‘Ik heb als schrijver al zoveel verloren jaren gekend’ (Filip Rogiers)

Schrijvers blikken terug op 2012. Aflevering 1: Filip Rogiers, winnaar van de Vlaamse Debuutprijs, voelt zich nu officieel een literair auteur.

In ‘prachtige, poëtische taal’ schrijft Filip Rogiers over de ‘soms grote drama’s in een kleine wereld’, oordeelde dit jaar de jury van de Vlaamse Debuutprijs. Hij schrijft in de verhalenbundel ‘Nauwelijks lichaam’ over ‘kleine luyden die subtiel, zijdelings onder de voet worden gelopen door grote problemen’. En: Rogiers ‘blaast het literair wat veronachtzaamde kortverhaal met verve nieuw leven in’.

De debutant nam er begin oktober met nog meer genoegen kennis van dan willekeurig welke andere schrijver die lof krijgt toegezwaaid. Voor de journalist van De Standaard betekende de prijs niets minder dan de ‘officialisering van mijn schrijverschap’.

‘Ik heb me altijd een schrijver geweten,’ zegt Rogiers. ‘Al van voor ik in de journalistiek stapte. Het schrijven komt voor mij ook op de eerste plaats – niet in tijdsbesteding, maar wel in de pikorde. Mensen die mij goed kenden wisten wel dat ik ermee bezig was. Ik publiceerde af en toe ook, in tijdschriften, maar dan leek het alsof het uit de journalistiek voortkwam. Dat was in mijn beleving absoluut niet zo.’

Nu hij zich officieel schrijver durft te noemen, hoopt hij ook dat hij vaker en makkelijker schrijft. ” ‘Nauwelijks lichaam’ was de oogst van vijftien, twintig jaar schrijven. Dat klinkt romantisch, maar dat is het niet. Soms heb ik meer dan een jaar totaal niets geschreven. Ik schrijf traag. Het stempel van goedkeuring dat deze prijs geeft, biedt me hopelijk meer tijd en ruimte voor de literatuur.’

Maar dan twee maanden na de toekenning van de Debuutprijs is dat er nog niet van gekomen. Heel 2012 is eigenlijk onvruchtbaar geweest: tot veel meer dan paar aanzetten, waar hij af en toe een zin aan toevoegde of die hij in zijn geheel weer weggooide, is Rogiers niet gekomen. ‘Ik heb een vrij drukke job’, excuseert hij zich. Een ramp is het ook niet: ‘Ik heb als schrijver al zoveel verloren jaren gekend.’

Zijn baan opzeggen voor het schrijverschap zal hij in ieder geval niet. ‘Ik geloof niet in het geïsoleerde schrijverschap. Mijn werk is voortgevloeid uit de situaties waarin ik als journalist terecht kwam en de mensen die ik heb ontmoet. Ik wil die banden met de maatschappij niet doorsnijden. Ik zal dus naast mijn werk doorschrijven en hopelijk over twee, drie jaar met een nieuw boek komen.’

Behalve de ‘officialisering’ heeft de Debuutprijs Rogiers complimenten van lezers en collega’s opgeleverd, en uitnodigingen voor optredens en interviews. ‘Laatst werd ik in het programma van de Lange Nacht van het Korte verhaal in Turnhout gepropt. Een ongelooflijk cadeau. Ik amuseer me daar goed mee, meer dan met optredens als politiek-maatschappelijk journalist.’

Alleen zijn hoop dat ‘Nauwelijks lichaam’ een tweede leven kreeg, is niet uitgekomen. Aanvankelijk waren er maar 169 exemplaren van de bundel verkocht, onder meer omdat Standaard Boekhandel het niet aanbood. ‘Ik heb geen zicht op de verkoop nu, maar het zou me verwonderen als die plots een steekvlam te zien zou geven. Op de Boekenbeurs heb ik twee keer twee uur gesigneerd en twee keer zeven exemplaren verkocht.’

En wat heeft hij met de prijs gedaan: 6.200 euro en een Montblanc Meisterstück ter waarde van 870 euro? ‘Ik heb een nieuwe bril aangeschaft. Die had ik al een meer dan een jaar nodig. En een mooi kleedje voor mijn geliefde, in Parijs.’ En schrijft hij nu met zijn nieuwe, dure pen? ‘Nee. Ik schrijf op de computer. Een pen gebruik ik alleen om notities te maken als ik op reportage ben. Dan is een bic veel handiger.’

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content