Vlaming Frederick Morel debuteert met Engelstalige New York-roman

Morels eerste worp, ‘The Ferris Wheel’, is zowel een echo als een ontmaskering van de bekendste lofzang op de Big Apple, Sinatra’s ‘New York, New York’.

‘If I can make it there, I’ll make it anywhere’, zal Vlaams debutant Frederik Morel zelf ook gedacht hebben toen hij tientallen pogingen ondernam om zijn verhaal door een uitgeverij in New York te laten uitgeven. Zonder succes echter. De uitgeverswereld van New York is nu eenmaal quasi ontoegankelijk voor buitenstaanders. Zonder een agent krijg je geen deuren open en ook om hun steun te verkrijgen, is de concurrentie nergens harder dan in New York.

De vraag is ook of ze daar überhaupt zaten te wachten op nog eens een roman die ‘The City’ als thema heeft. Dat Morel zijn hoofdpersonage Paul in ‘The Ferris Wheel’ vaak laat jongleren met verwijzingen naar grote namen uit de Amerikaanse literatuur zoals F. Scott Fitzgerald en Saul Bellow en zich daarnaast sterk spiegelt aan beruchte voorgangers als Jay McInerney en vooral Bret Easton Ellis – leden van de zogenaamde Brat Pack – is een leuke insteek, maar zal Downtown geen verpletterende indruk hebben gemaakt.

Dat betekent echter niet dat het debuut van Morel louter een doorslagje zou zijn van het bevreemdende werk van deze chroniqueurs van de jaren ’80. Bovendien getuigt Morel van heel wat ambitie, durf en doorzettingsvermogen. En daar werd hij door The Knives Forks and Spoons Press voor beloond. Deze uitgeverij uit Liverpool, die ook het werk van Sir Andrew Motion, de Britse Poet Laureate uitgeeft, zag brood in het debuut van de geboren West-Vlaming.

‘The Ferris Wheel’ (het reuzenrad) is een existentiële citytrip in New York door de ogen van Paul Whiteridge, een would-beschrijver die de stad op verschillende cruciale ogenblikken in zijn leven aandoet en als ingeweken New Yorker de stad waar the sky the limit zou zijn de ene keer idealiseert en er een andere keer mentaal in verdwaalt.

Aangespoord door de woorden van zijn moeder – ‘Als je groot bent, kan je alles worden wat je wil’ – vlucht Paul in New York onder andere voor de sleur van het getrouwde leven en voor de trauma’s uit zijn jeugd. Zijn ouders hadden namelijk op zijn zachtst gezegd een getroebleerde relatie, waarin Paul vooral zijn vader een kwalijke rol toemeet. Hij wil het ook graag maken in de Big Apple maar mist daarvoor de panache of het doorzettingsvermogen. En zelfs in de liefde blijft hij op zijn honger zitten. New York en de grote droom worden dan ook al snel een ontgoocheling.

Morel weet bijzonder goed de sfeer van de tot de verbeelding sprekende wereldstad New York te pakken en geeft de identiteitscrisis van Paul tastbaar vorm in het schijnbaar ‘at random’ wisselende vertelperspectief. In de ene alinea doet Paul zijn relaas vanuit een ik-perspectief, in een volgende richt hij zich tot zichzelf met ‘you’. Dat wisselende perspectief doet geen afbreuk aan het hoge verteltempo en versterkt het gevoel van vervreemding. Jammer genoeg bezondigt Morel zich in de soms te geboetseerde onderkoelde stijl af en toe ook aan te vermijden clichés. Dat de New Yorkse mannen bijvoorbeeld als hyena’s op vrouwelijke prooien loeren, is een nogal gratuite metafoor.

Volgens Morels uitgeverij is ‘The Ferris Wheel’ het meest leesbare curiosum dat we als lezer de laatste tijd voorgeschoteld kregen. Vlot leesbaar is dit boek zeker. En een curiosum is het in zekere zin ook: Vlamingen die debuteren in het Engels zijn immers zeldzaam. Als roman is ‘The Ferris Wheel’ echter te veel schatplichtig aan de Brat Pack om uit de band te springen, maar verdienstelijk is dit debuut zeker.

Jeroen Bert

Frederick Morel – The Ferris Wheel

Uitgeverij: The Knives Forks and Spoon Press

Aantal pagina’s: 192

ISBN: 978-1-907812-32-3

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content