‘In afwachting van mirakels blijven Palestijnse en Israëlische burgers gegijzeld door Israëls honger naar land en controle’

Een Palestijns jongen wacht achter een hek op de terugkomst van zijn familie naar Gaza. © REUTERS

Brigitte Herremans, medewerker Midden-Oosten bij Broederlijk Delen schreef samen met Ludo Abicht ‘Israël & Palestina: De kaarten op tafel’. Een voorpublicatie: ‘Het huidige vredesproces kan niet tot vrede leiden.’

De staat Israël is een realiteit sinds 1948. Toch voelen veel Israëli’s zich onzeker, alsof hun land elke dag van de kaart geveegd kan worden. Ze leven in een posttraumatische maatschappij waarin de herinnering aan het verleden – het schrikbeeld van de Shoah – nog steeds een grote rol speelt.

Aan de andere kant is er angst voor de toekomst, voor ophanden zijnde aanvallen, bijvoorbeeld vanuit Iran. Die angsten kunnen niet verdwijnen zolang het conflict aanhoudt en Israël zweert bij het recht van de sterkste. Bijna zeventig jaar na zijn oprichting wordt Israël nog steeds gezien als een buitenbeentje op het internationale toneel.

Israëli’s leven in een posttraumatische maatschappij waarin de herinnering aan het verleden nog steeds een grote rol speelt.

Daar heeft het zelf ook schuld aan: het wil deelnemen aan het internationale spel, maar dan wel volgens zijn eigen spelregels. Zo springen de Israëlische autoriteiten creatief om met het internationaal recht om zich zoveel mogelijk te onttrekken aan de verplichtingen die het met zich meebrengt. Het internationaal recht is echter geen lege huls: het is een van de weinige neutrale instrumenten waaraan het gedrag van staten en niet-statelijke actoren kan worden afgetoetst. Het ultieme doel is stabiliteit garanderen en daar heeft ook Israël baat bij. Hoe langer het conflict aanhoudt, hoe groter de veiligheidsrisico’s voor Israël worden. Het Palestijnse geweld kan verder escaleren, Hamas kan opzij geschoven worden door extremere salafistisch-jihadistische groepen, de Palestijnse Autoriteit kan ten val komen: er zijn doemscenario’s bij de vleet.

Mensen oefenen met vierwapens tijdens een opendeurdag van de politie in Ashdod, Israël.
Mensen oefenen met vierwapens tijdens een opendeurdag van de politie in Ashdod, Israël.© REUTERS

In tegenstelling tot wat velen in Israël denken, is de status quo geen oplossing. Of in elk geval geen duurzame. Door het gebrek aan internationale daadkracht blijft de Israëlische regering haar nederzettingenbouw op voeren en Palestijnse gemeenschappen verdrijven. Ze steekt haar plannen niet onder stoelen of banken: de legalisering met terugwerkende kracht van buitenposten en de confiscatie van grote stukken ‘staatsland’ op de Westelijke Jordaanoever, de judaïsering van Oost-Jeruzalem, de blijvende afsluiting van Gaza, de stemmingmakerij tegen de Palestijnse burgers van Israël en de intimidatie van Israëlische mensenrechten- en vredesorganisaties maken deel uit van een systematisch beleid. Israël moet een zo groot mogelijke Joodse staat worden.

In tegenstelling tot wat velen in Israël denken, is de status quo geen oplossing.

Om Israëls plannen te doorgronden volstaat het om de evolutie van de kaarten van 1947 tot vandaag te bekijken. Dit beleid van maximaal landgewin maakt zowel van Palestijnse als van Israëlische burgers slachtoffers van de kaart van Groot-Israël. De Palestijnen om de eenvoudige reden dat ze tot op vandaag worden geconfronteerd met de grillen van een veranderende geografie en het constante verlies van land. De Israëli’s omdat ze gegijzeld worden door beleidsmakers die de droom van een zo groot mogelijk Israël doen uitdraaien op een nachtmerrie voor zijn inwoners.

Door de Palestijnen hun eigen staat te ontzeggen, legde de Israëlische overheid de basis voor een éénstaat-realiteit. Die vergroot Israëls kwetsbaarheid. De opgevoerde aanvallen door individuele Palestijnen sinds oktober 2015 tonen aan dat het Palestijnse geweld niet kan worden onderdrukt door militaire afschrikking. Steeds meer Palestijnen stappen af van het idee van een tweestatenoplossing omdat ze dagelijks ervaren hoe Israël het potentieel voor een Palestijnse staat kapot maakt. Ze keren zich af van de politiek: die van Israël, die van hun eigen leiders en die van de internationale gemeenschap. Desillusie voedt radicalisering.

