Minderhedenforum

‘Brusselse stadsgenoten, kom uit uw kot, leer de ander kennen en bouw bruggen’

Minderhedenforum Vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem

‘Franstalige Brusselaars spreken enkel Frans.’ ‘Nederlandstalige hoofdstedelingen blijven alleen in hun eigen kringetje hangen.’ ‘En expats weigeren zich te integreren’. Jochem Oomen, een Nederlandse Brusselaar en onderwijzer, vindt het tijd om deze clichés te ontkrachten.

Wouter Van Bellingen, directeur van het Minderhedenforum, krijgt elke week een forum op Knack.be. De ene week schrijft Van Bellingen zelf over wat relevant is. De andere week geeft hij zijn pen en forum door aan iemand van zijn achterban.Vandaag is dat Jochem Oomen een Nederlandse Brusselaar en onderwijzer op een Nederlandstalige basisschool.

‘Franstalige Brusselaars spreken enkel Frans.’ ‘Nederlandstalige hoofdstedelingen blijven alleen in hun eigen kringetje hangen.’ ‘En expats weigeren zich te integreren.’ Deze zinnen hoorde ik vaak in de hoofdstad en ik wilde weten wat er van waar was. Ik besloot mij, als Nederlander, in de Franstalige, Nederlandstalige en internationale gemeenschappen in Brussel te integreren. De vooroordelen bleken twijfelachtig, maar de drie parallelle samenlevingen bestaan wel degelijk.

Drie parallelle samenlevingen

Waarom drie parallelle samenlevingen? Omdat deze duidelijk in de stad aanwezig zijn en welhaast eigen maatschappijen in deze wereldstad vormen. Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs. Er zijn Franstalige, Vlaamse en Europese scholen en onderling hebben deze weinig tot geen contact. Idem voor theaters, kranten en verenigingen. Bij ons in Nederland is dat veel minder. Daar zijn hooguit twee, in plaats van drie, gemeenschappen. In Amsterdam, bijvoorbeeld, staat er naast een al bestaande multiculturele Nederlandse gemeenschap en een Engelstalige international community in wording.

Brusselse stadsgenoten, kom uit uw kot, leer de ander kennen en bouw bruggen

Als leerkracht in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, rolde ik automatisch in het Vlaamse wereldje van de hoofdstad. Snel leerde ik zeer interessante mensen kennen. Ik schreef mij in voor deelname aan een fotoproject van een cultureel centrum en vertoefde regelmatig in Nederlandstalige cafés. Ik beleefde mooie avonturen, maar ik had tegelijk het gevoel in een gemoedelijke bubbel te zitten. In een Vlaamse bubbel in een bad waarin vooral Frans en Engels gesproken wordt. Hoewel… Een aantal Nederlandstalige vrienden hebben toch heel wat Franstaligen en internationals in hun eigen vriendenkring. Het eerste vooroordeel is deels gesneuveld.

Aperitiefcultuur

Ik besloot dat het tijd werd om eens kennis te maken met de francofonie. Ik ging in het Frans toneel spelen bij een amateurgezelschap en deed mee aan de Zinneke Parade van dit jaar. Ik leerde mij genuanceerder in het Frans uitdrukken, wat niet gemakkelijk is voor een Nederlander. Ik ontdekte ook de aperitiefcultuur en de auberge espagnole, een feestmaaltijd waarbij iedere feestganger zijn zelf bereide eten meeneemt. Te laat komen was hier vaak geen enkel probleem. Het viel me ook op dat er eigenlijk een heleboel Franstalige Brusselaars zijn die wel Nederlands kunnen. Weer een vooroordeel minder. Wel durft niet iedereen onder hen Nederlands te spreken, ook al verstaan ze mij wel.

Alweer een voordeel ontkracht

Naast deze zeer gemoedelijke Belgische gemeenschappen is er ook een zeer kosmopolitische gemeenschap in Brussel. Internationaal, hoog opgeleid en werkend voor de Europese Unie of een internationaal bedrijf of organisatie. Ik rolde er via een cursus Frans in. Die cursus wordt voornamelijk gevolgd door mensen uit internationale milieus die zich de taal eigen willen maken. Vaak toonden ze veel belangstelling voor mijn baan als leerkracht op een Brusselse school. En een aantal onder hen deed ook mee met culturele projecten in de stad waarbij zij banden met de Brusselaars smeedden. En expats die weigeren zich te integreren? Alweer een vooroordeel ontkracht.

En zo gelden de bekende vooroordelen voor een beperkt groepje mensen. Toch blijft nog wel als een huis boven water staan dat er eigenlijk drie samenlevingen in Brussel zijn. Hoewel er dus regelmatig toenaderingen tussen deze gemeenschappen zijn, blijven ze sterk op zichzelf gericht. En dat vind ik jammer. Projecten die op alle gemeenschappen zijn gericht, zoals de Zinneke Parade, bouwen juist bruggen over de gemeenschappen heen. Dan kijken we niet langer naar wat ons scheidt, maar juist naar wat ons bindt.

Iemand zei me laatst: “In Brussel ontmoeten de culturen van boter en olijfolie elkaar.” Helemaal waar, nu nog hopen dat deze boterolie ook een internationaal tintje kan krijgen en gebruikt wordt om gerechten beter te bereiden. Dus, stadgenoten, kom uit uw kot, leer de ander kennen en bouw bruggen.

Jochem Oomen is een Nederlandse Brusselaar en onderwijzer op een Nederlandstalige basisschool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content