Oeuvre James Joyce eindelijk vrij

Zeventig jaar na de dood van James Joyce is zijn werk ondanks de drijverijen van zijn kleinzoon Stephen voorgoed rechtenvrij.

Stephen Joyce, de bijna 80-jarige kleinzoon van de grote Ierse schrijver, heeft als een waakhond de auteursrechten van zijn grootvader beschermd. Maar die rol is nu uitgespeeld.

Op 13 januari 1941 overleed in Zürich de Ierse schrijver James Joyce, auteur van de baanbrekende roman ‘Ulysses’. Nu, zeventig jaar later, slaken heel wat wetenschappers, uitgevers en essayisten een zucht van verlichting. Want nu komt een einde aan een tijdperk, dat velen van hen als een nachtmerrie beschouwden. Na zeventig jaar is het immers eindelijk uit met het rijk van de haast tachtigjarige Stephen Joyce, die vanuit Frankrijk over de auteursrechten van zijn grootvader waakte.

De tussenkomsten van Stephen Joyce zijn meer berucht dan beroemd. Hij vond dat het werk van zijn grootvader geen enkele uitleg behoefde en schold de academici die zijn geschriften interpreteerden dan ook uit voor ratten en luizen die uitgeroeid moesten worden. De kleinzoon ging helemaal op in zijn rol, die erin bestond het oeuvre van zijn vermaarde grootvader ‘zuiver’ te houden en de al te vaak ‘misbruikte’ privésfeer van de familie Joyce van pottenkijkers af te schermen. Iedereen die in de sfeer van de Joyce’s probeerde te dringen, botste op het veto van Stephen Joyce.

Meer dan twintig jaar duurde het voor de zangeres Kate Bush de toelating kreeg om in een van haar songs uit Molly Blooms Ulysses-monoloog te citeren. De Ierse senaat moest in 2004 een uitzonderingswet uitvaardigen toen kleinzoon Stephen ermee dreigde een tentoonstelling met handschriften van James Joyce in de Nationale Bibliotheek te verhinderen. Wel moest Stephen Joyce het onderspit delven tegen Carol Loeb Shloss, een professor van Stanford die met ‘Lucia Joyce: To Dance in the Wake’ een biografie schreef over de krankzinnige dochter van James Joyce. Maar het is niet zeker of Shloss het ook gehaald zou hebben zonder de bijstand van de rechtsfaculteit van haar Amerikaanse universiteit.

Wat de literaire nalatenschap van James Joyce betreft is het tirannieke tijdperk van de kleinzoon, die talrijke brieven van Lucia Joyce en ook een prentkaart van Beckett aan Lucia vernietigde, afgesloten. Weliswaar werd in 1991 het copyright vijftig jaar na de dood van James Joyce enige tijd opgeheven, maar twee jaar later werd het Europese recht ter zake naar Duits voorbeeld geharmoniseerd, met het gevolg dat aan de bescherming van de auteursrechten pas zeventig jaar na de dood van een schrijver een einde komt. In literaire kringen wordt opgelucht ademgehaald. Want nog veel mee dan T.S. Eliots weduwe Valerie Fletcher en Sylvia Plaths weduwnaar Ted Hughes waakte Stephen Joyce over de literaire nalatenschap van James Joyce, die in tegenstelling tot zijn kleinzoon meende dat de ongerijmdheden van zijn werk de professoren honderden jaren zouden bezighouden, wat volgens de schrijver de enige manier was om zijn oeuvre onsterfelijk te maken.

Niettemin blijven er enkele grijze zones bestaan. Sommige manuscripten van James Joyce werden nooit gepubliceerd. De wettelijke positie ervan is onduidelijk. De Nationale Bibliotheek van Ierland bezit de grootste collectie van niet-gepubliceerde Joyce-manuscripten.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content