Uwe Tellkamps ‘De toren’ is verfilmd

De verfilming van Uwe Tellkamps monumentale epos ‘De toren’ (2008, Duitse boekprijs)) wordt woensdag en donderdag op de Duitse televisie vertoond.

Het giftigste commentaar over Uwe Tellkamps roman ‘De toren’ (vertaald bij de Arbeiderspers) stond gisteren in de ‘Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung’. Daarin prijst criticus Tobias Rüther zichzelf en alle anderen gelukkig dat de kanjer over de ondergang van de DDR verfilmd is, want ‘nu hoeven we de roman niet meer te lezen’.

‘De toren’ van Uwe Tellkamp (°1968) is verfilmd naar aanleiding van de dag van de Duitse eenheid, nu alweer 22 jaar geleden. Op 3 oktober 1990 werden BRD (West-Duitsland) en DDR (Oost-Duitsland) plechtig verenigd krachtens artikel 23 van de Duitse grondwet. Sindsdien is 3 oktober de Duitse nationale feestdag.
Op 9 november 1989 viel in Berlijn de Muur. Dat gebeurt ook in de laatste zin van Tellkamps roman, die eindigt op een dubbelepunt en die dus een romanvervolg suggereert waaraan Tellkamp inderdaad ook werkt: ‘…maar toen opeens… sloegen de klokken, sloegen 9 november, “Duitsland, verenigd vaderland”, sloegen tegen de Brandenburger Tor:’

In ‘De toren’ gaat het vooral om het gezin Hoffmann, late nazaten van een ‘Bildungsbürgertum’ dat dweept met klassieke Duitse componisten, met dichters en denkers als Goethe, Stefan Zweig en Thomas Mann. Het verhaal is gesitueerd in de Dresdense wijk ‘Weisser Hirsch’, die in de tweedelige verfilming nauwelijks voorkomt waardoor de film, volgens Tellkamp zelf, bevrijd wordt ‘uit de omhelzing van het streekgebondene’. De schrijver, die hier en daar verklaart dat zijn roman nogal wat gebreken vertoont, is opgetogen over de verfilming van zijn epos.

Waarom zal de film ook lezers bevallen die de roman met zijn loodzware jargon na enkele hoofdstukken doodmoe opzij hebben gelegd? Omdat de regisseur zich van het boek niets aangetrokken heeft, aldus criticus Rüther in de FAS. Het boek, dat duizend bladzijden telt, heeft in de film een chirurgische operatie ondergaan: de sterkste scènes zijn eruit gefileerd en de vertolking van een onvolprezen cast doet de rest. Regisseur Nico Hofmann springt zonder scrupules over de eerste tweehonderd bladzijden van de roman heen en zit meteen in de turbulenties die het leven van de personages uit ‘De toren’ door elkaar schudden. Alleen de muziek met zijn zoete vioolklanken en het omzichtige getingel van de piano vallen volgens de criticus van de FAS wat tegen. Maar die ietwat kleverige achtergrondmuziek zou je kunnen verklaren met de kwaal waaraan de personages volgens Tellkamp allemaal lijden: ‘De zoete ziekte gisteren’.

De verfilming, die drie uur duurt, beperkt zich tot de ruggengraat van de roman: Richard Hoffmann is een chirurg die bang is dat zijn vrouw achter zijn buitenechtelijke relatie komt. Die verhouding maakt hem kwetsbaar. Hij krijgt bezoek van de staatsveiligheid die hem naast zijn vreemdgaan ook chanteert met de verklikking van een jeugdvriend. Richards zoon Christian zou ook graag dokter worden, maar die weg ligt alleen open voor gewillige dienaars van de totalitaire staat, die in ruil voor een geslaagde loopbaan de eeuwige liefde van zijn onderdanen opeist. Als Christian in de medische wereld carrière wil maken, zal hij ‘vrijwillig’ moeten tekenen voor drie jaar dienst in de NVA (‘Nationale Volksarmee’), het leger van de DDR. Christian geeft er echter de voorkeur aan zijn eigen weg te gaan. Daardoor belandt hij in een gevangeniscel die ‘de duikboot’ wordt genoemd: een duistere plek waarin de repressieve staat de ruggengraat van zijn dissidenten breekt.

Op het einde van zijn kritiek, waarin hij het boek naar aanleiding van de film nog eens kraakt, geeft Tobias Rüther de schrijver van ‘De toren’ toch enige krediet: dat er in de roman toch voldoende sterke verhalen zitten die een verfilming mogelijk hebben gemaakt pleit uiteindelijk toch ook voor de schrijver die ze heeft uitgevonden, aldus de recensent.

Piet de Moor

Op 3 en 4 oktober telkens om 20.15 uur op ARD.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content