‘Gainsbourg’ van Rudolf Hecke: fanmail met beeldige foto’s

Rudolf Hecke wou een bio maken over zijn idool Serge Gainsbourg maar spreekt te pas en te onpas over zichzelf. Gelukkig zijn er de schitterende foto’s van Herman Selleslags.

Met ‘Gainsbourg’ wil muzikant, studiobaas en biograaf Rudolf Hecke het eerste Nederlandstalige boekwerk over le beau Serge schrijven. De frequente uitstapjes naar Heckes eigen verleden moet je er als lezer bij nemen. De beelden uit het archief van fotograaf Herman Selleslags maken echter veel goed.

Het eerste originele Nederlandstalige boek over Serge Gainsbourg schrijven. Met die forse ambitie begon Rudolf Hecke aan zijn biografie van Frankrijks controversieelste chansonnier. Hecke is een overlever in de Belgische rockscene, baat een opnamestudio uit en is bovenal een levenslange Gainsbourgadept. Ongeveer twintig jaar na de dood van zijn grote idool vond Hecke de tijd rijp om diens levensverhaal te serveren met een persoonlijke, “Belgische” twist. Een voorwoord van Tom Barman en Rick De Leeuw moet die ambitie mee in de verf zetten.

Niet dat er over Gainsbourg nog niets te lezen valt, integendeel. Biografieën, stripverhalen en tekstbundels bij de vleet. Wie echt àlles wilt weten, kan bijvoorbeeld terecht bij “Gainsbourg” van de Belgische journalist Gilles Verlant, een standaardwerk ter grootte van een fikse baksteen (en op sommige plaatsen minstens even onverteerbaar.) Tegenover Verlants encyclopedische geraas, stelt Hecke zijn persoonlijke, verhalende aanpak.

Het verhaal begint dan ook niet in Parijs, maar in … Veltem-Beisem. Daar leert de jonge Rudolf Gainsbourgs muziek kennen via ‘Je t’aime, moi non plus’.Het begin van een levenslange idolatrie, die Hecke in zijn eerste hoofdstuk breed uitsmeert. Pas na een slordige 25 pagina’s komt de eigenlijke biografie uit de startblokken; het verhaal van het Joods-Russische jongetje Lucien Ginsburg dat tijdens de Tweede Wereldoorlog enkel keren aan de dood ontsnapt, zich in de jaren ’50 ontpopt tot chansonnier en in de decennia daarna van het ene succès de scandale naar het andere stuitert, om in 1991 de Gitane aan Maarten te geven. Hecke schrijft met vaart, al moet je een pak vreemde stijlbloempjes op de koop toe nemen.

Te pas en te onpas belandt de lezer ook weer in Veltem-Beisem. Immers, speelde Gainsbourg als kind met chromoplaatjes van wielrenners, dan deed Rudolf dat ook. Passeert er een anekdote waarbij de jonge Gainsbourg op een taartje wordt getrakteerd, dan bezorgt het Hecke een flashback naar de zondagmiddagen met zijn moeder in een Leuvense patisserie En wanneer de familie Gainsbourg tijdens de oorlogsjaren maar net aan arrestatie door de nazi’s ontsnapt, doet het Hecke voorwaar denken aan die keer dat hij en een kameraad bijna door de flikken werden gevat met een handjevol drugs. IJselijk misplaatst.

Het lijkt erop dat Hecke op die manier een sfeertje van ‘Serge – en – ik’ wil oproepen. Hoog gemikt, want volgens het boek hebben Hecke en Gainsbourg elkaar slechts één keer “ontmoet,” door backstage bijna tegen elkaar op te botsen in Vorst Nationaal. Meer is het niet. Ook het fotokatern in het midden van het boek doet wat vreemd aan. Foto’s van een jonge Rudolf Hecke bij Gainsbourgs graf. Rudolf en zijn hele gezin, jaren later, bij Gainsbourgs huis… De bedevaarder wint het van de biograaf. Of moet het levensverhaal van het idool vooral dienen om straffe anekdotes uit het eigen bestaan te mogen opdissen?

De fotokaternen beperken zich gelukkig niet tot het familiealbum van de biograaf. Fotograaf Herman Selleslags legde Gainsbourg Belgische doortochten vast op de gevoelige plaat. De oudste foto’s tonen Gainsbourg in 1970. Hij is dan op het toppunt van zijn dandyperiode, met Jane Birkin aan zijn zijde, in de nasleep van ‘Je t’aime moi non plus’ en op weg naar de legendarische conceptplaat ‘Histoire De Melody Nelson’. Latere foto’s tonen vooral Gainsbarre, Gainsbourgs kettingrokende en benevelde alter ego uit de jaren ’80. Van de sarcastische dandy is op deze foto’s niets meer te merken. De beelden van Gainsbourg en zijn toenmalige vriendin, het uitgemergelde fotomodel -annex- junkie Caroline “Bambou” Von Paulus, doen geforceerd aan en tonen vooral het pijnlijke verval van een visionaire muzikant die zich klemgezet weet door zijn eigen demonen.

De hoofdstukken over de Belgische doortochten van Gainsbourg zijn sowieso de sterkste in het hele boek. België was een vaste halte tijdens het merendeel van Gainsbourgs tournees, en enkele kroongetuigen van toen worden uitgebreid aan het woord gelaten , van VRT-producer Jan Schoukens tot acteur François Beukelaers. Hier komt het originele karakter van Heckes boek het sterkst uit de verf. Elders speelt ongebreideld enthousiasme de biograaf net iets te veel parten.

Michiel Leen

Rudolf Hecke,’ Gainsbourg’, EPO, 319 blz., 24,50 euro ISBN 978 94 91297 32 8

Partner Content