‘Na de kater’: slaat het Vlaamse hart nog voor Europa?

© iStock
Ewald Pironet

De tijd dat Vlaanderen een hart had voor Europa is voorbij, schrijft Bart Haeck in Na de kater. Langzaam maar zeker ziet hij bij ons de twijfel groeien: brengt de Unie wel de beloofde beterschap?

Elke week houdt Knack nieuwe non-fictie tegen het licht.

Vlaanderen is lang een uitzondering geweest in ons werelddeel: alleen hier bleef de onvoorwaardelijke liefde voor het Europese project groot. Terwijl in Nederland en Frankrijk, twee andere stichtende landen van de Europese Unie, de bevolking het voorstel voor een Europese grondwet afschoot, in 2005, was er bij ons amper gemor.

Barstte er in Vlaanderen al een discussie over de Unie los, dan werd die telkens weer beslecht met: ‘Het moet van Europa’ – punt. Met hetzelfde argument werden politieke en economische patstellingen doorbroken. Zo waren, in de jaren negentig, de harde besparingen van premier Jean-Luc Dehaene nodig ‘omdat we de euro willen invoeren’. Europa stond bij ons aldoor ‘boven het gewoel’, stelt Bart Haeck vast in Na de kater.

'Na de kater': slaat het Vlaamse hart nog voor Europa?

Dat is al enkele jaren anders. Haeck, die als redacteur van zakenkrant De Tijd de Belgische en Europese politiek volgt, illustreert hoe de constructiefouten en de (il)legitimiteit van Europa ook in Vlaanderen op de agenda zijn beland. Zeker sinds de N-VA zich in 2014 ontpopte als de grootste partij. Haeck citeert voorzitter Bart De Wever: ‘Op een moment dat de impact van de Unie op het dagelijkse leven toeneemt, verliest de burger zijn interesse. De democratische spanning die daaruit voortkomt, is haast ondraaglijk geworden.’

Grote schokken hebben het debat over de tekortkomingen van Europa gevoed. Haeck gaat er uitvoerig op in: de bijna-doodervaring van de euro tijdens de Griekse crisis, de schaamte en angst over de vluchtelingencrisis, de woede over de goedkope Polen die het werk van onze truckchauffeurs en bouwvakkers komen afpakken, de Europese zeggenschap over onze begroting enzovoort. Daarbovenop komt de globalisering en heb je multinationals die zich zo veel mogelijk aan (fiscale) controle trachten te onttrekken. Ontgoocheling en onbehagen zijn het resultaat. De Nobelprijs voor de Vrede, die de EU in 2012 kreeg, heeft dat niet kunnen wegmasseren.

Zakelijk, en overvloedig gedocumenteerd, beschrijft Bart Haeck ‘hoe we ons geloof in de Europese Unie verliezen’, zoals de ondertitel van zijn boek luidt. Het verschijnt uitgerekend op een moment dat het Europese project opnieuw enthousiasme opwekt. Door de brexit en de ‘America first’-politiek van Donald Trump borrelt het besef op dat Europa alleen iets kan betekenen als alle lidstaten de handen ineenslaan. Zelf besluit Haeck: ‘De voordelen van de Europese Unie zijn voor België nog altijd ontelbaar groter dan de nadelen.’ En zo is dat. Maar om alle harten wérkelijk sneller te laten slaan voor Europa, zal meer nodig zijn dan alleen externe dreiging. Uit Na de kater blijkt ten overvloede hoe zwaar die klus zal zijn.

Bart Haeck, Na de kater: hoe we ons geloof in de Europese Unie verliezen, Polis, 255 blz., 19,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content