Brief van de baas van de post: ‘Ik hoop dat het briefschrijven een comeback moge kennen’

© Saskia Vanderstichele

Een paar maanden geleden schreef onze reporter een brief naar de baas van Bpost. Wat later zat er een handgeschreven antwoord in de bus. ‘Ik kan de wereld helaas niet vragen om te stoppen met draaien.’

De postmannen en -vrouwen gingen dit jaar door zwaar weer. In november staakten ze dagenlang. Ze werkten te hard voor te weinig poen, riepen ze.

‘Ons model is einde verhaal’, had hun baas Koen Van Gerven eerder gezegd in de krant. We schrijven steeds minder brieven. En voor dringende zaken ‘rekenen mensen niet meer op de brief’. Dat zullen we straks ook merken. Meer dan een kwart van de 12.905 rode postbussen sneuvelt. En een postzegel wordt nog maar eens duurder, 15 procent maar liefst.

Dat nieuws maakte me een beetje boos. Hoe minder brieven er verstuurd worden, hoe waardevoller ze worden. Een brief in de bus, dat is een sensatie. ‘Het verval en de veronachtzaming van de brief – als prijs van de vooruitgang – zal een ongekende nederlaag zijn’, zei de Britse schrijver Simon Garfield ooit.

Daarom schreef ik Van Gerven een handgeschreven brief (zie ook Knack van 5 september). Een postbaas, vond ik, zou de bewaker moeten zijn van die sensatie. Een missionaris van een rijke traditie. Een samenleving waar de leiders desnoods te paard de openbare dienstverlening zouden verdedigen. Een samenleving waar brieven altijd op tijd aankomen.

Een paar weken later zat er een handgeschreven antwoord van Koen Van Gerven in mijn bus.


Geachte heer Tormans,

Laat mij beginnen met een woord van dank voor uw mooie hulde aan de brief-op-papier. Hoe minder er zijn, hoe meer ik op prijs stel er een te ontvangen. Uw eigenhandig en met zwier geschreven brief heb ik daarom met plezier gelezen. Samen met u hoop ik dat briefschrijven een comeback moge kennen, maar als ceo van een postbedrijf mag ik mijn wensen niet zomaar voor werkelijkheid nemen.

Ik heb begrip voor uw heimwee naar de gietijzeren brievenbus of het majestueuze postkantoor op de Groenplaats van vroeger. Ze hadden een charme die verloren ging in de toenemende verzakelijking van onze samenleving. Maar ik kan helaas de wereld niet doen stoppen met draaien of de technologische evoluties vragen even te pauzeren.

Wat ik wel probeer te doen, samen met al mijn medewerkers, is ervoor zorgen dat de post blijft bestaan als een eigentijds bedrijf, met zin voor het algemeen belang en gedreven door de verwachtingen van de klanten van vandaag en morgen. Dat is niet altijd gemakkelijk en vergt soms keuzes en afwegingen die niet altijd gemakkelijk zijn en die niet iedereen gelukkig maken. Kiezen is altijd wat verliezen, u kent dat verhaal. Hier en daar moet dan een stuk ‘oude post’ plaatsmaken voor vernieuwing. Het anders aanpakken zou schuldig verzuim zijn.

Tot slot wil ik U graag, naast deze brief, ook een pakje sturen. Het gaat om een boek, geschreven door Georges Renoy, met een boeiende weergave van de geschiedenis van de post. De inhoud is ondertussen een beetje gedateerd, maar wie weet zorgt het voor bijkomende inspiratie. U zult het pakje krijgen van uw postbode of ophalen in uw vertrouwde postkantoor. Of een postpunt, een pakjesautomaat of zelfs bij uw buur indien u dat wenst. Ook dat is de post vandaag.

Met vriendelijke groet,

Koen Van Gerven


Naschrift. De postbode had inderdaad een pakje mee. In het boek van Renoy las ik een citaat uit 1924 van Hubert Krains, directeur van het Algemeen Bestuur der Posterijen. ‘De geschiedenis van de post staat in nauw verband met die van de beschaving. Daar waar de mens een uitsluitend materieel leven leidt, bestaat de post niet of enkel in rudimentaire vorm. Zodra de mens evolueert naar het intellectuele licht, zet de post dezelfde stap. Als de mensheid terugzakt in barbaarsheid, zinkt de post eveneens weg.’

Partner Content