Julien Schoenaerts komt terug

Julien Schoenaerts © BELGA
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Julien Schoenaerts, een van de meest markantste acteurs uit de naoorlogse periode, herrijst volgend jaar in boekvorm. De auteur Stan Lauryssens wil het boek bovendien omvormen tot monoloog.

De meest markante acteur van de twintigste eeuw uit de Nederlanden, Julien Schoenaerts, herrijst volgend jaar bij monde van Stan Lauryssens uit de dood in boekvorm. De vooral als thrillerschrijver bekend staande auteur wil het boek tegelijkertijd omvormen tot monoloog, waarin de grootmeester zelf zijn verhaal doet.

Momenteel is Stan Lauryssens al aan het peilen of een theater geïnteresseerd is in een productie ervan. Hij vist in theatermiddens naar een acteur die de rol van Schoenaerts, met zijn typisch muzikale fluistertaal, kan spelen. Contact met de erven heeft hij nog niet gehad, verklaarde hij. Dat is volgens de auteur niet nodig, aangezien het niet gaat om een bewerking van een voorstelling van Julien Schoenaerts. Het is een historisch verslag van de woeligste periode uit het leven van de acteur, klinkt het.

Fluitspeler

De reconstructie vangt aan begin 1970 met een productie in de voormalige KNS, nu Toneelhuis, van Koning Jan, met Julien Schoenaerts in de titelrol. Tijdens de repetities ontstaan er wrijvingen tussen een deel van de spelers en Schoenaerts, die de fluitist Cochius heeft meegebracht, om tijdens de werkpauzes ontspannende muziek voor hem te spelen. De KNS-directie verbant de fluitspeler naar de omliggende kroegen. De première verloopt zonder incidenten, maar enkele dagen later richt Schoenaerts zich tot het publiek, om te protesteren tegen wat hem en zijn vriend is aangedaan. De directie zet Schoenaerts aan de deur. Het is het begin van een zwerftocht door theaterland die tot het einde van zijn carrière als acteur zal duren.

Het ontslag leidt tot de beruchte monoloog De apologie van Socrates, die naast de verdedigingsrede van de filosoof moet beschouwd worden als een verantwoording van het gedrag van de acteur. Schoenaerts gaat zo op in zijn apologie dat de stoppen doorslaan. De sluimerende manisch-depressieve psychose breekt door en enkele malen belandt hij in de psychiatrische afdeling van het Antwerps Stuyvenbergziekenhuis.

De zakenman Aimè Proost zorgt ervoor dat Schoenaerts een eigen theater krijgt, namelijk het Ringtheater, tegenwoordig thuisbasis van totaalkunstenaar Jan Fabre. Op de première van de eerste productie, 11 januari 1973, daagt Schoenaerts niet op. De eerste voorstelling van Kasper zal uiteindelijk doorgaan op 24 januari, en groeit uit tot een succes. De strubbelingen tussen de zakenman en de acteur leidt er echter toe dat het theater enkele weken later afbrandt. Schoenaerts is de hoofdverdachte, wordt gearresteerd, maar enkele dagen later vrijgelaten, wegens gebrek aan bewijs. Het dossier verkast naar ‘Oorzaak brand onbekend’.

Juridische dossier

De periode hierboven beschreven is de korte inhoud van de roman met thrillerachtige allures. Lauryssen heeft, naar eigen zeggen, toegang gehad tot het juridisch dossier.

Daarenboven heeft hij met heel wat betrokkenen gesproken die tot nieuwe gegevens hebben geleid. Of blijkt dat Schoenaerts de brandstichter was, iemand anders, of een technisch probleem de oorzaak is, wilde Stan Lauryssen niet zeggen. De onthulling is voorbehouden aan de lezer.

Het boek verschijnt bij Manteau, najaar 2014.

guido lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content