Liesbet Sommen (CD&V)

‘CD&V en rechten voor holebi’s: de tijden zijn veranderd’

Liesbet Sommen (CD&V) Voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&v-vicepremiers

‘Heel wat holebi’s in mijn omgeving zijn geen vrienden van CD&V’, zo schrijft Liesbet Sommen. De houding van de parlementaire fractie in het verleden was daarvan de oorzaak, maar de tijden zijn veranderd. De houding van de grote meerderheid van de CD&V’ers geeft tegenwoordig zelfs blijk van de ultieme vorm van acceptatie: holebirechten zijn de normaalste zaak ter wereld.

Zoals, naar ik aanneem, heel wat mensen ken ik in mijn nauwe familiale en vriendschappelijke omgeving vele holebi’s. Over het algemeen wordt mijn partijaanhang en tewerkstelling bij CD&V bij hen niet geheel enthousiast onthaald. Integendeel: meestal zijn mijn holebi-vrienden erg tégen CD&V.

Kwalijk kan ik hen dat nog niet eens nemen. Bij de parlementaire stemming over een aantal fundamentele holebirechten, zoals het holebihuwelijk in 2001 en holebi-adoptie in 2004, gaf de toenmalige CD&V-fractie niet bepaald een eendrachtige indruk pro de totstandkoming van het recht. Ten tijde van de holebi-adoptie wijzigde de fractie haar standpunt op een gegeven moment van voor naar tegen, waardoor de holebi-gemeenschap met de handen in het haar zat: zou het voorstel dan nog wel goedgekeurd geraken?

Werelds

Anno 2015 slepen we dit trauma nog mee. Zijn de tijden veranderd? Zelf deel uitmakend van het kloppend hart van CD&V in de Wetstraat, zou ik zeggen van wel. Een aantal ethisch-conservatieve hardliners zijn uit de parlementaire fractie verdwenen. Maar vooral: de partij bulkt van aanstormend, al dan niet jong, maar zeer werelds talent, waaronder ook een heel aantal holebi’s.

Zowel onder de medewerkers als onder de parlementsleden ken ik alvast niemand die rechten voor holebi’s niet de normaalste zaak ter wereld zou vinden. Met het nieuwbakken Vlaams parlementslid Joris Poschet krijgt deze nieuwe generatie een duidelijk gezicht.

Geboorteverlof

Op 21 maart laatstleden kwam er vanuit Jong CD&V het blije bericht: het Regenboognetwerk van CD&V is toegetreden tot de Algemene Vergadering van holebifederatie çavaria. Samen met Groen en N-VA zal CD&V als één van de eerste partijen toetreden. Nu besef ik dat dit soort van communiqués bij mijn holebi-vrienden met enig meewarig scepticisme ontvangen wordt.

De al dan niet makkelijk te doorprikken affichering van politieke partijen dat ze een bepaalde doelgroep ’tof’ en belangrijk vinden kan ergerlijk zijn en moet zich inderdaad eerder in de beleidsmatige realisaties dan in dit soort van symbolen uiten.

Gelukkig maken we dat ook echt waar. Het geboorteverlof voor lesbische meemoeders (tien dagen, als equivalent van het vaderschapsverlof) is er gekomen dankzij het wetsvoorstel van CD&V-Kamerlid Sonja Becq. In het CD&V-partijprogramma staan onder meer de vereenvoudiging van de adoptieprocedure voor holebi’s, een echt statuut voor meemoeders en een wettelijke regeling voor draagmoederschap.

Stemgedrag

Om te weten of de basis van CD&V het naast het bastion van politiek Brussel in de Wetstraat ook echt goed meent met holebi’s, is het interessant om de analyse van Abts, Swyngedouw en Billiet (KULeuven) van de determinanten van stemgedrag bij de verkiezingen van 2010 er eens bij te nemen. Opvallend genoeg is het sterkste kenmerk dat stemgedrag in het algemeen bepaalt, het lidmaatschap bij een bepaald ziekenfonds. Het tweede sterkste kenmerk is geslacht, het derde kerkelijke betrokkenheid.

CD&V is een partij met een eerder vrouwelijk electoraat, dat ten opzichte van andere partijaanhang sterk kerkelijk betrokken is en dat lid is bij de Christelijke Mutualiteit. Het traditionele kiespubliek is al ouder (65+) en niet zo hoog opgeleid. Nieuw en opvallend in 2010 is de sterke groei in zeer jonge 16+ aanhang bij CD&V, namelijk 23%.

Waagstuk

Het houdt altijd risico’s in om deze gegevens te interpreteren, maar gezien mijn incrowd positie en daarbij horende kennis van de mensen binnen mijn partij, waag ik me er toch aan. Het traditionele CD&V-publiek werd, tot één of twee decennia geleden, in het dagelijks leven weinig geconfronteerd met holebi-vraagstukken. Het feit dat de partij vooral sterk staat op het platteland en niet in de steden, waar holebi’s zich sociologisch vaker vestigen, is hier een doorslag van.

Het probleem ‘onbekend is onbemind’ zal tot tien jaar geleden zeker een rol gespeeld hebben.

Tegenwoordig, voor een stuk dankzij de verjonging van onze partij (zowel bij onze kiezers als in de Wetstraat), liggen de kaarten helemaal anders: holebi zijn maakt, mijn inziens, voor vele CD&V’ers eenvoudigweg deel uit van het leven. Wij gaan nog steeds bedachtzaam om met ethische thema’s, maar bij rechten voor holebi’s stellen wij ons al lang geen vragen meer. We zullen er misschien niet mee te koop lopen dat we de problematiek belangrijk vinden; we hangen dat niet aan de grote klok.

Dat hoeft niet, omdat het voor de meesten van ons de normaalste zaak ter wereld is dat holebi’s rechten hebben en krijgen. Net dat lijkt mij de ultieme vorm van acceptatie.

Partner Content