‘Crisis dwingt ons om stil te staan bij de betekenis van “economische groei”‘

‘Nu er overal berichten opduiken dat het Coronavirus een bedreiging vormt voor onze economische groei is het misschien tijd om eens stil te staan bij de betekenis van die term’, schrijft Stef Kuypers.

Is het eigenlijk nodig dat onze economie constant groeit? En kan dat wel? Zou het Coronavirus ook een ongekende opportuniteit met zich mee kunnen brengen?

De term ‘economische groei’ is er eentje die erg vaak opduikt in de media. Meestal gepaard gaand met een onderliggend sentiment dat die groei iets positiefs is dat nodig is voor onze welvaart. Er gaan ook stemmen op die zeggen dat we de groei een halt moeten toeroepen om binnen de leefbare grenzen van onze planeet te blijven. Wie heeft er nu gelijk?

Om te beginnen moeten we eens stilstaan bij wat ‘economische groei’ nu eigenlijk betekent. Want als ik artikelen bekijk van progressief denkende economen dan lees ik tussen de lijnen toch een andere definitie dan degene die in het neoliberale economisch denken gehandhaafd wordt. En dat schept verwarring.

Crisis dwingt ons om stil te staan bij de betekenis van ‘economische groei’.

Voor de meeste economen staat economische groei gelijk aan een verhoging van de productie van economische goederen en diensten. Dit zijn goederen en diensten die op de markt verhandeld kunnen worden, waar dus geld voor betaald wordt. Dit uit zich in het Bruto Nationaal Inkomen of BNI, een cijfer dat in geld uitdrukt wat alle inwoners van een land geproduceerd hebben, ongeacht wat er geproduceerd wordt. Het gemiddelde BNI per persoon wordt dan als maatstaf gebruikt om de welvaart van een land te meten.

Welvaart is echter niet hetzelfde als welzijn, ook al worden de termen vaak door elkaar gehaald. Het is perfect mogelijk om erg welvarend én doodongelukkig tegelijk te zijn. Iemand die een hoge mate van welzijn heeft is per definitie niet ongelukkig. Bovendien houdt het BNI geen rekening met wat er geproduceerd wordt, alleen met hoeveel en hoeveel geld die productie heeft opgebracht. Dus, meer wegwerp bekers produceren is goed voor de groei van de economie. Ik denk echter niet dat het bijdraagt tot ons welzijn.

Het wordt volgens mij hoog tijd dat we andere termen beginnen te gebruiken als we het over onze economie hebben. Economische groei is een uitgehold, nietszeggend containerbegrip geworden waar te pas en te onpas mee gezwaaid wordt als er maatregelen doorgevoerd worden die, om het zacht uit te drukken, niet zo populair zijn. Langs de andere kant geraken goed menende progressieve denkers in paniek wanneer er gesproken wordt over ‘degrowth’ of ‘ontgroeien’ want dat brengt dan onze welvaart in gevaar. Maar volgens mij zijn er vooral misverstanden over waar iedereen het nu eigenlijk over heeft.

Laat ons het even ontrafelen in deelcomponenten en kijken welke er zonder probleem kunnen blijven groeien en welke we best in toom houden.

Kennis

Het vergaren van nieuwe kennis is iets dat we tot in de oneindigheid kunnen blijven doen. Daar kunnen we in blijven groeien en die kennis kan zeker bijdragen tot een betere wereld indien de verworven kennis positief wordt ingezet. Dit is dus een component waar oneindige groei geen probleem vormt.

Diensten zonder grondstoffen

Diensten die geen gebruik maken van grondstoffen of waar de materialen steeds hergebruikt kunnen worden kunnen ook zonder problemen blijven groeien. Denk aan lesgeven, coachen, onderhoudswerken aan de tuin, …

Diensten en goederen die regeneratieve grondstoffen gebruiken

Alle diensten en productie van goederen waar regeneratieve grondstoffen, zoals hout, katoen, voedsel, … voor nodige zijn kunnen niet groeien voorbij de regeneratieve capaciteiten van die grondstoffen. Als je een bos volledig kaal kapt stopt de houtproductie op z’n minst voor aanzienlijke tijd. Hier kunnen we gewoon niet aan voorbij. Als we over die regeneratieve grenzen heen gaan is de enige uitkomst dat we die grondstoffen uiteindelijk niet meer ter beschikking hebben. Dit is niet alleen nefast voor de productiviteit, maar ook voor ons welzijn als die grondstoffen gebruikt worden voor producten of diensten die ons welzijn ondersteunen.

