‘Ik ga mezelf en de poëzie niet verraden’ (Charles Ducal)

Charles Ducal, dichter des vaderlands, is alomwezig op Gedichtendag 2015. Hij treedt in Brussel samen op met zijn Nederlandse 'vaderlandse' collega Anne Vegter. © Belga

De commotie rond zijn aanstelling tot dichter des vaderlands heeft Charles Ducal verrast. Knack vroeg hem of hij een gedicht over de Rode Duivels in petto heeft, of over de moeder van alle verkiezingen.

Wie Ducal, de eerste Belgische Dichter des Vaderlands, al bij voorbaat in het monarchistische kamp plaatst, krijgt lik op stuk. ‘Hoe kan men mij nu in ’s hemelsnaam zo etiketteren voor ik ben aangesteld, nog voordat ik één letter heb geschreven en publiek gemaakt? Waar ik sta, zal wel objectief blijken wanneer mijn teksten verschijnen.’

Hoe wordt iemand dichter des vaderlands?

Ik beantwoord waarschijnlijk aan het profiel dat de organisatoren zochten: een dichter die geen al te hermetische poëzie schrijft, en die een zekere maatschappelijke betrokkenheid toont.

Heb u lang moeten nadenken?

Ik heb even bedenktijd gevraagd. Het is niet mijn gewoonte om gedichten te schrijven in opdracht. Anderzijds sloot de vraag goed aan bij waar ik nu als dichter sta. In den beginne schreef ik enkel over erg persoonlijke zaken. Geleidelijk aan werd mijn thematiek breder, en is er een maatschappelijke, sociale problematiek in mijn werk geslopen. Mijn volgende bundel, die in maart verschijnt, heet niet toevallig ‘De Buitendeur’. De poëzie die ik nu schrijf, vormt een buitendeur naar een zo groot mogelijke wereld buiten de poëzie. Pas op, het is niet mijn bedoeling om een ‘sociaal geëngageerde’ dichter te worden. De persoonlijke thematiek heb ik nooit losgelaten. De sociale, maatschappelijke problematiek mag zich daarbij voegen, maar poëzie schrijven om een maatschappelijke boodschap te verkondigen doe ik niet. Daar dient de poëzie niet voor. Maar waarom zou je je niet openstellen voor maatschappelijk onderwerpen als die je zo beroeren dat je er poëzie van kunt maken?

Mijn positie als dichter van het vaderland past in die evolutie. Vanuit poëtisch standpunt vond ik het een echte uitdaging, die ik bovendien met vertrouwen tegemoet zie.

Dichten vóór België of óver België?

Geen van de twee, eigenlijk. Ik ga geen gedichten schrijven om het concept België in de kijker te zetten of om het te verdedigen of er een statement over te maken. Ik ga op zoek naar onderwerpen die alle Belgen aanbelangen. “Arbeid” is er zo een. Iedereen krijgt te maken met de jobproblematiek, werkloosheid, welbevinden op het werk, loonperikelen… Of je nu Waal bent, Vlaming of Duitstalige, die problemen kennen we allemaal. Ik zou ook graag schrijven over de eerste schooldag. Ik ben leraar geweest. Op 1 september staan alle neuzen in het land toch richting schoolpoort.

België beleeft dit jaar enkele belangrijke momenten , zoals het WK voetbal, de moeder aller verkiezingen en herdenkingen van de Eeerste Wereldoorlog… Zit daar een gedicht in?

Absoluut wel, al moet ik er zelf wel iets mee te maken hebben. Ik werk aan een gedicht over de Eerste Wereldoorlog, waarvan ik hoop dat het in de krant kan komen op een van de belangrijke data in de herdenking : Sarajevo, augustus inval in België of 11 november, wapenstilstand. Dat komt er zeker van. Voor de verkiezingen zou ik een goede invalshoek moeten vinden. Ik wil niet iets schrijven dat de indruk geeft dat het wil wegen op de verkiezingsuitslag: pro belgicisme of nationalisme. Het communautaire gedoe vind ik te oppervlakkig voor een gedicht. Ik zou dieper graven, en me afvragen of je verkiezingen nog de sleutel van de democratie kunt noemen. Op het Leuvense Quinten Metsysplein staat een monument voor 6 betogers die neergeschoten werden tijdens een manifestatie voor algemeen enkelvoudig stemrecht in 1902. Is het mogelijk om me in een gedicht af te vragen: is het dit soort verkiezingen waar die mensen destijds voor gestorven zijn?

België is dan wel één land, maar niet één taalgebied. Hoe gaat u die barrière omzeilen?

Mijn teksten worden vertaald door een drietalig collectief en er zijn verschillende activiteiten gepland in samenwerking met Franstalige en Duitstalige dichters en culturele instellingen. Ik stel bij mezelf vast hoe weinig ik eigenlijk weet van de francofone en Duitstalige poëzie in België. Dat neem ik mezelf een beetje kwalijk. Ook vanuit die zelfkritiek wil ik een signaal geven. Eiigenlijk hoort dat toch niet, dat er op literair en cultureel gebied een muur staat tussen de taalgebieden? Is het zo moeilijk om over die muur te geraken?