De Oslo-generatie (geboren in de jaren negentig) heeft nooit iets anders gekend dan nachtelijke invallen, checkpoints, en beperkingen van hun bewegingsvrijheid. Palestijnse jongeren kennen geen Israëlische burgers, Israëli’s associëren ze met soldaten of kolonisten. Vooral bij deze generatie neemt het draagvlak voor geweld tegen Israëli toe.

De Israëlische regering schrijft deze alarmerende ontwikkeling toe aan het feit dat de Palestijnen geen partner voor vrede zijn. De link met de systematische schendingen van het internationaal recht wordt staalhard ontkend. Ontkenning is een van de basisproblemen in dit conflict. Israël kan niet toegeven dat het de Palestijnen in 1948 een grootschalig onrecht heeft aangedaan en dat zijn eigen triomf een ramp voor de Palestijnen betekende. Erkenning zou immers leiden tot de nood aan herstel. Daarnaast erkent Israël nog steeds niet dat de Palestijnen recht hebben op een eigen staat. De simplistische redenering luidt dat de Palestijnen het VN-verdelingsplan van 1947 maar hadden moeten aanvaarden.

Een Palestijnse jongen staat tussen strijders van de 'Popular Resistance Committees' tijdens een militaire parade in Rafah (Gaza).
Een Palestijnse jongen staat tussen strijders van de ‘Popular Resistance Committees’ tijdens een militaire parade in Rafah (Gaza).© REUTERS

Ook aan Palestijnse zijde is ontkenning troef. De meeste Palestijnen weigeren te erkennen dat het Joodse volk recht had op een eigen staat. Omdat het zionisme de Palestijnen een eigen staat ontnam, kan dat recht in hun ogen niet legitiem zijn. Maar hier moet wel een nuance aangebracht worden. Ook al omarmen de Palestijnen het zionisme niet, toch erkende de PLO Israël al in 1988.

Ook de internationale gemeenschap maakt zich schuldig aan ontkenning. Zo vertikken de Verenigde Staten het toe te geven dat ze het conflict voeden met hun onvoorwaardelijke militaire, politieke en diplomatieke steun aan Israël. De Europese Unie weigert het over een andere boeg te gooien en blijft geloven in haar beleid van beloningen, van ‘carrots’ in plaats van ‘sticks’.

De positie van de meeste Europese lidstaten wordt door angst ingegeven.

De kans op verandering op korte termijn is onbestaande. De partijen die hiervoor de sleutels in handen hebben, schatten de prijs voor het aanhoudende conflict minder hoog in dan de prijs voor vrede. De VS, en in mindere mate de EU, geloven dat het, gezien de regionale instabiliteit en het gewicht van de pro-Israëlgroepen, voordeliger is om geen reële druk op Israël uit te oefenen. Israël is een betrouwbare bondgenoot en de relatie biedt politieke, economische en militaire zekerheid. De positie van de meeste Europese lidstaten wordt ook door angst ingegeven. Israël vervreemden, belangengroepen schofferen, is een heel grote sprong met een onzekere uitkomst.

Zelf raakte ik gebeten door het conflict in 1994, toen het Osloproces in volle gang was en ik mijn eerste reis naar Israël maakte. Sindsdien volg ik de belangrijkste gebeurtenissen en evoluties zoals de euforie over het vredesproces, de start van de Palestijnse zelfmoordaanslagen, de Israëlische belegering van Ramallah, de bouw van de Muur en de Gaza-oorlogen. Ik sprak erover met vrienden en collega’s, reisde naar die plekken, luisterde naar talloze verhalen en probeerde me in de situatie van Israëlische en Palestijnse burgers in te leven.

Het donkerste moment, waarop ik besefte dat het vredesproces dood en begraven was, was de eerste Gaza-oorlog van 2008-2009. Het optreden van het Israëlische leger dat grootschalige bombardementen uitvoerde, zware artillerie gebruikte in dichtbevolkte steden en fosforbommen inzette om aanvallen van een niet-statelijke groep tegen te gaan luidde de terugkeer naar de ‘rule of the jungle’ in. Het doel was niet louter vergelding voor de raketaanvallen van Hamas: Israël wilde de burgers van Gaza collectief op de knieën krijgen en probeerde dat te bereiken met de bewuste vernieling van scholen, ziekenhuizen, fabrieken. Het ontnam mensen niet alleen het recht op een normaal leven, maar ook op een toekomst.