Diensten en goederen die niet-regeneratieve grondstoffen gebruiken

Mineralen, ertsen, olie, zand, … zijn allemaal grondstoffen waar we maar een eindige voorraad van beschikbaar hebben. We kunnen misschien nog wel even nieuwe bronnen aanboren maar op een gegeven moment is het gewoon op. Doen alsof die voorraad oneindig is is irrationeel en onverantwoordelijk gedrag. Hier moet de focus liggen op recycleren van de gebruikte grondstoffen en het vervangen van deze niet regeneratieve grondstoffen door regeneratieve grondstoffen waar mogelijk. Dit is een ideaal toepassingsgebied voor onze verworven kennis. Oneindige groei is hier dus duidelijk onmogelijk.

Productie van afval, broeikasgassen en vervuiling

Ik denk niet dat er iemand is die zal beweren dat we de productie hiervan moeten gaan opvoeren. Nochtans tikt een verhoogde afvalproductie wel positief aan in het BNI, want die afval moet verwerkt worden en dat genereert economische activiteit. Nu is het wel zo dat sommige afval als invoer voor een ander productieproces gebruikt kan worden. Gunter Pauli geeft daar tal van voorbeelden van in zijn boek Blue Economy. Dus voor sommige soorten afval bestaan er al goede oplossingen.

Ik denk dat we het er echter over eens kunnen zijn dat we niet moeten streven naar méér broeikasgassen en méér vervuiling. Dit zijn echter wel bijproducten van heel wat productieprocessen en dat moet mee in rekening gebracht worden. Ook hier is er dus geen oneindige groei mogelijk.

Welzijn

Werken aan meer welzijn en een betere levenskwaliteit zijn lovenswaardige doelstellingen. Daar mogen we écht wel naar blijven streven. Dat betekent echter ook dat we aandacht moeten schenken aan wat onze levenskwaliteit nu écht verbetert. Want steeds méér producten consumeren die steeds sneller op een afvalberg terecht komen lijkt mij niet het beste pad naar een kwaliteitsvol leven. Productiviteit verhogen die onze luchtkwaliteit en de leefbaarheid van onze planeet aantast lijkt mij ook niet het beste plan om ons welzijn te verhogen. Net zoals het creëren of in stand houden van afstompende, betekenisloze banen ook niet bijdraagt aan een gelukkiger leven. Ook al tikt ook dat positief aan in het BNI en staat het mooi bij de werkloosheidscijfers. Hier kunnen we dus in blijven groeien maar we moeten een verschuiving maken van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei. Dit is misschien moeilijker in cijfers vast te leggen maar cijfers zijn ook maar een middel. Tegenwoordig lijkt het er echter op dat ‘mooie cijfers’ een doel op zich geworden zijn.

Conclusie

Nu het Coronavirus onze economie dwingt om te vertragen is het ideale moment aangebroken om eens stil te staan bij de betekenis van dit alles.

Dit is een oproep aan alle economen en politici. We zijn niet gediend met debatten die gevoerd worden met holle, nietszeggende begrippen. Als je het hebt over groei, wees dan duidelijk over welk soort groei je het hebt en welk doel die groei heeft. Op die manier kunnen we misschien stoppen met vechten met elkaar en het over de essentie van de zaak hebben: het streven naar een kwaliteitsvol leven voor iedereen.

Stef Kuypers doet bij Happonomy aan onafhankelijk onderzoek naar geld, gedrag en samenleving. Hij heeft een achtergrond in de IT, en heeft zich via zelfstudie ingewerkt in de monetaire- en gedragseconomie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content