Rotterdams wereldfestival peilt naar de poëzie van het protocol

De Vlaamse dichter Paul Bogaert (2e rechts bovenaan) was ook van de partij © GF

Poetry International staat nog tot en met 14 juni in het teken van het protocol. Knacks ceremoniemeester Maarten Dessing was gisteren op de openingsavond.

Het geheel aan vastgelegde regels en afspraken bleek op de openingsavond vloek en zegen tegelijk voor de poëzie. Maar in beide gevallen kan het tot indringende gedichten leiden. Met de traditionele parade van alle uitgenodigde dichters opende gisteren de 45e editie van het meest prestigieuze poëziefestival van de Lage Landen. Uit China, Zuid-Afrika, Zweden en Argentinië waren ze naar Rotterdam gekomen. Maar belangrijker: uit alle hoeken van de poëzie. Van de speelse ironie van de Vlaming Paul Bogaert tot het bezwerende intellectuele spel van de Canadees Adam Dickinson. Of de anekdotische poëzie van de Omani Mohamed Al-Harthy, vol grappige, diepe terzijdes.

Het gedicht als protocol

Thema is dit jaar ‘het protocol’. ‘In rumoerige en onzekere tijden groeit de neiging om menselijke activiteiten te reguleren’, aldus de toelichting van het festival. ‘Het protocol, volgens de Van Dale een geheel van vastgelegde regels en afspraken, is inmiddels tot fetisj uitgegroeid. Protocollen zijn taalbouwsels, net zo goed als gedichten dat zijn, ook al hebben ze ogenschijnlijk niets met elkaar te maken. Of toch? Is het gedicht niet ook een soort protocol? En is een festival dat eigenlijk ook niet?’

Het antwoord op die vraag is natuurlijk ja en nee. Ieder voorgedragen tekst was ook gisterenavond onmiddellijk herkenbaar als gedicht omdat het aan de ‘vastgelegde regels en afspraken’ van poëzie voldeed. In de vorm, hoe afwisselend ook. In de poging het publiek met onverwachte beelden of nooit eerder gebruikte formuleringen te betoveren of tot nadenken aan te zetten – of allebei. Tegelijk zit in het onverwachte en nooit eerder gebruikte iets wat in geen enkel protocol te vatten is.

Muren van taal

Ook Bas Kwakman, directeur van Poetry International, wees op twee aspecten van het protocol. Het zijn ‘muren van taal’ waarachter we wegduiken voor onze verantwoorde-lijkheden. Poëzie ontmaskert die protocollen. Tegelijk zijn dichters dol op het protocol. Het woord alleen al, maar ook het gebiedende karakter en het geritualiseerde karakter spreekt hen aan. Protocollen kunnen zelfs readymades zijn, zoals Alfred Schaffer die de richtlijnen voor wat te doen bij een terroristische aanval tot poëzie verhief.

De door Kwakman uitgekozen dichters illustreerden deze aspecten met vaak fraaie gedichten. ‘Mama Ana Paula schrijft ook poëzie’ van de Chinees Hu Xudong liet zien hoe de vaste afspraak van wat poëzie is, de mogelijkheden van de kunstvorm beperkt. Aan de andere kant gaf het sterk aan vormdwang gebonden gedicht van de Noorse Monica Aasprong de protocollaire mogelijkheden weer. ‘Ik zag een zon’, begon iedere regel. Wat beide bond was de bezwerende kracht van hun voordracht.

Thuisdichter Jules Deelder

Tegelijk was de openingsavond meer dan poëzie over een thema. Na de pauze gaven de Nederlandse dichter Micha Hamel en het Doelenkwartet een poëzieconcert op speciaal gecomponeerde muziek van de Griekse Aspasia Nasopoulou. Spijtig dat Hamel, al deed hij zijn best, een weinig begenadigd voordrager is van zijn vaak even wrange als spotzuchtige gedichten vol tijdloos leed in hedendaagse bewoordingen. De minimalistische muziek had dan ook beter tot haar recht kunnen komen.

Poetry International duurt nog tot en met 14 juni. De Rotterdamse thuisdichter Jules Deelder neemt morgen tijdens zijn leven en werk door. Op donderdag wordt de winnaar van de 25e C. Buddingh’-prijs uitgereikt voor het beste debuut aan Hanneke van Eijken, Maarten van der Graaff, Josse Kok of Hannah van Wieringen. En alle buitenlandse dichters laten nog veel meer van hun werk zien. Anders dan bovengenoemde ‘specials’ zijn die veelal te volgen via een livestream .

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content