Michael Lang – The Road To Woodstock

Veertig jaar na Woodstock vertrouwt organisator Michael Lang ons het échte verhaal achter het legendarische festival toe: een verhaal tussen acid trip en egotrip.

Michael Lang – The Road To Woodstock
Uitgeverij: HarperCollins
Aantal pagina’s: 170
ISBN: 978-0061576553

Om het eens met Blackadder te zeggen: zelf waren we in 1969 ‘only a glimpse in the milkman’s eye’. Wij waren er dus niet bij toen veertig jaar geleden een half miljoen hippies – veelal in verre staat van ontkleding – ter hoogte van een wei in Woodstock verzamelen bliezen.

Voor ons en voor de vele nostalgici die er toen wél bij waren of de gebeurtenissen van op een afstand volgden, heeft de organisator van het driedaagse tuinfeest zijn memoires geschreven.

Daarin doet Michael Lang de ontstaansgeschiedenis van Woodstock uit de doeken – jonge snaak van 24 bouwt een uit de hand gelopen feestje – en gunt hij ons een interessante blik achter de schermen van het festival.

Lang neemt ons mee van Miami, waar hij een paar jaar eerder het Miami Pop Festival in de steigers zette, over Wallkill, waar zijn plannen voor een driedaags festival door de plaatselijke bevolking werden weggehoond, naar Bethel, waar hij amper drie weken voor de start van Woodstock het landgoed van zuivelproducent Max Yasgur in bruikleen kreeg.

En behalve over de bikkelharde onderhandelingen met muzikanten en hun managers klapt Lang ook uit de biecht over wat zich tijdens het legendarische weekend in augustus van 1969 achter de coulissen afspeelde. Over de panische angst die Richie Valens overmeestert als hij als eerste artiest het podium op moet.

Over de acid trip van anarchist Abbie Hoffman, die tijdens het optreden van The Who het podium bestormt en er door Pete Townshend hardhandig weer wordt af geflikkerd. En natuurlijk over de tonnen marihuana, coke en lsd die in de backstage worden verzet.

Helaas slaagt Michael Lang er niet in om van dat alles een meeslepend verhaal te maken, doet hij te weinig moeite om de culturele en sociaal-maatschappelijke impact van Woodstock toe te lichten en blijkt hij – zoals wel meer festivalorganisatoren – minstens even egomaan als megalomaan.

Zo slaagt Lang erin om op gezette tijden erg vleiende quotes over zichzelf in zijn boek te smokkelen en laat hij allerlei muzikanten, managers en medewerkers zijn stinkende lof zingen. ‘Een organisatorisch natuurtalent’, laat hij de ene kraaien. ‘Een diplomatiek genie’, buikspreekt een andere.

Kortom: The Road To Woodstock is het soort boek dat we over twintig jaar van Herman Schueremans kunnen verwachten.

Vincent Byloo in Focus Knack

Partner Content