel. Ik had haar kleren uitgekozen
en haar nagels kleur gegeven. Ik zei
God hoeft niet zo lelijk te zijn
als hij jou deed geloven. En zij lachte.
Ik gaf een kus, tekende met vaste hand
de broodnodige papieren en een uur later
keek ik naar haar uitgewoonde lichaam
een lichaam, zo mager van gezwellen
dat de tijd haar haast vergat te vellen.
Aloys Vonckx
Frank Hellemans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier