Elfriede Jelinek – De contracten van de koopman

De contracten van de koopman: zou dat geen Shakespearedrama kunnen zijn? Maar nee, het is de titel van een zwarte komedie over de economie geschreven door Elfriede Jelinek.

Elfriede Jelinek – De contracten van de koopman

Vertaald door Inge Arteel

Uitgeverij: Querido

Aantal pagina’s: 151

Prijs: 18,95 euro

ISBN: 978-90-214-3839-9

De contracten van de koopman: zou dat geen Shakespearedrama kunnen zijn? Maar nee, het is de titel van een zwarte komedie over de economie geschreven door Elfriede Jelinek.

De contracten van de koopman: zou dat geen Shakespearedrama kunnen zijn? Maar nee, het is de titel van een zwarte komedie over de economie. Ze werd net voor de crash van vorig geschreven door Elfriede Jelinek, Oostenrijkse Nobelprijswinnares 2004.

In haar stuk ziet de kleine belegger zich als mini-Shylocks in een lachspiegel staan, al blijft het lachen hem en ons in de keel steken. De gedupeerde belegger moordt zijn gezin uit (‘doel: de totale uitroeiing’), al is het atypisch dat hij daarna niet de hand aan zichzelf slaat. Dat komt hem op een reprimande van de een of andere engel der gerechtigheid te staan: ‘Waarom spaart u eigenlijk uw eigen leven, nu u toch uw geliefden doodsloeg om wie u nu moet treuren?’

Cynisme en sarcasme zijn dus troef in deze ‘komedie’, waarin bankinstellingen en beleggingsfondsen glijdende namen hebben en dus nogal wat overeenkomsten vertonen met reptielen waarop niemand greep heeft, ook al beweren ze allemaal te handelen in overeenstemming met de fameuze Europese waarden.

In De contracten van de koopman zien we weer eens de grote woordkunstenares Elfriede Jelinek aan het werk. De taal is het magische maquis vanwaaruit haar verbale machinegeweer ratelt en doel treft tot op de eilanden waar het kleinebeleggersgeld nu voor de bank werkt.

Want dat geld is ‘foetsie’, het ligt nu in de zon op Guernsey of Aruba, waar het zich met rente insmeert: ‘Nee, we kunnen u uw geld niet teruggeven, ziet u, het is hier met vakantie, eindelijk vakantie, op het eiland, waarom zou het naar u terug willen?’

Deze sublieme en virtuoze tekst houdt het midden tussen een tirade en een litanie. De repetitieve natuur ervan brengt je in trance. Aan tegenspraken ontbreekt het niet, maar wat de essentie betreft, valt nauwelijks iets tegen dit demasqué van de hebzucht in te brengen.

Zo troost de bank die nu Hercules heet de kleine belegger: ‘Uw kapitaal hebben wij opgestookt, het was heel klein, het heeft niet lang gebrand maar het heeft ons toch verwarmd.’

Piet de Moor

Partner Content