Actrice Ahlaam Teghadouini (Roomies): ‘Als ik verhuis, kan ik zelf mijn meubels tillen’

© Carmen De Vos
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Ze heeft lang met haar lichaam geworsteld, maar nu is actrice Ahlaam Teghadouini er blij mee. ‘Blijkbaar vinden we het echt moeilijk om liefde aan onszelf te geven.’

Tachtig, ja zelfs honderd kilo, schat ze. Zo veel gewicht kan actrice Ahlaam Teghadouini met gemak boven haar hoofd tillen. Met de geconcentreerde blik van iemand die de waarde van een antiek voorwerp taxeert, scant ze mijn lichaamsbouw. ‘Jou kan ik zo’ – ze knipt met haar vingers – ‘deadliften’. Op feestjes doet ze het weleens, bij wijze van stunt.

‘Dan vraag ik mensen hoeveel ze wegen. Als ze antwoorden: 70, 75 kilo, dan zeg ik: leg u maar even op de grond en voor ze het weten, draag ik ze op twee handen boven mijn hoofd rond. Dat is best indrukwekkend, ja. En ook altijd lachen.’ Ze straalt van plezier als ze het vertelt. ‘Het is een van mijn manieren om liefde te tonen. Ik draag zo veel liefde in mij, dat moet er allemaal uit.’

Hoe komt iemand erbij om te beginnen gewichtheffen?

Ahlaam Teghadouini: Ik wilde me sterker voelen. Sinds mijn puberteit ben ik bezig geweest met vermageren. Ik vond mijn buik te dik, mijn benen te zwaar. Tijdens audities of opnames werd dat ook gezegd. ‘Trek je trui wat omlaag, we zien je buik.’ Wat is het probleem met mijn buik, dacht ik dan. Moet ik hem eraf snijden? In mijn hoofd nam dat steeds meer plaats in. Ik was ervan overtuigd dat ik pas gelukkig kon zijn als ik zou vermageren. Ik heb echt de gekste diëten geprobeerd. Zoals de hele dag koolsoep eten. Verschrikkelijk, gewoon. Je zweet stinkt naar koolsoep, je adem, alles ruikt op de duur naar koolsoep. In het begin vermager je misschien, maar eigenlijk verlies je gewoon vocht. Ondertussen schiet je lichaam in survivalmodus. Zodra je ‘gewoon’ eet, kom je weer aan. En als je dan opnieuw wordt afgewezen tijdens een auditie, raak je er steeds meer van overtuigd dat het komt door je uiterlijk. Dat je niet mooi genoeg bent, niet goed genoeg, dat je te veel plaats inneemt. Een jaar nadat ik was afgestudeerd, had ik alleen nog maar afwijzingen gekregen. Dan begin je te piekeren: is het omdat ik te dik ben? Het is een vicieuze cirkel waar je niet zo makkelijk uit raakt. Dat gewichtheffen heeft me geholpen om die te doorbreken, maar ik heb ook een opleiding personal trainer gevolgd.

Ik werd gepest op school. Jarenlang. Ik heb veel gevochten als kind.

Op welke manier heeft dat gewichtheffen geholpen?

Teghadouini: Omdat mijn focus al die tijd lag op vermageren, deed ik vooral cardio-oefeningen. Lopen, roeien, mezelf uitputten en ondertussen tellen hoeveel calorieën ik verbruikte. Op sociale media volgde ik een aantal vrouwen die aan gewichtheffen deden. Ik was onder de indruk van hun uitstraling, van hun houding. Sinds de middelbare school had ik de neiging mezelf kleiner te maken dan ik ben, ik kromde mijn schouders en liep een beetje ineengedoken. Het was mijn manier om niet op te vallen, om niet gezien te worden. Toen ik gewichten begon te heffen, veranderde mijn blik op mijn lichaam. Mijn dopamine haalde ik niet uit het tellen van calorieën maar uit de 10, 15 kilo meer die ik kon heffen. Voor het eerst begon ik mijn lichaam graag te zien. Het hoeft niet perfect te zijn of schoonheidsidealen te evenaren. Het is gewoon wonderlijk dat het functioneert, dat het mij door dit leven draagt. Er is maar één Ahlaam-lichaam. Het heeft al zo veel meegemaakt en het heeft niet opgegeven. Het is tijd dat ik het leer koesteren. Bovendien geeft het wel een kick. Weten dat als je ooit verhuist, je gewoon zelf je meubels kunt tillen.

Wat heeft uw lichaam allemaal al meegemaakt?

Teghadouini: Als kind ben ik veel verhuisd. Ik ben in Gouda geboren, mijn ouders zijn gescheiden toen ik zes was. Mijn vader was niet erg aanwezig in mijn leven en hoe ouder ik werd, hoe meer ik de rol van vader opnam voor mijn jongere zusjes. Ik hield me sterk, duwde emoties weg. Ondertussen werd ik op school gepest. Jarenlang. Gewoon omdat ik wat voller was en niet het typische, lieflijke meisje.

Pestgedrag kan levenslang sporen nalaten. Hoe ging u ermee om?

