Is dit het Visserke-Vis van Van Ostaijen?

© /
Michiel Leen
Michiel Leen Freelancejournalist

‘Marc groet ’s morgens de dingen’ is misschien wel het bekendste gedicht van Paul Van Ostaijen (1896-1928). Dichter Didi de Paris ontdekte recent een prentkaart die een nieuw licht werpt op de ontstaansgeschiedenis van het gedicht.

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem

ploem ploem

dag stoel naast de tafel

dag brood op de tafel

dag visserke-vis met de pijp

en

dag visserke-vis met de pet

pet en pijp

van het visserke-vis

goeiendag

Daa-ag vis

dag lieve vis

dag klein visselijn mijn

Wie weet hebt u het in de lagere school nog uit het hoofd geleerd, Marc groet ’s morgens de dingen. En misschien hebt u zich ook weleens afgevraagd waar Van Ostaijen die intrigerende beelden vandaan haalde.

Dichter Didi de Paris meent nu de sleutel ontdekt te hebben. Tijdens zijn speurwerk naar de voorlopers van het Dadaïsme, stuitte de dichter op het werk van de Franse dichter Alfred Jarry (1973-19074), de geestelijke vader van het toneelstuk Ubu Roi. Een bevriende verzamelaar toonde hem de catalogus van de veiling 100 Ans de Règne, een tentoonstelling over 100 jaar Ubu Roi in de galerie van de toenmalige Franse tabaksregie SEITA.

In die catalogus vond de Paris een intrigerende postkaart terug, een prentkaart die Jarry en de Belgische kunstschilder (schoonzoon van Félicien Rops) Eugène Demolder opstuurden naar Alfred Valette, de uitgever van het prestigieuze tijdschrift Mercure de France dat Jarry’s werk publiceerde. Op die 1-aprilkaart is een fascinerende afbeelding uit 1902 te zien van een fietsende figuur, half mens, half vis, die een pet draagt en een pijp rookt. Wellicht is de tekst van de hand van Demolder. Jarry tekent rechts onderaan het bekende Ubu-figuurtje, dat een vislijn lijkt vast te houden.

Ziedaar pet en pijp van het visserke-vis, en dag klein visselijn mijn. Is het echt zo eenvoudig?

‘Het kan geen toeval zijn,’ zegt De Paris. ‘Marc groet ’s morgens de dingen is een heel eenvoudig tekstje, en het grootste deel ervan is een letterlijke vertaling van de tekening naar de tekst. Een procédé dat je ook bij Claus tegenkomt. Ik ben vrij zeker van mijn stuk.’

Smoking gun

Alles staat of valt met de vraag of Van Ostaijen de briefkaart ook onder ogen heeft gekregen voordat hij omstreeks 1924 het gedicht schreef. Een echte smoking gun die onomstootbaar aantoont dat Van Ostaijen deze kaart ooit onder ogen heeft gehad, is er niet. ‘Maar vergeet niet dat Van Ostaijen echt wel thuis was in de internationale avant-garde van zijn tijd,’ zegt de Paris. ‘Hij was als een zwart gat dat al die invloeden opzoog. Van Ostaijen onderhield in de vroege jaren ’20 ook contacten met de Nederlandse essayist en uitgever Eddy Du Perron. In 1922 verscheen in Amsterdam de eerste vertaling van Ubu Roi in het Nederlands.Van Ostaijen heeft ook brieven nagelaten waaruit blijkt dat hij Jarry kende.’

Van Ostaijen-kenner Geert Buelens is eerder sceptisch, al sluit hij de these van De Paris ook niet helemaal uit. In een snelle reactie per mail verwijst Buelens naar de gecanoniseerde ontstaansgeschiedenis van de tekst. Veel Van Ostaijen-vorsers gaan ervan uit dat ‘Marc’ in het gedicht het zoontje is van de bevriende schilder Floris Jespers. Het jongetje verzon ’s ochtends met kinderlijke fantasie verhaaltjes bij de schilderijen van zijn vader. Van Ostaijen zou dan op een ochtend zo’n monoloog hebben genoteerd.

1 april?

Buelens’ collega Matthijs De Ridder, een van de bezielers van het Van Ostaijengenootschap, ziet wel iets in de these van De Paris. ‘Als je naar het plaatje kijkt, lijkt er weinig twijfel mogelijk,’ klinkt het. ‘Op dit moment zijn er geen harde bewijzen dat Van Ostaijen de prent onder ogen heeft gehad, maar ook het omgekeerde is niet bewezen. Ook over de Marc Jespers-piste is er immers geen consensus.’

Maar dan nog is voorzichtigheid geboden. Met wat snelle research blijkt De Ridder een handvol rokende, hoed of pet dragende vissen terug te vinden op het internet. In Frankrijk lijken die attributen tot op de dag van vandaag bij de poisson d’avril te horen. ‘Wellicht hebben Jarry en Demolder zo’n onnozele kaart verstuurd voor de grap en er een tekstje en tekening aan toegevoegd,’ zegt De Paris. ‘Van Ostaijen is duidelijk door die prent beïnvloed.’

Doorbraak in de Van Ostaijenstudies of late aprilvis? Believers en non-believers kunnen op 3 december alvast terecht in DEStudio in Antwerpen voor De Paris’ uiteenzetting. De debatten zijn bij deze geopend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content