Salman Rushdie: ‘Mensen die zeggen dat Amerika een fascistische staat is geworden, helpen ons niet vooruit’

'Zelfs kinderboeken hebben vandaag een donker toekomstbeeld.' © © Getty Images
Volker Weidermann
Volker Weidermann Duits literatuurcriticus

Salman Rushdie, de man die voor altijd herinnerd zal worden door de fatwa die in 1989 over hem werd uitgeroepen, duikt weer op. Onder de arm: De familie Golden, een boek dat zo actueel is dat het lijkt alsof het gisteren pas geschreven is. ‘Telkens als er iets gebeurde, moest de roman opnieuw worden afgesteld.’

Een kantoor in Manhattan, vlak bij Central Park, op enkele blokken afstand van de Trump Tower. Salman Rushdie is in opperbeste stemming. Nochtans is de situatie ernstig. De verkiezing van Donald Trump en de eerste maanden van zijn regering hebben ook zijn vertrouwen in Amerika aan het wankelen gebracht, zijn geloof in het land waar hij van houdt en waar hij sinds 2000 woont.

Rushdie werd in 1981 bekend met de postkoloniale, magisch-realistische roman Middernachtskinderen. En toen kwam Valentijnsdag 1989. De leider van de Iraanse revolutie, ayatollah Khomeini, vond dat Rushdie de profeet beledigde in De duivelsverzen en riep alle moslims ter wereld op om de auteur te vermoorden. Rushdie dook onder en begon aan een leven vol angst.

De afgelopen zeventien jaar woont hij zonder politiebescherming in New York, hoewel de fatwa niet opgeheven is en de beloning tot bijna vier miljoen euro werd opgetrokken. Rushdie wil er zijn leven niet door laten beheersen, al kan de fatwa alleen worden herroepen door de persoon die hem uitgevaardigd heeft. Op zich geen probleem, ware het niet dat Khomeini al een halfjaar na zijn fatwa gestorven is. Pech voor Rushdie – de veroordeling blijft eeuwig geldig. Het houdt de auteur niet tegen. Hij heeft net een roman over het Amerika van de afgelopen tien jaar geschreven.

Elk onderwerp leidt naar Trump. Het wordt echt ergerlijk.

De familie Golden is, ongewoon voor Rushdie, een sociale roman. Een Indiase miljardair die zich Nero Golden noemt, komt begin 2009 met zijn zonen naar New York. Op dat moment woont in die stad nog een andere miljardair, die iedereen de Joker noemt, als toespeling op de slechterik uit de Batmanstrips. De Joker wil president van de VS worden. Niemand neemt zijn ambities ernstig, maar het draait anders uit. De Joker wordt president en stelt het fundament van het vrije Amerika in vraag.

In De familie Golden introduceert u de knotsgekke Jokerpresident. Zo monteert u de politieke actualiteit vrijwel live in de verhaallijn. Wanneer hebt u besloten om hem in het verhaal te integreren?

SALMAN RUSHDIE:Tamelijk laat. Plots kreeg ik het idee: je hebt de echte mensen, op een reële plek, in een reële tijd, die zich met reële problemen bezighouden. Maar zodra je opstijgt naar het niveau van de macht, beland je in een stripverhaal. Een wereld die door groteske figuren geregeerd wordt. Het Jokeridee lag voor de hand. Joker en Trump…

Trump, Engels voor ‘troefkaart’…

RUSHDIE: Het zijn de twee ongewoonste speelkaarten. De Joker is misschien wel het angstwekkendste personage dat ooit bedacht werd. En hij heeft enkele opvallende fysieke kenmerken, zoals een bijzonder bleke huid en een eigenaardig kapsel, dat helaas niet oranje maar groen is. Maar toch.

In de roman zijn die haren wel bedekt door een Ku-Klux-Klankap.

RUSHDIE: Ja, dat leek me voor iedereen herkenbaar. En zo hoefde ik de naam Donald Trump niet te gebruiken.

U hebt de echte Trump ontmoet. Wat vond u van hem?