Teghadouini: Ik heb veel gevochten als kind. Dat was mijn verdedigingsmechanisme. Leraren zeiden: ‘Laat die pesters links liggen.’ Alsof ik hen opzocht. Zij kwamen naar mij. Ik wist dat niemand mij zou helpen en dus beet ik fysiek van me af. Het pesten is gestopt toen ik naar de kunsthumaniora ging. Maar daar was iedereen zo slank en waren de danseressen zo mooi en ervoer ik ook dat de hoofdrollen makkelijker naar de knappe mensen gingen. Dat is nu gelukkig aan het veranderen. Je ziet vaker mensen met een hoek af omdat die interessanter zijn om naar te kijken. Sinds ik geleerd heb mijn lichaam te aanvaarden en te omarmen, merk ik dat ik mensen aantrek die zich niet storen aan een wat dikkere buik of zwaardere benen. Als je jezelf graag leert zien, kom je in een liefdevollere wereld terecht. Meditatie heeft me daar ook bij geholpen. Door naar binnen te kijken, krijg je respect voor je eigen lichaam.

Ahlaam Teghadouini: ‘Als ik muziek hoor in mijn hoofd, dan zie ik de videoclip al voor me.’
Ahlaam Teghadouini: ‘Als ik muziek hoor in mijn hoofd, dan zie ik de videoclip al voor me.’ © Carmen De Vos

Ik was niet het typische, lieflijke meisje, zei u daarnet. Hebt u geworsteld met uw vrouwelijkheid?

Teghadouini: Toch wel, ja. Omdat ik een beetje de rol van vader moest opnemen, was ik een tomboy. Ik voetbalde, speelde met auto’s en haatte poppen. Die clichés. Ook in relaties heb ik lange tijd gedacht dat ik het mannetje was. Eigenlijk kon ik nooit geloven dat iemand mij graag zag. Ik linkte vrouwelijkheid aan emoties, aan lief zijn, aan vergeven. Ik was best wel een boos kind. Boos op de wereld, boos op alles wat fout liep. Ik heb niet geleerd mijn emoties te uiten. Daar was thuis geen ruimte voor. Mijn moeder voedde in haar eentje drie kinderen op, ze moest zich sterk houden, ze kon niet tonen dat ze het moeilijk had. Ondertussen besef ik dat tegenslagen dragen en verwerken en ondanks alles blijven vechten voor wat je wilt, zeer vrouwelijke eigenschappen zijn. Nu durf ik te zeggen dat ik een vrouw ben en dat ik trots ben om vrouw te zijn.

U hebt al een paar keer verwezen naar de vele afwijzingen op audities. Went dat ooit? Of is het telkens weer een knauw in uw zelfvertrouwen?

Teghadouini: Al mijn hele leven weet ik dat ik wil acteren. Om de kunsthumaniora te kunnen betalen, heb ik sinds mijn zestiende gewerkt. Ik stond om zes uur af te wassen in een restaurant en na school diende ik op. Als je dan op audities te horen krijgt dat je te dik bent, of dat ze eerder aan iemand met blond haar en blauwe ogen denken, dan slaat de paniek je soms om het hart. Want zelfs al paste ik met mijn uiterlijk in de rol, dan nog wezen ze me af omdat ik tijdens audities te mondig was. Ik stelde vragen, wilde weten hoe een scène in elkaar zat. En dus was men bang dat ik te moeilijk zou doen op de set. Op een bepaald moment heb ik het acteren een beetje opgegeven. Ik heb een jaar psychologie gestudeerd, maar toen kwam Hoodie op mijn pad. Dat was geweldig. Alleen merkte ik dat ik daarna in het hokje ‘Marokkaanse actrice’ werd geschoven. Op de duur ging ik niet meer naar audities omdat ik bang was getypecast te worden. Daarom waren de audities voor Roomies zo uniek en prachtig. Voor het eerst werd niet gevraagd wat mijn roots waren. Het ging niet over mijn uiterlijk maar wel over geloofwaardigheid. Dat was zo’n verademing. Ik kon gewoon een lesbische, jonge vrouw spelen. Punt uit.

Terwijl ik me in het gewone leven niet schaam om naakt rond te lopen, durfde ik lange tijd niet in mijn onderbroek op scène te staan.

In Roomies vertolken Laura De Geest en u Ama en Bibi, twee heel zinnelijke en lichamelijke personages. Moest u een zekere schroom overwinnen om dat te spelen?

Teghadouini: Ook daarin ben ik veranderd. Terwijl ik in het gewone leven spontaan en extravert ben en me niet schaam om naakt rond te lopen, durfde ik lange tijd niet in mijn onderbroek op scène te staan. Ondertussen raakt het me niet meer. Het fijne aan Roomies was dat regisseurs Kato De Boeck en Flo Van Deuren alle tijd namen om ons op ons gemak te stellen en met ons te praten over minder evidente scènes. Een vrouw kussen of seksueel aangeraakt worden door een vrouw, dat is wel even een innerlijke strijd. Maar het was net die kwetsbaarheid die ze in beeld wilden brengen. Er is bijvoorbeeld de scène waar mijn date haar hand in mijn onderbroek laat glijden en opmerkt dat ik zo nat ben. Mijn personage schrikt daarvan. Ze schaamt zich. Terwijl het een normale reactie is van een vrouwenlichaam. Dat was boeiend om over te praten: waar komt die schaamte vandaan?

