Deutsche Buchprijswinnares Melinda Nadj Abonji

Deutsche Buchprijswinnares Melinda Nadj Abonji thematiseert de ongemakken van de emigratie.

Melinda Nadj Abonji (°1968) was tot voor kort ook in Duitsland een onbekende schrijfster. Nu wordt dat anders. De winnares van de Deutsche Buchpreis komt uit de Servische provincie Vojvodina. Haar moedertaal is Hongaars, ze schrijft in het Duits en woont in Zwitserland.

In een gesprek met de Duitse krant ‘Die Welt’ zegt de kersverse winnares van de Deutsche Buchpreis, Melinda Nadj Abonji, welke gevoelens haar na deze onderscheiding bezielen. Ze vertelt blij te zijn dat de jury niet bang was om een onbekende te bekronen. Abonji, die de prijs kreeg voor haar roman ‘Tauben fliegen auf’ (‘Duiven vliegen op’), komt uit de Servische provincie Vojvodina. Haar moedertaal is Hongaars. Ze woont in Zwitserland en schrijft in het Duits. Op deze laureaat heeft het verwijt geen vat dat jury’s altijd zichzelf bekronen door geen risico’s te nemen en alleen kandidaten te lauweren die al in de belangstelling staan.

In ‘Tauben fliegen auf’ thematiseert Abonji de inspanningen en de pijn waarmee emigratie gepaard gaat. Abonji zelf kent dat onderwerp maar al te goed. Ze was maar vier jaar toen ze met haar ouders naar Zwitserland emigreerde. Toen sprak ze nog geen woord Duits. In de roman wordt verteld hoe de Kocsis, een uit Servië (Vojvodina) naar Zwitserland geïmmigreerde gezin, zich inspant om te integreren. Ze haasten zich om Duits, de nieuwe taal, te leren. Ze werken zich op, eerst in een wasserij, daarna in de gastronomie aan de oevers van de chique Zürichsee. Ze offeren alles voor hun integratie op, ook zichzelf: ze passen zich aan tot ze ervan omvallen. Het eerste gebod luidt: niet opvallen.. Dat leidt uiteraard tot pijnlijk overaanpassingsgedrag. Het adagio van de ouders in de roman is: ‘We hebben hier nog geen menselijk lot, we moeten het eerst nog verwerven.’ De ouders krijgen vooral van hun dochter Ildiko het verwijt te slikken dat ze zich vernederen omdat ze zich zelfs niet tegen de platste xenofobie verzetten.

Ook in het werkelijke leven staat Melinda Nadj Abonji op gespannen voet met Zwitserland. ‘De verworvenheden van de racismeconventie worden door de rechts-burgerlijke krachten uitgehold, maar ook bij de andere politieke groeperingen is het niet veel anders,’ aldus de schrijfster in een gesprek met ‘Die Welt’.

Melinda Nadj Abonji zegt dat ze haar roman geschreven heeft om de vicieuze cirkel van zwijgen en overaanpassing te doorbreken. Ondanks de bittere toon heeft haar verhaal ook veel humor. De auteur probeert vanuit het innerlijk van haar personages te schrijven. Ze betreurt het verlies van haar moedertaal, iets wat bij haar tot grote onzekerheid leidde: ‘Ik interesseer me voor personages die aan de periferie leven. In mijn kleinere teksten gaat het vaak om het absurde, en ik probeer tot aan de randen van de samenleving te gaan. Mij interesseert wat van de norm afwijkt. Ik observeer dat met melancholische belangstelling.’

Melinda Nadj Abonji schrijft zeer talig. Het mag volgens haar bij het schrijven niet alleen om het verhaal gaan. Ze leest zelf veel en geeft de voorkeur van Heinrich von Kleist en W.G. Sebald. Tot haar eigen irritatie kwam ze via de omweg van de Duitse letteren tot de Oost-Europese literatuur en ontdekte zo het prachtige werk van de Servische schrijver Danilo Kis en de Hongaarse Nobelprijswinnaar Imre Kertész.

De bekroning van Abonji is ook een opsteker voor alle kleine uitgevers, aldus Jochen Jung, de uitgever van de laureate. De Oostenrijkse uitgeverij gaf ‘Tauben fliegen auf’ uit op 1500 exemplaren, eerste oplage. Intussen is er, amper een week na de onderscheiding, al een vierde druk van de bekroonde roman. De oplage bedraagt inmiddels zowat 100.000 exemplaren.

Piet de Moor

‘Tauben fliegen auf’, Melinda Nadj Abonji, uitgeverij Jung und Jung, Salzburg, 304 blz., 22,00 euro, ISBN 390-24-9778-5.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content