De toppers 2012: Duitse literatuur

Geen twijfel mogelijk: voor de literaire kritiek was ‘In tijden van afnemend licht’ van Eugen Ruge dé Duitse roman van het afgelopen jaar.

Debutant Eugen Ruge verraste vriend en vijand met zijn eerste DDR-roman, maar ook Julia Franck, Martin Mosebach, Kristof Magnusson en Andrea Hanna Hünniger schreven beklijvende romans.

Imploderende staat ‘In tijden van afnemend licht’ is een meesterlijke roman van de late debutant Eugen Ruge (°1954). De titel is een metafoor voor de neergang van de communistische utopie, verhaald aan de hand van vier generaties die de slijtage van de egalitaire denkbeelden in de DDR belichamen. Vooral Oost-Duitse jongeren raken alsmaar meer verstrikt in de contradicties van de autoritaire staat, die uiteindelijk in 1989 implodeert. Het is een unieke ervaring om in deze magistrale roman ondergedompeld te worden in de nu eens tragikomische, dan weer repressieve sfeer waaronder hoofd- en handarbeiders in de DDR gebukt gaan.

Groteske zedenschets In de roman ‘Het onvermijdelijke toeval’ van Martin Mosebach (°1951) werpen we een blik achter de coulissen van de Hopstens, een rijk en schijnbaar zorgeloos Frankfurts gezin dat zijn deuren voor een select publiek opengooit. De komst van Joseph Salam, een louche Libanese zakenman met Weens accent, initieert een ontbindingsproces dat al in het milieu besloten ligt. Salam gedraagt zich als een ongeleid seksueel projectiel, en veroorzaakt zo een algemene ontregeling van de maatschappelijke en emotionele relaties die bij de ouverture van de roman nog vrij stabiel leken. Een geslaagde, groteske zedenschets.

Gelukkig falen
Jasper Lüdemann is een jonge Duitse trader die ondanks (of juist dankzij) zijn overmoed een carrièresprong maakt bij een Amerikaanse bank. Bij zijn pogingen om een ongeoorloofde winst weer onzichtbaar te maken, verliest Lüdemann echter zijn koelbloedigheid. ‘Ik was het niet’ is een met bravoure geschreven vaudevilleachtige satire van Kristof Magnusson (°1976). Het verhaal wemelt van de coïncidenties en misverstanden, die ervoor zorgen dat de drie ‘helden’ elkaar uiteindelijk in gelouterde omstandigheden kunnen ontmoeten. De boodschap van Magnussons ingenieus opgebouwde en knap geschreven roman over de macht van geld en prestige zou kunnen zijn dat falen niet altijd een ongeluk hoeft te zijn.

Psyche van een idealist
In de roman ‘Rug een rug’ heeft Julia Franck (°1970) het personage van de beeldhouwster Käthe naar haar grootmoeder Ingeborg Hunzinger gemodelleerd. Käthe is een alleenstaande moeder en een communiste die na de oprichting van de stalinistische Oost-Duitse staat DDR zozeer in haar kunst en haar bekommernis om het lot van de mensheid opgaat, dat ze haar eigen kroost schromelijk verwaarloost. Haar kinderen zoeken troost bij elkaar, zolang ze daartoe in staat zijn. Minder geslaagd dan Middagvrouw, waarvoor Franck in 2007 de prestigieuze Deutsche Buchpreis kreeg, geeft Rug een rug via de bellettrie toch een pregnante blik in de psyche van een van de talloze Duitse antifascisten die na de oorlog met de beste bedoelingen een nieuwe totalitaire staat in de steigers zetten.

Overlevende van een fantoomland
De jonge Duitse auteur Andrea Hanna Hünniger (°1984) beschrijft in ‘Het Paradijs – Opgroeien na de val van de Muur’ soms pakkend de ontreddering van jonge mensen die in Oost-Duitsland geboren maar niet helemaal getogen zijn. Na de val van de Muur weten ze zich slechts met moeite te positioneren in het nieuwe, verenigde Duitsland: ‘Terwijl we hier de vreemdelingen en onwetenden zijn, worden we Oost-Duitsers zodra we Oost-Duitsland verlaten.’ Hünniger heeft het gevoel dat ze als tweeslachtig wezen op een verloren post staat. Ze is vervreemd van ouders en leraren, die ze sukkels vindt, omdat ze in die onzin van de DDR geloofden. Vandaar dat Hünniger nu leeft in een sfeer van een ‘omvangrijk verval van het gezag’. Interessante lectuur, omdat de schrijfster zich als een ongelukkige overlevende van een fantoomland presenteert.

Piet De Moor

Eugen Ruge, In tijden van afnemend licht, De Geus, 387 blz., 22,50 euro.

Martin Mosebach, Het onvermijdelijke toeval, Nieuw Amsterdam, 288 blz., 19,95 euro.

Kristof Magnusson, Ik was het niet, De Geus, 285 blz., 19,90 euro.

Julia Franck, Rug een rug, Wereldbibliotheek, 320 blz., 19,90 euro.

Andrea Hanna Hünniger, Het Paradijs – Opgroeien na de val van de Muur, Atlas-Contact, 219 blz., 19,95 euro.



Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content