RUSHDIE: Ik zag hem eens in de opera, toen we allebei La traviata gingen bekijken. Hij was echt heel sympathiek. Hij heeft me zelfs zijn box op de US Open aangeboden. Hij zei op trumpiaanse wijze: ‘U weet dat ik de beste box heb. Mijn box is beter dan alle andere. Als u een keer wilt komen kijken, bent u mijn gast.’ Maar ik ben nooit gegaan.

Uiteraard, u houdt meer van tafeltennis.

RUSHDIE: Ik ga ook heel graag naar tennis kijken, maar toen dacht ik: misschien niet in de box van Donald Trump.

Denkt u dat hij uw nieuwe roman zal lezen?

RUSHDIE: O, ik denk niet dat hij een groot lezer is. Sowieso zou hij zich met belangrijker dingen moeten bezighouden. Hij moet een land regeren, en dat doet hij niet zo bijzonder goed.

Het door de Joker geregeerde Amerika in uw roman lijkt ten dode opgeschreven.

RUSHDIE: Toch eindigt het boek optimistisch, met hoop en liefde. Het zijn duistere tijden, inderdaad, maar ik wilde iets lichts op het einde. Ik heb het gevoel dat er al te veel dystopieën geschreven worden. Zelfs kinderboeken hebben een negatief toekomstbeeld.

Literatuur is geen politiek, maar kan wel politieke gevolgen hebben.

Ook De familie Golden heeft apocalyptische trekken.

RUSHDIE: Ik zie het eerder als een Griekse tragedie. Ik ben in de VS komen wonen, omdat ik van bepaalde dingen heel erg hou. Het is alarmerend en treurig om te zien hoe het Amerika dat ik altijd als een droombeeld in mijn hoofd heb gehad, waarvan ik door boeken en films zo ben beginnen te houden, voor mijn ogen uit elkaar valt en zijn waarde verliest.

In uw roman stort een huis in.

RUSHDIE: Tja, als je een boek noemt naar een huis (Engelse titel: The Golden House, nvdr.) hoort dat erbij. Telkens als er een huis in een boektitel staat, stort het op het einde in. Denk maar aan De ondergang van het huis Usher van Edgar Allan Poe en vele andere boeken.

Het draait in het boek vooral om personages met een twijfelachtige identiteit.

Rushdie: De hoofdpersonages hebben hun identiteit vervalst of uitgewist en vervangen door een andere. Identiteit is tegenwoordig wereldwijd een obsessie.

Hoe geobsedeerd bent u door uw identiteit?

RUSHDIE: Er zijn drie plaatsen die mijn leven bepaald hebben: Bombay, Londen en New York. In al die steden zorgt het identiteitsvraagstuk voor veel spanningen, maar telkens op een heel andere manier. In New York draait het om gender of ras. In Londen is de identiteitsmanie sinds dat brexitgedoe een fantasie over het oude Engeland geworden. Over die roemrijke tijd waar Europa en al die smerige buitenlanders niets mee te maken hebben. In India gaat het over nationale identiteit en authenticiteit. Over religieuze sektariërs, het conflict tussen hindoes en moslims. Elke plek waar ik een deel van mijn leven heb doorgebracht, is gespleten op het vlak van identiteit. Al de verschillende manieren waarop dat gebeurt, komen in mijn roman samen.

Een slachtoffer van die genderbezetenheid is Nero Goldens zoon Dionysus, die een sterke vrouwelijke kant heeft en door de furiën van de eenduidigheid aangespoord wordt tot geslachtsverandering.

RUSHDIE: Eigenlijk hoor ik me daar niet over uit te spreken, omdat ik tot een andere generatie behoor. Maar ik wilde me daardoor niet laten inperken. Ik wilde alles te weten komen over dat complexe thema en over hoe mensen ermee omgaan. Dionysus kan zijn innerlijke crisis niet oplossen. Misschien hebben degenen die hem een geslachtsverandering aangepraat hebben hem niet echt geholpen. Het boek velt daar geen oordeel over.