Bij elk bezoek aan Gaza hakken de getuigenissen er diep in. Ouders vertellen dat het ergste is dat ze hun kinderen niet kunnen beschermen tijdens de bombardementen. Jongeren halen herinneringen op over hoe ze de bombardementen doorkwamen en over wie het niet overleefde. Bovendien maken Gazanen zich geen illusies: er komt een volgende ronde en die zal waarschijnlijk erger zijn dan de vorige.

Ook was ik geschokt door de zwakke, al te voorzichtige en gebalanceerde internationale reactie in 2008 en opnieuw in 2014. Israël voelt zich gesterkt en weet dat het straffeloosheid geniet. Bij elke nieuwe Palestijnse raketaanval of ontdekking van een aanvalstunnel uit Gaza naar Israël, slaat de angst me om het hart: wordt dit de aanleiding voor de volgende ronde? Het is een allesbehalve hoopvol verhaal.

Maar hoe duister de toekomst er ook uitziet, toch ontbreekt het in Palestina en Israël niet aan hoop. De Amerikaans-Palestijnse schrijver Edward Said verwees in deze context graag naar Antonio Gramsci: “Pessimism of the intellect, optimism of the will”. Palestijnse en Israëlische activisten zijn allesbehalve optimistisch over de situatie op het terrein. Toch verlamt hun klare kijk op Israëls expansiebeleid, het falende internationale optreden en het incompetente Palestijnse leiderschap hen niet in hun dagelijkse strijd tegen onrecht. Ze trekken naar Hebron en de dorpen in de omliggende heuvels om Palestijnen te beschermen tegen kolonistengeweld. Ze toeren de Westoever rond om de nederzettingenbouw en confiscatie van Palestijns land minutieus in kaart te brengen en geïsoleerde gemeenschappen te helpen. Ze trekken naar het Israëlische Hooggerechtshof om basisrechten van Palestijnen af te dwingen en bewegingsvrijheid voor studenten en patiënten te verkrijgen. Ze geven verzoening een invulling door creatieve voorstellen over de verdeling van het land of getuigenissen over gedeeld verdriet. Jammer genoeg kan hun succes niet worden afgemeten aan de oprichting van een Palestijnse staat of een betere bescherming van burgers.

Vrede in Israël en Palestina is geen luchtspiegeling of een onmogelijke droom.

'In afwachting van mirakels blijven Palestijnse en Israëlische burgers gegijzeld door Israëls honger naar land en controle'
© Pelckmans Pro

Concreet leggen deze Israëlische en Palestijnse activisten de echte oorzaken voor het conflict bloot en bieden ze een uitweg. Vrede in Israël en Palestina is geen luchtspiegeling of een onmogelijke droom. De pijnlijke waarheid, die beleidsmakers nog steeds moeilijk onder ogen kunnen zien, is dat het huidige vredesproces niet tot vrede kan leiden. Het Oslo-vredesproces gaf Israël een dekmantel om zijn bezetting op te drijven en zadelde de Palestijnen op met leiders die voornamelijk hun eigen belangen nastreven. Het vredesproces verankerde de ongelijke machtsverhoudingen en leidde de Palestijnen ondanks alle mooie woorden en financiële steun weg van zelfbeschikking.

De tijd tikt. Elke dag creëren de Israëlische autoriteiten en kolonisten nieuwe feiten op het terrein terwijl Europese politici en diplomaten speculeren of een Palestijnse staat nog haalbaar is en hoe Israël aan boord kan worden gehouden. Er is een sense of urgency, maar die is niet groot genoeg om andere recepten voor vrede uit te testen.

Sancties en daadwerkelijke steun voor mechanismen voor gerechtigheid zoals het Internationaal Strafhof zouden nochtans mirakels kunnen verrichten. Ze zouden Israël verplichten om de Palestijnen, en daarmee ook zichzelf, te bevrijden. In afwachting van mirakels blijven Palestijnse en Israëlische burgers gegijzeld door Israëls honger naar land en controle.

Israël & Palestina: De kaarten op tafel door Brigitte herremans en Ludo Abicht is uitgegeven bij Pelckmans Pro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content