‘Buitengewoon onderwijs: er is vooral nood aan meer handen in plaats van meer gebouwen’

Vlaams parlementslid Johan Danen (Groen) reageert op de aankondiging van onderwijsminister Ben Weyts dat het gemakkelijk wordt om scholen voor buitengewoon onderwijs op te richtend. ‘Maak van inclusief onderwijs een positieve keuze.’

Het voorbije weekend kondigde minister van Onderwijs Ben Weys aan dat het in de toekomst gemakkelijker zou worden om scholen in het buitengewoon onderwijs op te richten. Sinds het begin van deze legislatuur steeg het aantal plaatsen in deze tak van het onderwijs al van 47.000 naar 51.000. In de toekomst zouden daar dus nog meer plaatsen bij komen.

De wachtlijsten voor het buitengewoon onderwijs zijn lang, en blijven aandikken. Een uitbreiding van de capaciteit is dus goed nieuws, zou je denken. De vraag werpt zich echter op of al die leerlingen terecht op die wachtlijst staan. Terwijl sommige leerlingen gebaat zijn met een plaats in het buitengewoon onderwijs, zouden vele anderen, met de juiste ondersteuning, evengoed onderwijs kunnen volgen in een reguliere school. Dat vraagt echter een persoonlijke aanpak op maat van de leerling. In plaats van daar meer aandacht aan te schenken, kiest minister Weyts ervoor om meer leerlingen naar het buitengewoon onderwijs te leiden. Ik betwijfel sterk of dat de beste keuze is voor al deze leerlingen.

Buitengewoon onderwijs: er is vooral nood aan meer handen in plaats van meer gebouwen.

School lopen in het regulier onderwijs heeft – als het kan – belangrijke voordelen voor de ontwikkeling van kinderen met een beperking, niet in het minst op sociaal vlak. Ze groeien op met leerlingen uit hun eigen buurt wat hen de mogelijkheid geeft een sociaal netwerk op te bouwen dicht bij huis. Ook zorgt inclusief onderwijs ervoor dat deze leerlingen sterker in de samenleving staan op latere leeftijd, doordat ze daar van jongs af hun plaats vonden en kregen. En ook leerlingen zonder beperking plukken de vruchten van zo’n geïntegreerde aanpak. Zij leren immers evengoed om op jonge leeftijd, op een heel vanzelfsprekende manier, om te gaan met diversiteit in de samenleving.

Maak van inclusief onderwijs een positieve keuze

In plaats van de doorstroming naar het buitengewoon onderwijs te vergroten, pleiten wij ervoor om leerlingen niet overhaast door te verwijzen en leerlingen zoveel mogelijk de kans te geven op inclusief onderwijs. Uiteraard moet daarvoor de nodige ondersteuning en begeleiding voorzien worden. Dat betekent niet dat een leerkracht vandaag in zijn of haar eentje die extra ondersteuning moet bieden, zij hebben hun handen nu al meer dan vol. Scholen, pedagogische begeleidingsdiensten, CLB’s en de nieuw op te richten leersteuncentra moeten de middelen en de ruimte krijgen om hun teams aan te vullen met de nodige expertise, zodat leerkrachten bijgestaan worden in hun werk. Wij vragen de minister dus om samen met alle partners – de leerkrachten, ondersteunende teams, mensen uit het domein Welzijn – werk te maken van een duidelijke visie en aanpak die vertrekt vanuit het welzijn van het kind in plaats van te kiezen voor massale doorstroming naar het buitengewoon onderwijs.

Dat de ouders daarbij betrokken worden, spreekt voor ons voor zich. Zij kennen hun kind het best. in het nieuwe leersteundecreet beslist de klassenraad of een leerling opgenomen kan worden in een school of niet. Uiteraard heeft de klassenraad een belangrijke stem. Net zoals de ouders een belangrijke stem hebben. Hun stem wordt nu echter te weinig gehoord wanneer hun kind geweigerd wordt door een school en doorverwezen wordt naar het buitengewoon onderwijs. Door de lange wachtlijsten, vinden deze kinderen niet meteen plaats in zo’n school. Daardoor blijft een deel van deze kinderen noodgedwongen thuis en blijven vele anderen toch les volgen in het gewoon onderwijs, zonder dat ze voldoende ondersteuning krijgen. Het is cynisch dat er in deze gevallen geen positieve keuze voor inclusie wordt gemaakt, maar dat scholen worden ‘gedwongen’ tot inclusie door een praktisch probleem. Wij vragen de Vlaamse regering het omgekeerde: maak van inclusief onderwijs een bewuste en positieve keuze. Erken en versterk de bestaande expertise en good practices die bestaan. En zorg er op die manier voor dat meer kinderen, mét alle nodige ondersteuning, in het regulier onderwijs kunnen blijven. Daarop inzetten vraagt uiteraard wel meer inspanning dan een snelle stempel drukken op een kind. Helaas maakt onze minister net dat stempelen in de toekomst eenvoudiger, in plaats van in te zetten op inclusief onderwijs en daarmee op een sterkere, meer inclusieve samenleving.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content