Kafka’s brieven openbaar geveild

Het Duitse literatuurarchief heeft geen geld om Kafka’s brieven aan zijn zuster Ottla te kopen. Die worden, totaal onverwacht, in april publiekelijk geveild.

Op 19 april wordt Franz Kafka’s handgeschreven correspondentie met zijn lievelingszuster Ottla per opbod verkocht. Het gaat om 45 brieven, 32 postkaarten en 34 ansichtkaarten die Kafka vanuit Parijs, Weimar en Riva (Garda) aan zijn zuster schreef. Deze 111 stukken, die in het bezit zijn van de kleinkinderen van Ottla, zullen in het Berlijnse veilinghuis Stargardt aan de meestbiedende worden verkocht. Experts verwachten dat de correspondentie niet onder de 800.000 euro weg zal gaan.

Samen met de Bodleian Library in Oxford bezit het Literatuurarchief van Marbach de grootste collectie Kafka-manuscripten. Marbach is niet alleen in het bezit van Kafka’s correspondentie met een aantal vriendinnen van de schrijver (Hedwig Weiler, Greta Bloch), maar sedert 1988 ook van het ‘Process’-manuscript, dat het destijds voor een miljoen pond (of 3,15 miljoen mark) op een Londense veiling kocht.

Maar nu blijkt dat het Literatuurarchief van Marbach in april niet eens mee zal bieden omdat het geen geld heeft. Recent gaf dit gereputeerde Duitse instituut 8 miljoen euro uit aan de aankoop van het Suhrkamp-archief. De kas is leeg.

De correspondentie tussen Franz en Ottla Kafka dreigt daarmee hetzelfde lot te ondergaan als Kafka’s correspondentie met zijn Berlijnse verloofde Felice Bauer: die brieven zijn verdwenen in de privécollectie van de onbekenden die ze op een veiling hebben gekocht. Niemand weet waar die handgeschreven correspondentie zich nu bevindt.

De verkoop van Kafka’s Ottla-brieven is in de kringen van de Duitse Kafka-experts ingeslagen als een bom. Ze zijn erg teleurgesteld, temeer omdat is uitgelekt dat de erfgenamen gedurende lange tijd met Marbach onderhandeld hebben voor ze besloten om hun literaire Kafka-erfdeel in het openbaar te verkopen. Zelfs Ulrich Raulff, de directeur van het Marbach-archief, moet toegeven dat de condities van de kleinkinderen van Ottla erg redelijk waren.

Door de correspondentie tussen Franz en Ottla (Kafka’s jongste zus werd in 1943 in Auschwitz-Birkenau vermoord) weten we hoe intens hun relatie was. De briefwisseling werd voor de eerste keer in 1974 door Klaus Wagenbach en Hartmut Binder uitgegeven. Kafka bewonderde zijn zuster omdat ze als vrouw de moed had haar vrijheid op te eisen en zich te verzetten tegen de tirannieke wil van de vader, met wie Franz voortdurend overhoop lag. Tegenover Ottla speelde Franz nooit theater. De dokter die in 1917 tuberculose bij Franz Kafka diagnosticeerde, probeerde die dodelijke ziekte te bagatelliseren door de term ‘Lungenspitzenkatarrh’ te gebruiken. Maar Kafka, meester in de galgenhumor, schreef toen aan Ottla: ‘Dat is zo’n woord als wanneer je tegen iemand biggetje zegt wanneer je varken bedoelt.’

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content