Meent u dat? De verwarde man wordt door de ideologen van de eenduidigheid, die genderfuriën, uiteindelijk tot zelfmoord gedreven.

RUSHDIE: Niet alleen door de genderfuriën, ook door een soort verwardheid die hij niet aankan. Als een jongetje vroeger graag een roze hemdje droeg en met poppen speelde, werd gezegd: ‘O dat is een kleine homo, die wordt later vast gay.’ En dat was het dan. Nu krijgen de ouders van zo’n jongen de raad om na te denken over een geslachtsverandering. Dat lijkt me een extreme reactie op iets dat misschien geen extreem probleem is. Heel wat auteurs die zich met dat thema hebben beziggehouden, zoals Ian McEwan of Philip Roth, zijn bezweken voor de politieke correctheid.

Een gevaarlijk terrein.

RUSHDIE: Ik heb tegen mezelf gezegd: en wat dan nog? Ik heb ook niet zomaar iets opgeschreven. Ik heb een paar weken doorgebracht bij de transgendercommunity van Bombay. Sommige transgenders waren erg tevreden en met zichzelf in het reine, andere waren erg schuchter, nog andere gewoonweg gestoord. Ik heb ook twee vrienden in New York die een geslachtsverandering hebben laten uitvoeren – de een van man tot vrouw, de ander van vrouw tot man. Zo kon ik me in de situatie van die mensen inleven.

Waarom is dat onderwerp zo geladen?

RUSHDIE: De vraag naar de seksualiteit is voor alle menselijke wezens cruciaal. Als het idee verdwijnt dat er slechts twee geslachten bestaan, dan worden vooral jonge mensen daardoor in beslag genomen. Elke jonge mens houdt zich bezig met de vraag: wie ben ik? En plots wordt die vraag zo vreselijk complex. Dat maakt het zoveel moeilijker om jong te zijn.

Wie is Salman Rushdie?

1947: geboren in Bombay, India.

1960: verhuist naar Engeland. Studeert Geschiedenis aan King’s College in Cambridge. Werkt even voor een reclamebureau, maar begint dan aan een schrijverscarrière.

1981: zijn tweede roman Middernachtskinderen wordt bekroond met de Man Booker Prize.

1989: publiceertDe duivelsverzen, een roman die hem een fatwa en doodsbedreigingen oplevert. Hij moet onderduiken. Onder meer U2-zanger Bono geeft hem een veilig onderkomen.

2007: wordt door koningin Elizabeth II tot ridder geslagen voor zijn bijdrage aan de Britse literatuur.

De familie Golden speelt zich af in het Obamatijdperk. Vandaag leven we in het Trumptijdperk. Wat is er foutgegaan?

Rushdie: Er is niet veel foutgegaan. Het zijn goede jaren geweest.

Het boek lijkt op zijn minst een deel van de schuld bij de liberals te leggen, bij de kunstenaars, de schrijvers en filmmakers.

RUSHDIE: Ik denk niet dat de linkerzijde verantwoordelijk is. Die zelfbeschuldiging is bij de linksen een leidmotief: iemand blaast het World Trade Center op, en Amerika moet de fout bij zichzelf zoeken. Ik denk niet op die manier.

Wat is er dan wél foutgelopen?

RUSHDIE: We moeten aanvaarden dat Hillary Clinton geen goede kandidate was. Ze heeft ook geen goede campagne gevoerd. En dan is er ook nog het thema racisme, dat enorm belangrijk was voor de verkiezingen. Er is een grote groep blanke Amerikanen die nooit heeft kunnen verdragen dat een zwarte man president was geworden. Dat heeft extreemrechts enorm gesterkt. En dan is er nog de angst van blank Amerika voor de bevolkingsontwikkeling. Ze vrezen dat ze binnenkort in de minderheid zullen zijn en de controle over het land zullen verliezen.

Angst gevoed door de statistiek. Terwijl onderzoek en wetenschap bij de rechterzijde het moeilijker te verduren hebben dan ooit.

