Herrie rond Candide-prijs Peter Handke

Peter Handke krijgt de Candide-prijs, maar de financier ligt dwars. Handke bedankt voor het geld en strijkt de eer op.

In 2006 kreeg Peter Handke de Heinrich Heineprijs. Of beter: de Oostenrijkse schrijver had hem moeten krijgen. Maar het college van de stad Düsseldorf, die het gebeuren organiseert en financiert, was het niet eens met het oordeel van de jury. Het college vond dat Handke, die in de Joegoslavische oorlog partij trok voor de Serviërs en voor de Servische dictator Milosevic, de Heineprijs niet waardig was. Nog voor stadscollege en jury tot overeenstemming konden komen, liet Handke weten dat de prijs hem niet meer interesseerde. Handke grijpt graag in in het prijzentheater. Toen hij in 2008 op de longlist voor de prestigieuze Deutsche Buchpreis werd geplaatst, verzocht hij meteen om zijn naam van de lijst te schrappen.

En nu is er weer herrie rond Peter Handke. Aan de basis daarvan ligt Kai Büntemeyer, een ondernemer in Minden, Westfalen. Büntemeyer is een boekbinder die ook geïnteresseerd is in wat zich tussen cover en achterflap bevindt. Hij is de eerste zaakvoerder van de Kolbus AG, die boekbindersmachines produceert. Deze Kolbus AG financiert de Duits-Franse literatuurprijs Candide, die sedert 2007 door de literaire vereniging van Minden en het Franse ministerie van Cultuur wordt uitgereikt. De Candide is 15.000 euro waard.

De vijfkoppige jury kwam op 4 september bijeen en besloot dus de Candide aan Peter Handke toe te kennen. De prijs zou tijdens de Frankfurter Buchmesse op de Candide-stand aan de laureaat worden uitgereikt. Maar boekbinder Kai Büntemeyer liet een dag na de beslissing van de jury weten dat hij het met de onderscheiding van Handke niet eens is en dat hij de geldkraan dichtdraait als de jury op haar beslissing niet terugkomt. Een reden voor zijn optreden weigerde Büntemeyer te geven.

Een van de juryleden, Franziska Augstein, liet daarop weten dat ze bereid was het prijzengeld voor Handke en het honorarium voor de lofredenaar uit eigen zak te betalen. Handke apprecieerde dat gebaar, maar wees het natuurlijk af. Toch was de gedupeerde schrijver geroerd, wat hij liet weten dat hij de prijs ook zonder het geld in ontvangst wilde nemen.

Met zijn recente pamflet ‘Die Geschichte des Dragoljub Milanovic’ zorgde Handke weer eens voor opschudding. Het gaat om het verhaal van de nieuwsdirecteur van de Joegoslavische televisie die in 2002 tot tien jaar veroordeeld werd. In de nacht van 23 april 1999 werd het tv-station RTS in Belgrado door NAVO-bommen vernield. Zestien medewerkers kwamen om het leven. Milanovic werd ervan beschuldigd op de hoogte te zijn geweest van het nakende bombardement en het leven van zijn medewerkers op het spel te hebben gezet. In september 2010 startte Handke een campagne om Milanovic vrij te krijgen. Handke beschuldigt de NAVO ervan een oorlogsmisdaad te hebben gepleegd.

Piet de Moor