Eenzame wolf Rudolf Lorenzen wordt 90

Rudolf Lorenzen is de meest onderschatte Duitse schrijver. Ten onrechte, aldus Piet de Moor, en hij legt uit waarom.

Zijn erkenning kwam (te) laat. Maar Lorenzen, die zondag 5 februari negentig wordt, geniet inmiddels meer waardering dan heel wat Duitse schrijvers die na de oorlog de toon aangaven, maar nu vergeten zijn.

Eerst de Hitlerjugend, dan de dansschool en vervolgens het oostfront. Zo zag het jonge leven eruit van de grote Duitse schrijver Rudolf Lorenzen, die negentig wordt. Dat leven was de grondstof voor Lorenzens ‘Allesbehalve een held’, een weergaloze roman die vijf jaar geleden met een vertraging van bijna vijftig jaar in het Nederlands bij De Arbeiderspers verscheen.

Dat ‘Allesbehalve een held’ (1959) ondanks de gedetailleerde schilderingen van het harde leven aan het oostfront in het naoorlogse Duitsland geen succes werd, wijt Rudolf Lorenzen vooral aan de toedracht dat hij de Russen minder wreed afschilderde dan gebruikelijk was, wat zijn landgenoten helemaal niet aanstond. Ook dat hij in zijn roman afrekende met het sprookje van de goede en zuivere Duitse Wehrmacht die geen enkele Russische burger een haar zou hebben gekrenkt, leverde hem in West-Duitsland maar weinig sympathie op. Verder ontbrak het de roman aan het pathos en het gemoraliseer dat de Duitse literatuur van de jaren vijftig obligaat kleurde.

‘Allesbehalve een held’ is een documentaire roman waarin de sarcast Lorenzen vertelt hoe de Russische militairen het sterftecijfer onder de Duitse krijgsgevangenen inventariseren. Het aantal Duitse lijken wordt geteld. De dode lichamen worden één voor één genummerd voordat ze worden afgevoerd. Lorenzen beschrijft waarheidsgetrouw hoe dat karwei wordt uitgevoerd door een Duitse gevangene die op de buik van de doden knielt en met aardbruine verf een getal van vier cijfers op hun borst schildert. De ‘schilder’ mengt die aardkleurige verf op de buik van een dode, wiens navel hij als verfpotje gebruikt. De inhoud van zo één ‘napje’ is precies genoeg voor het aanbrengen van de cijfers op de huid van vier lijken.

Net toen Lorenzen na de oorlog uitzicht op een lonende beroepscarrière als reclameman begon te krijgen, brak hij met het bediendebestaan en vestigde hij zich in 1955 als zelfstandig schrijver in Berlijn. Lorenzen: ‘Ik haatte het bedrog en de corruptie waarmee ik in het bedrijfje waarvoor ik als reclameman werkte het Duitse Wirtschaftswunder vorm zag aannemen. Die haat reageerde ik later af in een satirische roman waaraan ik de titel “De beurzensnijders” gaf.’

Lorenzens lijzige manier van vertellen en zijn onopgesmukte, franjeloze stijl nam de historicus en latere Hitler-biograaf Sebastian Haffner destijds in voor ‘Allesbehalve een held’. Haffner stak de loftrompet over het boek. Rudolf Lorenzen: ‘Helaas was Haffner nog niet beroemd toen hij mijn roman in 1965 prees. Destijds heeft Haffner me gezegd dat hij me als “de meester van de droevige liefdesgeschiedenis” bewonderde. Ik was erg blij met dat compliment. In mijn treurige verhalen is er inderdaad geen plaats voor liefde of geluk.’

Omdat hij als romancier niet doorbrak, schreef Lorenzen vooral stukken voor wat in de Duitse pers het ‘feuilleton’ heet, de culturele bladzijden van de krant. Maar het echte schrijverschap liet hem niet los. Begin jaren negentig publiceerde hij het tolstoiaanse ‘Cake Walk’, een lijvige anarchistenroman die zich afspeelt in het zomerse Barcelona van 1909. ‘Ik wilde eindelijk voorgoed van mijn autobiografie verlost zijn,’ zo motiveert de schrijver zijn keuze voor het onderwerp, ‘vandaar dat ik een historisch fresco borstelde waarin Duitsland niet voorkomt, behalve op die ene bladzijde waarop een Amerikaanse journaliste een bezoek aan Bismarck brengt.’

Inmiddels publiceerde Lorenzen vorig jaar bij Verbrecher Verlag in Berlijn de roman ‘Ohne Liebe geht es auch’. In zijn woning in de Berlijnse Nürnberger Strasse, bijgestaan door zijn derde vrouw Bettina, werkt de jazzfanaat (zie zijn ‘Rhythmen, die die Welt bewegten’, 2010) onverdroten aan zijn volgende roman. Lorenzen was altijd een eenzame wolf. Hij wilde nergens bij horen. Gevraagd naar de kern van zijn werk, zegt hij: ‘Alle mensen maken zich illusies, dat is mijn thema.’

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content