RUSHDIE: Het geldt momenteel als elitair om kennis te bezitten en in iets gespecialiseerd te zijn. Uit een enquête onder republikeinse kiezers bleek onlangs dat een meerderheid geloofde dat universiteiten slecht zijn voor Amerika, dat ze het land schade toebrengen. Studeren is slecht voor de VS! We leven in een tijd waarin de taal op haar kop wordt gezet. Mensen die fake news verspreiden noemen echte nieuwsberichten fake news.

Verschillende verzinsels gaan met elkaar de concurrentie aan. En schrijvers zijn aan de kant van de verliezers terechtgekomen. Hoe komt dat?

RUSHDIE: De anderen kunnen beter verzinnen. En dat heeft consequenties voor professionele verhalenvertellers zoals ik. Ik heb daarover nagedacht: als de wereld vol is van surrealistische onwaarheden, is het misschien het verkeerde moment om boeken te vullen met nog meer surrealistische onwaarheden. Maar ik heb altijd gehouden van de paradox dat literatuur de plek is om op zoek te gaan naar waarheid. Fictie is de plek waar je naartoe gaat om de waarheid te vinden. Dat heeft de literatuurgeschiedenis uitgewezen. In de Sovjet-Unie zochten mensen schrijvers op om de waarheid te weten te komen, hoewel zij dingen verzonnen – het waren de mensen die beweerden de waarheid te vertellen die alles verzonnen.

Vandaar ook de angst van totalitaire regimes voor literatuur.

RUSHDIE: Inderdaad. Daar gebeurt de andere waarheid. Ik wil toch opmerken dat we hier niet in een totalitaire staat leven. Mensen die zeggen dat Amerika een fascistische staat is geworden helpen ons niet vooruit. We kunnen hier zomaar praten zonder dat iemand ons dat verhindert. Ik kan dit boek schrijven zonder rekening te houden met wat de president ervan denkt. Dat zijn toch allemaal aanwijzingen dat het nog steeds een tamelijk vrije samenleving is.

Juist daarom moet de literatuur haar vrijheid ten volle benutten.

RUSHDIE: Ik geloof niet dat literatuur een zekere functie heeft. Dat je er een zeker doel mee kunt bereiken of zo. Nee. Nee. Nee. Maar – we hadden het over identiteit – literatuur heeft altijd goed beseft dat identiteit iets ingewikkelds is. Dat de aard van het menselijke wezen nooit homogeen is. Iedereen barst van de tegenstrijdigheden. Dat maakt literatuur tot kunst. En in deze tijden waarin we allemaal te horen krijgen dat we onszelf moeten definiëren, duidelijkheid over onszelf moeten verschaffen, kan het helpen om een paar romans te lezen die ons ervan bewust maken dat we ontzettend veelzijdig zijn. Literatuur is geen politiek, maar kan wel politieke gevolgen hebben. Ze kan een portret van de actualiteit neerzetten.

Mij kan het niet schelen of Hitler aardig was voor zijn hond of geen vlees at.

‘Wij waren de monsters die we altijd gevreesd hadden’, staat er in uw roman.

RUSHDIE: Dat is het centrale thema van het boek. Of het mogelijk is tegelijkertijd slecht en goed te zijn. Ik denk dat het antwoord is: blijkbaar wel. Maar goed, mij kan het werkelijk niet schelen of Hitler aardig was voor zijn hond of geen vlees at. In een aantal gevallen is het onevenwicht zo drastisch dat de vraag niet relevant is. Maar de meeste mensen hebben toch evenveel goede als slechte kanten. We hebben allemaal dingen gedaan waar we ons voor schamen en dingen waar we trots op zijn. Ook Nero Golden is een heel dubieuze man. Ik wilde iemand met wie je kunt meevoelen zonder dat je hem zijn misdaden vergeeft.

Is Nero Golden een andere weerspiegeling van Donald Trump?

RUSHDIE: Nee, hij is eerder een echo. Een echo van Trump, een echo van de Joker. De naam Golden is al een lichte verwijzing naar deze vreemde president, en net als hij houdt hij ervan zijn naam op dingen te zien staan. Maar het is geen allegorie van Trump.

