Zanger Peter Koelewijn sleept A.F.Th. van der Heijden voor de rechter

Peter ‘Kom van dat dak af’ Koelewijn dagvaardde schrijver A.F.Th. van der Heijden omdat die in ‘De helleveeg’ zou suggereren dat in Koelewijns familiehuis abortussen werden gepleegd.

Op 1 november – geen feestdag in het overwegend calvinistische Nederland – spreekt de Amsterdamse kortgedingrechter zich uit over een klacht van zanger Peter Koelewijn tegen de romanauteur A.F.Th. van der Heijden. Koelewijn wil dat Van der Heijden zich excuseert voor het vermelden van de naam Koelewijn in zijn meest recente roman ‘De helleveeg’ en dan meer bepaald voor de passages waarin in het familiehuis van Koelewijn te Eindhoven een engeltjesmaker haar illegaal werk zou hebben gedaan. Hij vraagt om een rechtzetting in de pers en in de roman zelf.

Eindhovenaars

In de roman gaan de gewraakte passages over een abortuspleegster die haar onwettige praktijken uitvoert in een kamertje boven de Eindhovense viswinkel van de familie Koelewijn. Er wordt daarbij ook expliciet gewag gemaakt van de vriendschap tussen de oom van de verteller en de zoon des huizes die net een hit scoorde met ‘Kom van dat dak af’. Peter Koelewijn groeide inderdaad op in een viswinkel in Eindhoven. A.F.Th. van der Heijden woonde als kind eveneens in Eindhoven en had dus weet van die viswinkel van de Koelewijns.

Onbesuisd

Van der Heijden gaf ondertussen in een brief aan een familielid van Peter Koelewijn toe dat hij ‘onbesuisd’ had gehandeld door de naam Koelewijn zelf te vermelden. Maar hij distantieert zich van de manier waarop de zanger de link legt tussen de abortuspassages en de eigen familienaam. Van der Heijdens commentaar in De Standaard: ‘In feite is er in mijn verhaal tussen de engeltjesmakerij boven en de viswinkel geen andere verbinding dan via de bestorven geur op de trap.’

Frank Hellemans