Van Marten Toonders’ ‘Heer Bommel’ tot de verstripping van Willem Elsschots ‘Kaas’: een grote zomertentoonstelling toont de evolutie van Matena’s tekenkunsten die vaak iets literairs hadden, zo blijkt.
Van 6 juni tot en met 29 september loopt er in het Haagse Meermanno Museum, vlakbij het Centraal Station, een grote overzichtstentoonstelling die alle facetten van Dick Matena’s literair angehauchte tekenkunst aan de hand van ruim 200 originele tekeningen in beeld brengt.
In dienst van Toonder
Matena begon al op 17-jarige leeftijd bij de Toonder Studio’s. Marten Toonder zette hem in voor zijn eigen dagstrips van Heer Bommel. De eerste strip die Matena onder eigen naam publiceerde, was Polletje Pluim.
In de jaren zeventig maakte hij een carrièreswitch: hij begon realistisch te tekenen, eerst nog voor jeugdbladen, maar al snel voor een volwassen publiek, in tijdschriften als Gummi, Titanic en Comics.
Beeldverhalen van literaire klassiekers
In 1988 begon Matena met bewerkingen van jeugdliteratuur. Hierna richtte hij zich op de literatuur voor volwassenen en vond daarvoor zelfs een nieuw genre uit: een beeldverhaal met daarin de complete tekst van een roman. Als eerste tekende hij op die manier De avonden van Gerard Reve, gevolgd door klassiekers als Kaas en Het dwaallicht van Willem Elsschot en Kort Amerikaans van Jan Wolkers.
Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerd full colour tentoonstellingsmagazine van 160 pagina’s. Prijs: 9,95 euro.
(Bron: Persbericht Meermanno Museum) FH
