Bourgeois en de strijd voor het Standaardnederlands: ‘Hij ontkent het zonlicht’

Geert Bourgeois © Belga
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

‘Communiceren in het Algemeen Nederlands is voor mij de regel. Ik heb niets tegen dialecten, wel tegen Verkavelingsvlaams of tussentaal,’ aldus minister-president Geert Bourgeois.

‘Ik heb niets tegen dialecten, wel tegen Verkavelingsvlaams of tussentaal – de taal die dialect noch Algemeen Nederlands is en die we helaas veel te veel horen in soaps en ontspanningsprogramma’s op televisies.’ Met die niet mis te verstane woorden opende Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) deze week het twintigste Colloquium Neerlandicum van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek.

Het is geen nieuw standpunt voor de minister-president – de voorbije jaren hield hij ook in zijn 11-julitoespraken een pleidooi voor de Nederlandse standaardtaal en haar dialecten, en tegen de ‘jammerlijke tussentaalvorm’ – maar zelden klonk Bourgeois daarin zo categoriek. ‘Communiceren in het Algemeen Nederlands, keurig Nederlands spreken, is voor mij de regel,’ klinkt het in zijn videoboodschap voor de neerlandici, waarin hij ook zegt er ‘primordiaal belang’ aan te hechten dat nieuwkomers snel het Standaardnederlands verwerven. ‘Democratische en maatschappelijk-emancipatorische verantwoordelijkheid gebieden ons om altijd weer het belang te benadrukken van die ene standaardtaal.’

Of die aversie voor tussentaalvormen terecht is, wil taalkundige Jolien De Decker (KU Leuven) in het midden laten. ‘Maar in ieder geval is de tussentaal een realiteit, zeker in Vlaams-Brabant en Antwerpen. Je kan ertegen of ervoor zijn, maar ze is er nu eenmaal.’ De Deckers masterproefonderzoek uit 2015 spitste zich toe op het gebruik van tussentaal in het secundair onderwijs. Ook daar is het fenomeen nog maar moeilijk weg te denken, zegt ze.

Dat beaamt ook Steven Delarue, die aan de Universiteit Gent promoveerde op onderzoek naar de talige realiteit in de klas. ‘Veel leerkrachten spreken standaardtaal met tussentaalkenmerken, omdat ze de strikte norm van het Standaardnederlands gewoon niet halen. Mochten ze strak aan de standaardtaal vasthouden, zouden ze het veel moeilijker hebben om de leerlingen bij de les te houden.’

De Decker ziet wel een verschuiving. Vroeger was de relatie tussen lesgevers en leerlingen veel hiërarchischer, nu willen leerkrachten vaker naast de studenten kunnen staan. ‘Dan blijkt tussentaal een belangrijk instrument om de afstand te overbruggen.’

Dat wil niet zeggen dat de standaardtaal op school definitief in de ban is geslagen. In plaats van de standaardtaal tot enige aanvaardbare optie te verheffen, willen leerkrachten inzetten op ‘registergevoeligheid’. De Decker: ‘Net zoals je je kleren aanpast aan de situatie, lijkt het toch nog steeds belangrijk dat je je taal aanpast.’ In de klas kunnen leerlingen dan wel tussentaal spreken, maar uit De Deckers onderzoek blijkt dat zowel leerkrachten als leerlingen beseffen dat het belangrijk is dat ze later in een sollicitatiegesprek wel de standaardtaal kunnen hanteren.

Nieuwkomers

‘Ik heb niets tegen de standaardtaal. Het is heel belangrijk dat dat het uitgangspunt blijft, omdat de schrijftaal en de geschreven teksten daarin opgemaakt zijn,’ zegt Steven Delarue. ‘Maar bij het standpunt van Bourgeois zijn nogal wat kanttekeningen te maken.’

Vooral voor anderstalige nieuwkomers en buitenlandse studenten Nederlands is de verkettering van het Verkavelingsvlaams een probleem, klinkt het. ‘Het heeft gewoon geen zin, het is nu eenmaal de omgangstaal in Vlaanderen.’

Het zal je maar overkomen: je volgt een intensief taalbad Nederlands om je snel te integreren in de Vlaamse cultuur, maar bij de bakker om de hoek zinkt de moed je in de schoenen wanneer hij je vraagt of er groenten op je smoske moeten. ‘Wie als cursist enkel de standaardtaal leert kennen, zal hier snel op frustraties en problemen botsen,’ zegt Delarue.

‘Eigenlijk ontkent Bourgeois het zonlicht. Tussentaal is het gevolg van een taalevolutie die zich al voltrokken heeft, en ook in het buitenland te merken is. Nu zie je dat bepaalde tussentaalvormen stilaan hun ingang vinden in de standaardtaal. Je kan dat niet tegenhouden door te blijven speechen tegen die tussentaal. Zijn standpunt is ingegeven door ideologie: N-VA zet heel sterk in op de taalnorm, omdat die past in hun discours over integratie en de Vlaamse cultuur. Maar als je de kwestie puur vanuit de taalpraktijk bekijkt, zou ze al lang beslecht zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content