Hugo Claus over Sylvia Kristel en Guy Verhofstadt

Hugo Claus in 1976, met Sylvia Kristel. © ANP

Ongepubliceerde dagboekfragmenten van Hugo Claus laten eindelijk de man achter het masker zien. Enkele uittreksels.

‘De wolken. Uit de geheime laden van Hugo Claus’, heet de bloemlezing die Mark Schaevers uit het verborgen archief van de in 2008 overleden meester maakte en die op 19 mei verschijnt. Natuurlijk heeft Claus het in zijn talloze agenda’s en dagboeken vooral over het schrijven en over andere schrijvers maar ook zijn amoureuze escapades komen hier en daar aan bod.

Schrijversraad aan aspirant-romancier Guy Verhofstadt:
‘Er zit voldoende stof in voor een uitzonderlijk boek. (…) Maar wat ik alvast betreur is dat de ontredderde man die je via incidenten en reflectie zo goed hebt opgeroepen ineens verdwenen is. Althans opgeslorpt is door de politieke betogen. Voor mijn gevoel moet H. een mens van vlees en bloed blijven. (…) Het relaas van de deliberaties tot de dageraad, de giftige portretjes van leidinggevende figuren, dáár hou je de lezer mee in de ban. (…) Je bent al te royaal met adjectieven. Bijvoorbeeld is iemand dociel én onderdanig. Iemand is eenzaam én alleen. Idem met vergelijkingen. Bijvoorbeeld iets is ‘slap als een vod of een zeemlap’. Terwijl ‘slap als een zeemlap’ veel suggestiever is. Denk minder aan veelvoud en meer aan de Code Civil die Stendhal als model zag voor zijn stijl. (…) Dus: kill your darlings!’ (uit een ongedateerde brief aan Guy Verhofstadt die ooit een politieke sleutelroman schreef die hij opstuurde aan Claus voor commentaar. De roman werd nooit gepubliceerd.)

In bed met Sylvia Kristel:‘Midden in de nacht raak ik haar aan. Schrik me rot, zo nat is zij. Schrik en walg. Andere mannen moeten dat appreciëren, denk ik. Ik niet. Waarschijnlijk ook in connotatie met het zaad van een andere man. (…) Aanrakingen bij haar: elektrisch. Ze krijgt aldoor schokjes. Ook als het niet kietelt. ‘Andere vrouwen zouden erom smeken’, zei ik. ‘Je bent elektrisch geladen’, zei zij, ’the man with the touch.’ Ik vrees dat dit dagboek uitsluitend over erotiek of Sylvia gaat, of onze verhouding in details. So what?’ (dagboek 1975)

Amour fou met Kitty Courbois:
‘Iets verder parkeert ze op een landweggetje, zij klimmen, steen en struiken, en blijven bij de weg achter een lage boom. ‘Doe je bril uit. Doe je jas uit.’ Hij trekt haar broek uit, rolt haar trui op, zij ligt met ogen dicht en een lachje. Hij duikt, in een felle zon, de vlekken, de haren op haar lip, en daar de natte polooien, slijm en krullen, die natter worden, zij glijden naar beneden, naar de weg toe, hij weet dat zijn broek langs het gras schuurt, vies wordt, geknield op de kiezels en de keien. Dan, terwijl hij boven zijn gezicht in de heupen, in de buik kneedt, het vertrouwde gegrom, een neusoptrekken bijna. ‘Nu jij’, zegt ze, ‘ik heb geen pil genomen. Je mag kiezen.’ Hij kiest, en kwiek – ziet de gleuf, die drijft nu met het lichtgrijze vlokkerige zaad bedekt – zij wrijft zich met haar broekje schoon en wil meteen weg (zij had kunnen kermen, gillen).'(uit ‘Klachtenboek van de minnaar’, een cahier van een honderdtal bladzijden over zijn reis met actrice Courbois in de Périgord in 1971 en dat later verwerkt werd in ‘Het jaar van de kreeft’.)

Over Louis Paul Boon:‘Louis Paul Boon op bezoek. Als steeds onzeker en gaandeweg vermenselijkend. Toch pose wat literatuur betreft. (…) André vindt dat hij een kruiperig gezicht en stem heeft. Dit is niet zo. Wel onderdanig uit onzekerheid.’ (dagboek 1958)

Schrijven tussen effect en precisie:‘Als ik aarzel, soms voor het woord of het corresponderende binnenrijm of de hitsige klank die effect zullen maken maar bedrieglijk duister of onvolledig en vaag zijn, dan probeer ik toch uit alle macht – nu, niet overdrijven, vaak geef je toe aan het effect, ja, maar waar is de scheiding tussen het leeg effect en de consistentie, muzikaal, van het ding – probeer ik toch het gedicht aan de kant van de precisie te sleuren, en die scheiding, die grens weet je verdomd precies liggen, het belletje gaat wel.’ (dagboek 1968)

Over Harry Mulisch:
‘Ik loop in de buurt van Harry, osmose, altijd veel rechter.’ (dagboek 1968)

Niet geëngageerd: ‘Ik ben geen ‘engagé’ auteur. Ik heb weinig te vertellen over politiek, sociale situaties, filosofie (en als ik het doe is het bijzonder incoherent); vandaar dat heren die wél willen laten weten dat ze hun Sartre gelezen hebben nogal gauw besluiten dat mijn werk een uiting van ‘geestelijke armoede’ zou zijn. Alsof besluiteloosheid, wantrouwen, onverschilligheid niet een even goede voedingsbodem van de intelligentie zouden zijn als politiek enthousiasme, medelijden en statistiekeneruditie. Overigens: wie kan detecteren vindt (als ze die zo graag willen) problemen te over in mijn werk, alleen niet op een schoteltje van een essay of een discussie gepresenteerd, maar inherent aan de materie, gevangen in de optiek al waarmee ik de dingen benader. ‘(aantekeningen interview Vinkenoog 1959)

Mark Schaevers (samensteller) , ‘De wolken. Uit de geheime laden van Hugo Claus’, De Bezige Bij, Amsterdam, 336 blz., 29,90 euro
ISBN 978-90-234-5922-4


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content