Natascha Kampusch: autobiografie van 3096 dagen gevangenschap

In ‘3096 Tage’ vertelt de Oostenrijkse Natascha Kampusch over haar lijdensweg. Ze was meer dan 8 jaar de gevangene van een psychopaat. Haar boek verschijnt vandaag.

Bernd Eichinger, producent van de films ‘Der Untergang’ en ‘Der Baader-Meinhof-Komplex’, heeft de filmrechten verworven van ‘3096 Tage’. In dit boek, dat vandaag verschijnt, beschrijft de nu 22-jarige Natascha Kampusch haar lijdensweg. Het Oostenrijkse meisje bracht acht jaar in een kelder door als gevangene van haar ontvoerder, Wolfgang Priklopil. Die laatste wierp zich op 23 augustus 2006, de dag waarop Kampusch ontsnapte, voor een trein. Toen Kampusch dat vernam ging een golf van warmte door haar lichaam, schrijft ze in haar autobiografisch verslag: ‘Het was voorbij. Ik was vrij.’

Tot nog toe kenden we alleen de brokstukken van Kampusch’ verhaal, nu krijgen we de hele geschiedenis. Voor de schrijfster is het een bevrijding. Ze wilde, bijgestaan door twee ghostwriters, eindelijk de hele ballast uitgooien.

In haar boek vertelt Kampusch hoe ze drie keer zelfmoord wilde plegen in de kelder van het huis in het Oostenrijkse Strasshof, waar ze opgesloten zat. Ze vertelt hoe ze door haar ontvoerder werd vernederd en geslagen, maar ook hoe ze zijn aandacht zocht, ‘Mens erger je niet’ met hem speelde en zelfs een nachtkus van hem eiste voor het slapengaan. Stockholm-syndroom? Misschien, maar we mogen niet vergeten dat Kampusch een kind was toen ze in de handen viel van een psychopaat van wie ze zegt dat hij het niet primair op seks had gemunt. In haar boek presenteert ze ook de menselijke kanten van haar beul, zijn verlangen naar ‘liefde, erkenning, warmte. Hij wilde iemand voor wie hij de belangrijkste mens op aarde was’.

Juist om niet al te afhankelijk te worden van haar ontvoerder, noteerde ze op briefjes wat hij haar allemaal aandeed. Telkens als ze de neiging had zijn wreedheden te verdringen, las ze deze notities opnieuw, zodat ze innerlijk afstand bleef bewaren. Haar ontvoerder slaagde er ook in om de buitenwereld aan zijn slachtoffer als een bedreiging voor te stellen, zodat ze het niet waagde te vluchten, zelfs niet als ze de kans daartoe kreeg. Op een dag werden zij en haar ontvoerder tegengehouden door de verkeerspolitie voor een routinecontrole, maar Natascha Kampusch had de moed niet om zich kenbaar te maken. Achteraf kon ze haar verlamming zelf nauwelijks vatten, schrijft ze in ‘3096 Tage’. ‘Alleen al de gedachte aan vluchten was een taboe.’

Dat ze er op 23 augustus 2006 toch in slaagde om weg te rennen, had ze te danken aan haar innerlijke stem: ‘Als je pas gisteren ontvoerd was, dan zou je nu rennen. Je moet je nu gedragen alsof je de dader niet kent. Hij is een vreemde. Loop, loop. Verdomd, loop dan toch!’

Natascha Kampusch wilde niet langer dat ze door derden werd gepsychologiseerd. De gedachte dat ze zelf geen aandeel zou hebben aan het beeld dat anderen zich van haar vormden, vond ze onuitstaanbaar. Velen raakten immers niet wijs uit haar gedrag en uit haar relatie met haar ontvoerder. Daarom schreef ze dit boek, dat een mijlpaal is in haar overlevingsstrategie.

Piet de Moor

Natascha Kampusch, ‘3096 Tage’. Uitgeverij List, 288 blz., 19,95 euro, ISBN-10: 3471350403

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content