‘Liefde tussen de lijnen’ kleurt buiten de lijntjes

Wie lak had aan kleffe valentijnsromantiek, kon genieten van liefde met een hoek af tijdens het literaire stadsfestival ‘Liefde tussen de lijnen’ in Oostende.

Twee dagen lang bevolkten romanciers, dichters en muzikanten de koningin der badsteden om er een soms bijzonder eigenzinnige ode te brengen aan de liefde. De perfecte liefde, te veel liefde, te weinig liefde, de zoveelste liefde. Geen enkele vorm van liefde bleef gespaard van een microscopisch onderzoek naar haar mysterieuze aard.

De stad Oostende wist met de 9de editie van haar valentijnsprogramma – in samenwerking met kunstencentrum Vrijstaat O. en het Vlaams-Nederlandse Huis deBuren, en met fijne namen als Serge van Duijnhoven, Stefan Hertmans, Kader Abdollah en de man die het laatste woord mocht voeren, Thomas Rosenboom – behoorlijk wat volk te lokken. Dat het weer guur was, maakte het offer dat de bezoekers voor de liefde brachten er alleen maar schoner op. Of was het een voorbode van het soms gure, norse karakter dat sommige schrijvers de liefde toedichtten?

Kurt Van Eeghem, presentator van wat de apotheose van het festival moest zijn in het kunstencentrum Vrijstaat O., vroeg zich luidop af wat al dat volk daar zat te doen op een namiddag die tussen de lakens zou moeten worden gedeeld. Hij was in ieder geval zelf van plan liefde te ontlokken tijdens zijn gesprekken met de dichters van het afsluitende programma. “Ik verander van gedacht”, vertrouwde hij de Nederlandse dichteres Astrid Lampe toe in een uit de hand lopend gesprek over liefde en erotiek. Al geloofde daar natuurlijk niemand iets van.

Het weerhield Lampe er niet van soms te geaffecteerd de zinnelijkheid van de liefde te bezingen met gedichten die bulkten van alliteraties, binnenrijm en assonanties, zoals in het naar ‘Les Liaisons Dangereuses’ verwijzende ‘Valmont’: “Dit dito kamerscherm waarvanachter, waarvanachter ik, waarvanachter ik soepel scharnierend de valmouw van het hemd van valmont zou beschrijven geurig in geuren en kleuren die klokkende lokmouw van het masculiene hemd van hém dus, valmont”.

Wij hadden het meer voor de nuchtere stijl van Ruth Lasters, die zich outte als ervaringsdeskundige in het mislukken van de liefde, maar nu – eindelijk – gelukkig is. Dat betekende echter niet dat de liefdespoëzie die de laureate van de debuutprijs Het Liegend Konijn 2009 bracht een speelse, optimistische wandeling langs het strand was. Wie verzen bedenkt als “Soms zit ik in het park en breek ik in gedachten?eenden die ik in een broodzak aan je geef”, weet dat de liefde soms te dicht op je huid kan zitten.

Al verzorgden ze maar het muzikale intermezzo en gingen hun breekbare songs zelden expliciet en soms helemaal niet over de liefde, toch was het trio Isbells, het hoogtepunt van dit namiddagprogramma. Een voorstelling in Vrijstaat O. bekijk je als publiek met zicht op zee door de grote glaspartijen van het kunstencentrum in de Koninklijke Gaanderijen. En dat uitgestrekte, melancholische zeebeeld past perfect bij de repetitieve, mijmerende rootsmuziek van Isbells, waarin hun ijle driestemmigheid kracht wordt bijgezet door gitaar en banjo, subtiele percussie en een wisselend instrumentarium van zingende zaag, lapsteelgitaar en tuba.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content