Schrijven is gevaarlijk in Afghanistan

De Slowaakse schrijver Michal Hvorecký (1976) toerde rond in Afghanistan en zag hoe lezen en schrijven er gevaarlijke bezigheden zijn.

Kafka, Márquez, Dostojevski en Tolstoj zijn in allemaal in het Farsi/Dari te verkrijgen, aldus de auteur die erop wijst dat de Afghaanse intellectuelen die het zich kunnen permitteren hun vertaalde literatuur in Iran kopen. Vooral de jaarlijkse boekenbeurs in Teheran wordt graag door Afghaanse intellectuelen bezocht. Je vindt er buitenlandse boeken die je wegens de Iraanse censuur niet in de boekhandel vindt. Vorig jaar waren 1900 uitgeverijen op de boekenbeurs in Teheran present. Er waren vijf miljoen bezoekers.

Ook Taqi Akhlaqi bezoekt de beurs van Teheran. Hij is een jonge Afghaanse schrijver die recent met de verhalenbundel ‘Beesat’ (1000 exemplaren) debuteerde. In een van zijn verhalen beeldt hij zich in hoe de profeet Mohammed zou reageren als hij terug zou keren en geconfronteerd zou worden met de toestand in Afghanistan.

Eerst was Taqi Akhlaqi blij toen het boek verscheen. Toen zijn verhalen in kranten en tijdschriften besproken werden, kreeg hij echter angst. ‘Wat als de taliban mijn verhalen zouden lezen? Dat zou mijn einde zijn!’ Hij prijst zich gelukkig dat de meeste taliban analfabeten zijn.

Contact met de buitenwereld zoekt Taqi Akhlaqi via facebook en andere sociale netwerken. Zijn verhalen schrijft hij in het Dari (de Afghaanse variant van het Perzische Farsi), zijn internationale sociale contacten verlopen in het Engels. Volgens Akhlaqi wordt in Afghanistan niets zozeer verwaarloosd als de literatuur. Niemand trekt er zich iets van aan: ‘De boekenmarkt in Afghanistan is dood, er zijn geen boekhandels meer.’ Een gevolg daarvan is dat hij zijn boeken en verhalen voortaan in het Engels wil schrijven. ‘In het Dari schrijven is je toekomst opgeven,’ beweert hij. Zijn grote voorbeeld is de Amerikaans-Afghaanse schrijver in ballingschap Khaled Hosseini, wiens ‘De vliegeraar’ (vertaling Bezige Bij) in Afghanistan verboden lectuur is, wat uiteraard ook geldt voor de verfilming van de roman.

Taqi Akhlaqi is ook een bewonderaar van Atiq Rahimi, die in Frankrijk in ballingschap leeft. Voor ‘Steen van geduld’ (vertaling De Geus) werd Rahimi in 2008 met de Goncourt-prijs bekroond. Ook Taqi Akhlaqi koopt zijn buitenlandse lectuur in Teheran, waar jaarlijks toch zowat 40.000 boeken gedrukt worden.

De jonge Afghaanse intellectuelen ontmoeten elkaar graag in het Balkh Culture Café in Mazar-i-Sharif, dat eigenlijk geen café, wel een debatclub is. De huur van de club wordt gefinancierd door de Internationale PEN-club. Elke donderdagavond wordt er gediscussieerd door voornamelijk jonge schrijvers. De enige oudere auteur in dat jonge gezelschap is de dichter en essayist Afif Bakhtari, die ten tijde van de sovjetbezetting van Afghanistan in de gevangenis zat. Elke gedichtenbundel die hij toen publiceerde leverde hem problemen op met de censuur, zodat hij ter zake een ervaringsdeskundige is. Bakhtari: ‘Om hier te overleven en niet gek te worden, lees ik altijd weer Franz Kafka – de absurde en gruwelijke fantastische werelden die hij literair gecreëerd heeft is Afghanistan in werkelijkheid.’

In zijn verslag wijst Michal Hvorecký erop dat geen enkele Afghaanse schrijver van zijn pen kan leven. Allemaal werken ze voor krant of radio om te overleven. Velen tolken voor buitenlandse organisaties. Sada Sultani is een van de weinige bekende vrouwelijke Afghaanse auteurs. De debuutbundel van de dichteres ging 4000 keer over de toonbank. Maar ook zij moet voorzichtig zijn, want de doorsnee Afghaanse man vindt een schrijvende vrouw maar niks. De dichteres Nadia Anjoeman werd in 2005 in Herat door haar man doodgeslagen nadat hij haar dichtbundel ‘Gul-e-dodi’ (Donkerrode bloem) gelezen had, waarin de auteur de onderdrukking van de Afghaanse bekritiseerde. Ze was pas 25 jaar en moeder van een dochter van zes maanden.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content