De Meester van de Zwarte Molen (Otfried Preuβler)

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Knack-journalist Roderik Six haalt herinneringen op aan ‘De Meester van de Zwarte Molen’ van Otfried Preuβler. ‘Het is een gitzwart sprookje vol kindermoord, rituele offers, kwaadaardige magiërs en klapwiekende raven.’

De Meester van de Zwarte Molen (Otfried Preuβler)
© .

Als het psychoanalytisch adagium dat je kinderjaren allesbepalend zijn voor je latere leven klopt, dan heb ik een groot probleem. Nochtans was mijn jeugd, toch volgens mijn herinneringen, één grote aaneenschakeling van legotreinen, plastic dino’s, knallende rotjes en bmx-fietsen. Geen trauma’s, of het moest die geduldig bijeen gespaarde stickerverzameling zijn die mijn zus ooit integraal op het jaren 70-behangpapier plakte. Geen gebroken benen, geen verpletterende droefenis, geen afwezige ouders. Neen: chocomelk, knikkers en go-karts. Niet meteen een goudmijn voor een schrijver.

Maar herinneringen zijn bedrieglijk. Dat merkte ik toen ik één van mijn favoriete jeugdboeken herlas. Veel kinderboeken heb ik überhaupt niet gelezen. Na de obligate avonturen van de vrolijke postbode Pietje Puk en enkele romans van Jan Terlouw, lonkte ik in de bibliotheek al snel naar de volwassen-afdeling. Niet dat ik snapte waar Claus het in De Verwondering over had, of ook maar een snars begreep van Nietzsche, maar daar ging het juist om: de uitdaging, het raadsel van de taal. Eén boek is me echter wél altijd bijgebleven: De Meester van de Zwarte Molen. Oftewel: een gitzwart sprookje vol kindermoord, rituele offers, kwaadaardige magiërs en klapwiekende raven.

‘Mijn jeugd mag dan wel één grote Playmobielfantasie zijn geweest, de boeken die ik las verklaren misschien mijn latere literaire voorkeur voor post-apocalyptisch nihilisme, brein-ontwrichtende narcotica en seks met deegrollen’

Het begint al slecht. Hoofdpersonage Krabat is als wees tot de bedelnap veroordeeld en dwaalt met wat vrienden door het donkere Duitsland van de 17de eeuw. Honger, stokslagen, lompen die voor kleren moeten doorgaan – de hele armoedige zwik. Daar komt verandering in wanneer Krabat in een droom door elf raven wordt aangemaand om zich te melden bij de Zwarte Molen waar de Meester hem een opleiding aanbiedt. Werk, onderdak en brood, klinkt als een goeie deal, maar de Molen blijkt een school voor de Zwarte Kunst. Samen met elf andere jongens mag Krabat zich bekwamen in alchemie en toverkunsten. Wie daarbij aan de kekke Harry Potter en de dartele Hermione denkt, heeft het bij het verkeerde eind. De Zwarte Molen herbergt nogal wat grimmig onheil. Zo komt er elke maand een bokkenrijder langs om zakken gemalen kindertanden op te halen, elk jaar wordt de slimste leerling op Oudejaarsavond geofferd en wie wil ontsnappen hangt zich op aan de balken. Krabat werkt zich op tot meesterleerling, maar daarin schuilt het gevaar: De Meester gedoogt geen concurrentie en Krabat mag alvast zijn eigen graf gaan delven in een landschap dat bloemrijk De Woestenij wordt genoemd. Vrolijk is anders.

Mijn jeugd mag dan wel één grote Playmobielfantasie zijn geweest, de boeken die ik las verklaren misschien mijn latere literaire voorkeur voor post-apocalyptisch nihilisme, brein-ontwrichtende narcotica en seks met deegrollen. Of misschien lag het toch aan die overdosis Nesquick. Kan ook.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content