Grande dame van de Joods-Poolse literatuur overleden

De schrijfster Ida Fink is deze week in Tel Aviv overleden. Fink is de grande dame van de Joods-Poolse literatuur.

Ida Fink werd 89 jaar. In haar in het Pools geschreven boeken roept ze de wereld van het nationaalsocialisme en de kampen op, bv. in de verhalenbundels ‘Een klein ogenblik’ (BZZTôH, 1985) en in ‘De wederopstanding van de bakker’ (Meulenhoff 1998).

In de laatste bundel herinneren enkele overlevenden zich steeds weer de moord op bakker Weiskranz in het concentratiekamp: de bakker sterft in hun herinnering altijd opnieuw zijn gruwelijke dood, al is het inmiddels 1970.

Fink wachtte lang met debuteren. Ze was in de zestig toen ze haar eerste boek publiceerde. Over die lange wachttijd zei ze eens: ‘Destijds, na de oorlog, wist ik weliswaar meteen dat ik daarover wilde schrijven, maar toch schreef ik vele jaren niet. Of beter: ik schreef zonder te schrijven, want al die belevenissen waren de hele tijd in mij aanwezig. Nu denk ik dat ik op een soort innerlijke distantie heb gewacht.’

Ida Fink studeerde muziek in het Poolse Lwow/Lemberg (nu Lviv, Oekraïne) toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De stad werd eerst door het Rode Leger, daarna door Hitlers troepen onder de voet gelopen. De jaren 1941-42 bracht Fink door in het getto, daarna slaagde ze erin te ontkomen. Na de oorlog vestigde ze zich weer in Polen, maar week in 1957 uit naar Israël. In Yad Vashem verzamelde ze getuigenissen van Holocaust-overlevenden.

Fink hield ervan tijdsprongen in haar verhalen te maken. Iemand maakt een treinreis of gaat een glas drinken en door een of ander detail wordt hij terug in het verleden gekatapulteerd waardoor een tuin en een huis opdoemen die door de oorlog vernietigd zijn.

Haar verhalen zijn flarden en fragmenten, nuchter opgeschreven, epigrammatisch, niet zonder een dosis humor en ironie. Alleen zo kun je op een adequate manier het verleden en traumatische ervaringen oproepen, lijkt Fink te willen zeggen. Fink was ervan overtuigd dat grote woorden gedoemd zijn om te falen.

Autobiografisch is Finks roman ‘De reis’ (Meulenhoff, 1991). Twee Joodse zusters uit Polen reizen onder een valse naam door nazi-Duitsland. Ook hier focust de schrijfster in op allerlei details die duidelijk maken hoe hachelijk deze onderneming is. Als de reis achter de rug is, lijkt het alsof de lezer ontwaakt uit een boze droom die hij met de twee zusters heeft gedeeld.

De Poolse schrijfster Hanna Krall, die in haar verhalen (uitgeverij De Geus) dezelfde onderwerpen thematiseert, is een bewonderaarster van Ida Fink. Krall: ‘Ik ken geen mens die in zichzelf zo veel uit de oude vooroorlogse wereld heeft gered.’

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content