Herwig Reynaert

Coalities: verloren en toch gewonnen, gewonnen maar verloren

Herwig Reynaert Professor lokale politiek aan de UGent

De grootste zijn. Hiermee koopt men vaak niets. Het betekent hoogstens dat men aan zet is. Helemaal niet dat men erbij moet zijn.

14 oktober 2012, 15u. Alle stembureaus zijn dicht. De teerling is door de kiezer geworpen. De politieke kaarten zijn geschud. De verkiezingsstrijd – zo lijkt althans – is gestreden. De machtsverhoudingen tussen en binnen de lijsten verschijnen al snel op het scherm. Analyses worden gemaakt. Game over. Niettemin. Een ander schouwspel dient zich aan.

Indien er sprake is van een absolute meerderheid gaat het snel. Alhoewel. Geregeld ontstaat er nog onenigheid over de ‘postjes’. Wie wordt burgemeester, schepen, OCMW-voorzitter of voorzitter van de gemeenteraad. Bij gebrek aan een absolute meerderheid start de coalitievorming. Een paringsdans van jewelste. Geen wandeling door het park, zoals De Wever terecht aanhaalt. Het moet leiden tot de vorming van een bestuursmeerderheid. Als er een voorakkoord is – en de kiezer de kaarten voor de potentiële coalitiepartners gunstig schudde – kan de zaak snel beklonken zijn.

Is er trouwens iets mis met voorakkoorden? In wezen niet. Een belangrijke voorwaarde is echter wel dat de politieke partijen dit duidelijk aan de kiezer communiceren. Het gebeurt echter quasi niet. Openheid op dat vlak is nochtans een vereiste. Op die manier zouden voorakkoorden uit de sfeer van de achterkamertjespolitiek gehaald kunnen worden. Die openheid durven politieke partijen en politici echter niet aan. Jammer. Het zou hen nochtans sieren. Dat er voordien gesproken wordt, is immers een publiek geheim. Het zou trouwens erg zijn mochten politieke partijen niet on speaking terms zijn.

Wat speelt er zoal bij coalitievorming? Talrijke strategische overwegingen. Bij de eigenlijke partnerkeuze spelen, gelukkig maar, overeenkomsten in het verkiezingsprogramma. In de mate van het mogelijke wil men toch een coherent inhoudelijk verhaal. Niettemin, geregeld doet het verhaal er helemaal niet toe. Als men maar aan de macht komt.

Hoe men het ook draait of keert, politiek gaat over macht. Zolang de verworven macht gebruikt wordt om idealen te realiseren, is er weinig aan de hand. Het is echter niet altijd zo. Goede persoonlijke contacten tussen de sterkhouders van de onderhandelende partners spelen eveneens een belangrijke rol bij coalitievorming. Tussen Stefaan De Clerck (CD&V) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD) bijvoorbeeld was het water tijdens de campagne veel te diep geworden. Het moment voor andere partijen om toe te slaan.

Goede ervaringen in de meerderheid spelen eveneens een belangrijke rol. Vaak wordt in dergelijke omstandigheden de coalitie verder gezet. Hier is bijvoorbeeld N-VA in het nadeel. De lokale verankering was er voor 14 oktober nog niet. N-VA was lokaal quasi een nobele ‘onbekende’. Onbekend maakt onbemind. Soms begrijpelijk. In zee gaan met gekozenen zonder of met slechts een heel geringe bestuurservaring houdt ongetwijfeld risico’s in.

Een ander element bij de coalitievorming is dat men, indien de mogelijkheid zich aandient, een rechtstreekse lijn naar Brussel wil. Verder zijn er vaak nog openstaande rekeningen. Men werd door partij X in het verleden uit de meerderheid gewipt en nu dient de kans zich aan om politieke ‘wraak’ te nemen. Boontje komt om zijn loontje.

Ten slotte speelt ‘wiskunde’ ook een rol. Het zeteloverschot van de meerderheden is vaak beperkt. Met hoe minder men immers is om te verdelen, hoe meer men aan zijn trekken komt.

Verkiezingen winnen is één zaak, winnen aan de onderhandelingstafel is een andere zaak. Verloren en toch gewonnen. Gewonnen en toch verloren. De voorbije dagen hebben heel wat partijen dit aan den lijve ondervonden. De zogenaamde anti-coalities. Bart De Wever klaagde erover dat ‘hogere instanties’ zijn partij uit gemeentecoalities weren. Wentelde hij zich opnieuw in een underdogpositie? Uit de cijfers blijkt van wel.

Niettemin. Het is overduidelijk dat N-VA her en der uit de meerderheid werd gehouden. N-VA doet echter hetzelfde met andere partijen op andere locaties. Iets nieuws onder de zon? Helemaal niet. Sinds mensenheugenis verloopt het op die manier. Alle partijen doen eraan mee. De grootste zijn. Hiermee koopt men vaak niets. Het betekent hoogstens dat men aan zet is. Helemaal niet dat men erbij moet zijn.

Wat moest, tot voor kort, het Vlaams Belang dan zeggen. Op diverse plaatsen waren ze overduidelijk de grootste partij. Niettemin werden ze uit de meerderheid geweerd. Je weet wel, het cordon sanitaire. Anti-democratisch? Helemaal niet. De partijen die een coalitie vormden, hadden immers een meerderheid. Nu verloopt het niet anders. Het behoort tot het politieke ‘spel’ dat, dixit Stefaan De Clerck, rauw en ruw is. Niet te begrijpen is het voor heel veel kiezers wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content