Herkent u die schaamte? Of werd er bij jullie thuis open gepraat over vrouwelijke seksualiteit en genot?

Teghadouini: O nee, de terughoudendheid was groot. Met mijn moeder heb ik nooit over seks gepraat en de rest van de familie is heel gelovig. Seks is in hun ogen iets wat enkel binnen het huwelijk bestaat. Zelfbevrediging is des duivels. Maar ook op de middelbare school, onder vriendinnen, werd dat amper benoemd. Nu is dat wel anders. We kunnen uren over seks praten. Over wat we lekker vinden. Dat is nice. Al zijn er nog steeds vriendinnen die zeggen dat als de man is klaargekomen, het gedaan is. Dan denk ik: hmm, misschien een andere man zoeken?

Wat is voor u lichamelijk genot?

Teghadouini: Een goed bad. Ik haal ook veel bevrediging uit intiem zijn met mensen. Knuffelen, strelen, naast elkaar liggen, voeten die elkaar raken. Het creëert verbondenheid en daar hecht ik veel waarde aan. Ik ben een erg tactiel persoon. Aangeraakt worden of mezelf in de arm knijpen, een hand op mijn borst leggen, die druk voelen, brengt me tot rust.

© Carmen De Vos

Bent u gevoelig voor stress?

Teghadouini: Vroeger had ik vaak last van angstaanvallen. Ik heb ADHD en ben erg sensitief. Ik heb bijvoorbeeld extreem gevoelige oren. Als ik op een plaats ben met veel mensen om me heen, kan ik dat even volhouden, maar als ik weer buiten ben, moet ik huilen om die overdaad aan prikkels te verwerken. Ik heb het wel leren controleren. Er is een periode geweest dat ik niet buiten kwam omdat ik begon te hyperventileren in publieke ruimtes. Dan leek het alsof alles om me heen in elkaar kromp, geluiden werden dof, ik kon niet meer slikken. Uiteindelijk ben ik naar een psycholoog gegaan. Dat doe ik nog steeds, een keer per week of om de twee weken. Gewoon om te praten. Daar heb ik ook ontdekt hoeveel deugd het me doet om anderen vast te pakken en om zelf vastgepakt te worden. Er is niets mooiers dan liefde geven.

Het lijkt alsof u heel zintuiglijk in het leven staat?

Teghadouini: Ik ben heel erg in tune met mijn zintuigen. Ik maak muziek, zing, speel piano en als ik muziek hoor in mijn hoofd dan zie ik de videoclip al voor me. Ik huiver van te scherpe tonen, te hoge geluiden, maar soulful r&b en jazz kalmeren me helemaal. Ik kan me heel moeilijk afsluiten of loskoppelen van mijn zintuigen. Geuren roepen bijvoorbeeld levendige herinneringen op. Onlangs ving ik een flard op van een geur en ik moest onmiddellijk denken aan het zwembad waar ik vroeger met mijn zusjes naartoe ging. Maar er zijn evengoed geuren die ik absoluut niet verdraag. Koolsoep is er een van. Wiet, omdat mensen in mijn omgeving er verslaafd aan waren. Of de geur van schoolrefters. Dat is echt horror.

Met alles wat u weet en hebt geleerd over uw lichaam: slaagt u er ook in om er zorg voor te dragen?

Teghadouini: Dat is een van de boeiendste paradoxen in het leven. Ik heb een opleiding personal trainer gevolgd waarin ik filmpjes te zien kreeg over de celwerking in je lichaam en de snelheid waarmee signalen worden doorgegeven. Dan besef je: het is echt zot hoe zo’n lichaam in elkaar zit, ik kan er maar beter goed voor zorgen. In theorie weten we allemaal wat het beste is voor ons lichaam. In de praktijk bakken we er weinig van. Hoe komt dat? Ik weet het nog altijd niet. Ik zou echt willen dat ik kon opstaan als de zon opkomt, dat ik de tijd kon nemen om gezond te ontbijten, om wat te sporten. Het is een mysterie waarom we het niet doen, of pas wanneer ons lichaam aan de noodrem trekt. Ik heb bijvoorbeeld last van mijn rug. Logisch, want ik hang meestal als een aardappelzak achter mijn bureau. Ik weet dat het niet goed is. Blijkbaar vinden we het echt moeilijk om liefde aan onszelf te geven.

Bio Ahlaam Teghadouini

1997: geboren in Gouda, verhuist in 2004 naar Brussel

Studeerde drama aan de kunsthumaniora

Volgde een opleiding personal trainer

Speelde in 2020 een van de hoofdrollen in Hoodie

Was daarna te zien in Grond en in Roomies

Lees meer over:
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content