Pjeroo Roobjee – Een mismaakt gouvernement

Met Pjeroo Roobjee is het zoals met oude jenever. Je moet ervan houden, en te veel is nooit goed, maar wie ertegen kan, vindt het snel geestig.

Pjeroo Roobjee – Een mismaakt gouvernement

Uitgeverij: Querido

Aantal pagina’s: 338

Prijs: 19,95 euro

ISBN: 978-90-214-3848-1

Ook in zijn jongste roman, Een mismaakt gouvernement, is Roobjee als vanouds scheutig met zijn koppige brouwsel van haast onmogelijk barokke zinnen. Aan alle mogelijke taalregisters, van ouder- tot nieuwerwets, van vulgair tot verheven, onttrekt hij woorden, als waren het kleuren.

Vroeger heette dat experimenteel, maar het vergt vooral ambacht. Te midden van de weelde van zijn talige coloriet schildert Roobjee hier de schrilheid van het leven.

Het verhaal is eenvoudig. Odette Saudemont is een Gentse vrouw van in de zestig die gevlucht is naar Zuid-Frankrijk om te ontsnappen aan een levenslang liefdesverdriet en het miserabele gezin of ‘mismaakt gouvernement’ waarin ze is opgegroeid.

Aanleiding vormt de dood van haar ouders en van haar schone zus Chantal, die getrouwd was met haar eerste en enige liefde, Edwin Mouriau, alias ‘zoete Winnie’, een schelm. Aan een eerste liefde ontkom je echter niet. In Frankrijk ontdekt ze in een boekenstal het exemplaar van Toergenjevs Eerste liefde dat ze Winnie ooit gaf. Hoe komt dat daar? En net als het roken kan ze het niet laten: ze gaat op zoek naar hem, blijft smoorverliefd.

Binnen dat kader ontstaan in de roman twee bewegingen. Een eerste beweging voert terug naar het verleden van Odette en vertelt met veel vijven en zessen haar bonte familiehistorie in een Gentse volkswijk, luid taterend en ruig.

Een tweede volgt Odette op haar queeste langs allerlei fraaie Franse dorpen, in een sliert van ontmoetingen met fantastische figuren die haar steeds dichter bij Winnie brengen, ‘die hier rondzwalkende ransel van een bandiet die nimmer ophield met het breken van mijn hart’. Tot het Odette duizelt, en de verhaallijnen samenkomen.

De stoet van taferelen, afwisselend hilarisch en schrijnend, die uit Roobjees geestrijke woordvloed voortvloeit, is niet makkelijk te lezen. De schriftuur is weerbarstig, dwingt te vertragen. Maar dan wordt ze weer beroezend en besef je dat Roobjees taal het thema spiegelt: het is een escapade die in een queeste verandert, een eerste liefde, een schelmenstreek.

Tom Van Imschoot

Partner Content