George Orwell achterna

Marco Daane gaat in ‘Het spoor van Orwell’, een boeiende documentaire, op zoek naar de plekken waar de Britse auteur leefde en werkte.

Paradoxen genoeg in het leven van George Orwell. Zo werd de wat eenzame natuurminnaar tijdens zijn korte leven drie keer geconfronteerd met oorlog. Als jongen van een jaar of dertien stond er tijdens de Eerste Wereldoorlog achter zijn school een herstellingskamp voor gewonde soldaten. De pupillen werd gevraagd ze te steunen met lekkers en sigaretten. Een kwart eeuw later vocht hij als vrijwilliger aan de zijde van de republikeinen in Spanje mee tegen Franco. Hij wou er ook bij zijn in de Tweede Wereldoorlog. Maar door zijn zwakke gezondheid werd hij afgekeurd en deed hij dienst in de Home Guard, beroemd geworden als Dad’s Army.

Nog zo’n paradox: ‘Animal Farm’, zijn meesterlijke satire op het communisme van Stalin, schreef hij toen hij in Londen woonde. Boeken als ‘The Road to Wigan Pier’, over de ellendige leefomstandigheden van de mijnwerkers in Noord-Engeland pende hij dan weer neer op het platteland. ‘1984’ kwam grotendeels tot stand op het eenzame Schotse eiland Jura. Nog een paradox? De ongelovige Orwell stelde het op prijs twee keer voor de kerk te trouwen. Ook al een schijnbare tegenstelling: toen hij even leraar was schuwde hij een straf met stokslagen helemaal niet. Terwijl hij zich in Birma als politieman toch bedenkingen maakte over lichamelijk geweld.

Marco Daane, bekend om zijn schrijversverhalen en zijn gelauwerde biografie van Richard Minne, vermeldt het allemaal even terloops maar mooi verspreid over driehonderdvijftig bladzijden, in zijn onderhoudend ‘Het spoor van Orwell’. Hij noemt het werk geen biografie. En dat klopt in die zin dat hij het niet uitputtend heeft over het leven van Orwell. Hij volgt de schrijver van zijn jeugd tot zijn dood, was zelf op de meeste plekken waar hij leefde en werkte. Geen echte bio, wel een alternatief reisverslag. Of een uitgebreide reportage. Maar bovenal een beklijvend verhaal over de briljante man die Orwell was, een van de belangrijkste schrijvers van de vorige eeuw.

Arthur Blair wou altijd al schrijver worden. Zijn pseudoniem moest beginnen met een letter uit het midden van het alfabet. Zo zouden zijn boeken in de winkel op de middelste planken terechtkomen. En beter verkopen. De naam Orwell, hij verwijst naar een riviertje in het oosten van Engeland, werd hem door een vriend aan de hand gedaan. Het leven van Blair/Orwell lijkt wel een permanente verhuizing, met al evenveel beroepen: koloniaal politieman, sjouwer, plongeur (Le Crillon, Parijs), hopplukker, leraar, boekenverkoper, kruidenier, keuterboer. Zijn eerste eigen huisje, een weinig comfortabele vochtige cottage in het dorpje Wallington, had hij toen hij in de dertig was. Hij zou later, bij het begin van de oorlog, naar Londen verhuizen en daarna naar het eenzame Schotse eiland Jura. Armoedige accommodatie blijkt deze zoon uit een bourgeoisgezin altijd aangetrokken te hebben.

‘Het spoor van Orwell’ mag dan geen biografie zijn, het is een boeiende reportage zoals de begaafde, originele en participerende journalist die Orwell ook was, ze zelf graag zou hebben gelezen. Het verhaal van een pragmatisch en kritisch man die aan de kant van de arbeiders stond, maar ook zijn bedenkingen had. Een socialist die zich kantte tegen de socialistische dogma’s, een humanist die even goed over zijn angst voor een dictatuur kon schrijven als over de ideale Britse pub. ‘Our job is to make life worth living on this earth, which is the only earth we have,’ is de titel van het laatste en twintigste deel van zijn verzameld werk. Het komt uit een essay over Ghandi dat hij schreef kort voor hij aan een tuberculeuze bloeding stierf. Orwell was 47.

Fred Braeckman

Marco Daane, Het spoor van Orwell, Atlas, 24,95 euro. ISBN 978-90-450-8348-3

Partner Content