Helden van Hendrik Conscience

Ter ere van zijn 200ste verjaardag vindt van 22 april tot 27 mei de tentoonstelling ‘Hendrik Consciencejaar. Helden mijner jeugd’ plaats in de Antwerpse Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

Tweehonderd jaar geleden zorgde Hendrik Conscience (1812-1883) haast op zijn eentje voor een afbouw van het Vlaamse analfabetisme. Conscience, die nota bene in zijn eerste levensjaren bijna de pijp aan Maarten gaf, groeide al tijdens zijn leven uit tot een van de meest prominente auteurs.

Pionier van de Vlaamse verhaalkunst

‘In het Wonderjaer’ (1837) was zijn eerste Vlaamse roman voor mensen die wel ‘Vlaemsch’ konden spreken, maar niet konden lezen. Treffende illustraties bij de tekst konden de lezers attent houden. Zo leerde hij ze dan ook lezen.

Als debutant-schrijver was Conscience echter zeer realistisch. Dat blijkt uit zijn voorwoord: daar schrijft hij onder meer dat het debuut van een schrijver zelden een meesterstuk is.

‘Door de aenmerkingen zyne Lezeren, het gelukken of mislukken zyner eerste voortbrengselen kent hy zyne gebreken – zyne macht of zyne zwakheid. (…) Gy allen die my leest zyt myne rechters, en zult my den moed benemen of vergrooten.’
Ter ere van zijn 200ste verjaardag vindt van 22 april tot 27 mei de tentoonstelling ‘Hendrik Consciencejaar. Helden mijner jeugd’ plaats in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen. Op 22 april gaat de Erfgoedbibliotheek samen met het Letterenhuis op zoek naar de helden in de historische romans van Conscience. Hieronder vindt u alvast een beknopt overzicht van die helden.

Papieren helden van Conscience
Zijn historische romans, niet zelden overkokend van verbale duels en suspense, bulken van de helden. Amper een jaar na zijn eerste roman schreef hij zonder twijfel zijn huzarenstukje: ‘De leeuw van Vlaenderen’ (1838). Het verhaal over de Guldensporenslag maakte hem prompt tot een nog meer gerespecteerd auteur.

Helden van dienst wier naam zelfs onder de jongsten een belletje doet rinkelen, waren Jan Breydel en Pieter De Coninck. De Bruggelingen, een slager en een wever, ontpopten zich tot iconen van het verzet tegen de Fransen. De strijd werd beslecht in de Guldensporenslag (11 juli 1302) in Kortrijk.

Tussen het geweld van patriottisten speelt zich het liefdesverhaal tussen Machteld en ridder Adolf van Nieuwland af. Machteld is de dochter van Robrecht van Béthune, graaf van Vlaanderen of beter bekend als ‘De Leeuw van Vlaenderen’.

Eergevoel

Conscience maakte van de gelegenheid gebruik om het eergevoel van zijn Vlaamse landgenoten aan te zwengelen. Vlak na de onafhankelijkheidsstrijd van België wilde hij hen bewust maken -toepasselijk als u kijkt naar zijn achternaam – van hun nationale identiteit.

Zo’n honderdtal werken heeft Conscience geschreven, waaronder ook ‘Jacob van Artevelde’ (1849), dat handelt over het bewind van de ‘Wijze Man’ zelf. Politieke intriges, ontvoeringen en onderhandelingen zijn legio in het verhaal.

Vlaamse identiteit

Als Gentenaar was Artevelde de geschikte figuur om, opnieuw na de stichting van het jonge België, te fungeren als nationaal symbool. Nationaal, want hoewel Artevelde een Vlaams volksleider was, ondersteunde de Vlaamse identiteit de Belgische staat.

Jacob van Artevelde en De leeuw van Vlaenderen zijn voorbeelden van heldhaftige Vlamingen die strijden voor vrijheid en onafhankelijkheid ten opzichte van iedereen, maar hoe heroïsch was Hendrik Conscience zelf? In de autobiografie ‘Geschiedenis mijner jeugd’ (ca. 1880) doet hij zijn eigen levensverhaal uit de doeken.

Vrijwilliger

Hij was slechts achttien jaar oud toen de Belgische revolutie uitbrak. Hij zag hoe patriotten de Hollanders te lijf gingen. Niet lang daarna schreef Conscience zich in als vrijwilliger bij het leger en botste daar al meteen op protest van zijn medesoldaten, zoals een fragment uit het boek hieronder illustreert:

‘Wat meent die blancbec? Ik wil met geene kinderen ter wacht zijn!’ En mij, onder het lachen der anderen, mijn geweer ontnemende, zeide hij: ‘Ga naar huis, manneken, bij uwe moeder en vraag….. eene borst!’ Zonder iets op deze vernederende scherts te antwoorden, verliet ik het wachthuis met verbroken hart. Hadde ik de stoutheid gehad om tegen den spotter in te gaan en mijn recht ter verdediging van het vaderland te doen gelden, men hadde mij waarschijnlijk geëerbiedigd en gelijk gegeven; doch het lag in mijne inborst, voor den mensch immer te zwichten wanneer hij zich, als persoon, dreigend tegenover mij stelde. (p.77)
Natuurlijk geeft dit geen correct beeld van hoe Consciences karakter zich met de jaren voltrokken heeft, want hij keerde in het fragment terug naar zijn adolescentenjaren.

Wie meer te weten wil komen over zijn papieren helden en zijn leven op papier, is welkom in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience vanaf 22 april. De toegang tot de bibliotheek is gratis.

(SDG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content