Dirk van Bastelaere nam uw aanstelling op de korrel. Een van zijn vriendelijker suggesties is de idee van een poet laureate voor het Nederlandse taalgebied. Lijkt u dat wat?

Een dichter voor het hele Nederlandse taalgebied is absoluut toe te juichen, al lijkt het me moeilijk een consensusfiguur te vinden die voor het hele taalgebied spreekt. De ideale oplossing zou een samenwerking kunnen zijn tussen mezelf en Anne Vegter. Dan heb je een dichter die heel Nederland bestrijkt en eentje die heel België voor zijn rekening neemt, en dus ook Vlaanderen. In het andere geval krijg je in Vlaanderen twee dichters: één dichter van België die Vlaanderen in zijn functie incorporeert, en daarnaast een dichter der Nederlanden die enkel bevoegd is voor het Nederlandstalige deel van België, en de anderstalige gebieden afstoot. Dat lijkt me niet ideaal.

Van Bastelaere zegt ook nog: ‘Door de titel te accepteren bekent Ducal zich tot het Belgisch nationalisme en de monarchie’. Voor een vermeende oud-maoïst (dixit Benno Barnard over u) moet dat hard aankomen?

(lacht, en denkt vervolgens diep na) Hoe kan men mij nu in ’s hemelsnaam zo etiketteren voordat ik ben aangesteld, nog voordat ik één letter heb geschreven en publiek gemaakt? Wil men wel weten waar ik sta? Van Bastelaere zet mij al meteen in het paleis, bij de koning, alsof ik op 21 juli de vlag uithang en de Brabançonne ga zingen. Waar ik sta zal wel objectief blijken wanneer mijn teksten verschijnen. Dan zal men wel merken dat ik mezelf en de poëzie niet ga verraden. Ik blijf mijn politieke opvattingen en ideologische visie trouw.

De commotie verbaast me vooral in positieve zin, hoor. Dat opiniestuk in de Standaard, daar heb ik niet van wakker gelegen. Ach, je weet dat er altijd mensen kritiek zullen hebben op een dergelijk initiatief, en dat is ook hun goed recht. Ik had nooit gedacht dat de bekendmaking alleen al zoveel media-aandacht zou krijgen. Plots kreeg ik honderden mails, sprak het hele land erover. Volgens mij hadden ook de organisatoren dat niet verwacht. Ik ben verrast, dat geef ik toe.

Verrast het u dat er zoveel politiek doorklinkt in de reacties op uw aanstelling?

Ik begrijp waar uw vraag vandaag komt, en ze is gewettigd. Impliciet is de aanstelling van de dichter des vaderlands een politiek statement, maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk in een land waarin belangrijke politieke krachten spelen op de tegenstellingen Wallonië – Vlaanderen. Daar kunnen wij toch niet aan doen?

De commotie verrast me toch ook. De initiatiefnemers zijn literaire huizen als Passa Porta, Vonk & Zonen, het Poëziecentrum en Maison de la Poésie. Daarvan kun je toch moeilijk beweren dat zij op de barricaden staan van het communautaire gehakketak? Het initiatief kwam vanuit een literair-culturele bekommernis! De organisatoren en ikzelf zijn niet blind voor de onvermijdelijke politieke implicaties van een dergelijk project. Maar wanneer je in dit land aanstuurt op samenwerking tussen de taalgemeenschappen, en er zijn sectoren die vanuit politieke hoek voordeel hebben bij het bevorderen van de tegenstellingen, dan kunnen wij ons dat toch niet aantrekken? Dat is dan toch hun probleem? Het is niet onze bedoeling om een politiek statement te maken, het is in zekere zin ondanks ons.

Het zou naïef zijn die discussie te omzeilen.

Kijk, voor mij is België een evident gegeven. En ik vind het een rijkdom dat er hier Frans, Duits en Nederlands gesproken wordt binnen één democratie. Maar alleen al door dat tegen jou te zeggen, roep ik bij u waarschijnlijk het vermoeden op dat ik een politiek statement wil maken.

Gaat u tijdens uw ambtstermijn ook een essay aan België wijden, of aan de betekenis van dat dichterschap des vaderlands?

Concrete plannen zijn er niet, maar ik heb erover nagedacht. Na één jaar zou ik een persoonlijke evaluatie kunnen maken van mijn eigen activiteiten en de reacties daarop. Misschien dienen zich wel onderwerpen aan die een plotse, scherpe vraagstelling opwerpen waarover ik niet anders kan dan schrijven. Op dit moment zie ik een dergelijke prikkel nog niet, maar dat kan nog wel komen.

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content