De roman is waanzinnig bij de tijd geschreven.

RUSHDIE: De roman zit de actualiteit op de huid en op het einde moest het boek er zo dicht mogelijk bij aansluiten. Telkens als er iets gebeurde, moest de roman opnieuw worden afgesteld. Al heb ik wat racisme betreft niets hoeven aan te passen. Tijdens de verkiezingscampagne was de doos van Pandora al geopend. Al die giftige duivels zijn toen uit de doos gesprongen, en zelfs als Trump niet gewonnen zou hebben, dan was het duidelijk dat ze niet allemaal terug in de doos gestopt konden worden. Onmogelijk.

Wat uw held, de verteller René Unterlinden, het meest verontrust, is de vraag: wie zijn die zestig miljoen mensen die op de Joker hebben gestemd?

RUSHDIE: Ja, dat klopt. Hoewel: in New York kunnen ze iets geruster zijn. Daar heeft een overweldigende meerderheid voor de Democraten gestemd. Maar ik ken in New York ook restaurants die vol Trumpstemmers zitten.

Aha, waar houden die van?

RUSHDIE: Dure dingen. Die restaurants vind je in Midtown, in de rijke buurt. Wanneer je er binnengaat, weet je, zie je gewoon: wat zijn die mensen nu gelukkig!

Nieuwe koningen in het rijk der verzinsels.

RUSHDIE: Klopt. En dan ga je naar andere zaken in Downtown en je ziet meteen: hier heeft Trump geen enkele stem gekregen.

Waarom verwijst uw personage Unterlinden naar de beroemde boulevard in Berlijn?

RUSHDIE: Die naam heb ik gewoon verzonnen. Weet je wat het leukste is aan het telefoonboek van New York? Dat rijke reservoir aan verzonnen namen in deze stad vol verzonnen biografieën. Een stad vol mensen die hun namen gewoon bedacht hebben. Tegenwoordig is het creatiefste terrein dat van de Afro-Amerikaanse namen. Ik bedoel: wie heet nu LeBron? Niemand ter wereld heet LeBron. LeBrons ouders hebben dat verzonnen. LaShanda? Ik lach me te pletter! Op het vlak van Afro-Amerikaanse namen is er een explosie aan surrealistische schoonheid.

Dus moest dit verzonnen land vol verzonnen personen op het einde een president krijgen wiens wereldbeeld op verzinsels berust?

RUSHDIE: Dat denk ik inderdaad. Al wil ik Trump niet het laatste woord geven over waar dit boek over gaat. Momenteel is het helemaal normaal geworden dat Trump met elk thema aan de haal gaat. We praten over eten en we zijn bezig over Trump. We praten over baseball en het gaat alweer over Trump. Elk onderwerp leidt dezer dagen naar Trump. Het wordt echt ergerlijk. Alle wegen leiden naar Trump, en daar verzet ik me tegen.

Inderdaad. Het heeft er zelfs toe geleid dat we het woord fatwa al anderhalf uur niet hebben uitgesproken.

RUSHDIE: O ja, het heeft werkelijk lang geduurd. Het F-woord. Dankjewel. Maar ik heb daarover in mijn autobiografie Joseph Anton ook werkelijk alles gezegd.

Eén vraag is daarover nog niet beantwoord. Is er voor u iets veranderd sinds het lijkt alsof het hele Westen bijna permanent onder terroristische dreiging staat?

RUSHDIE: Ja, maar dat weten de mensen sinds 9/11. Daarna hebben journalisten me gezegd: nu hebben we begrepen waar het om gaat, omdat het ons nu overkomt. Zo is het inderdaad. En het is sindsdien niet beter geworden. We leven in tijden waarin alles met de hoogste snelheid dramatisch kan veranderen. En ja, we kunnen zelfs een gesprek voeren zonder het F-woord te vermelden, dat is toch ook fantastisch! l

De familie Golden door Salman Rushdie, Atlas Contact, 496 blz., 24,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content