De drie beste boeken over geluk volgens Sara Casalin

© GF
Jelle Dehaen
Jelle Dehaen Medewerker Knack, historicus, filosoof, auteur

Sara Casalin is kinderpsycholoog en heeft als postdoctoraal onderzoeker meegewerkt aan het grote geluksonderzoek van de onderzoeksgroep Klinische Psychologie aan de KU Leuven.

Deze zomer laat Knack.be elke week een specialist zijn of haar favoriete boeken voorstellen. Deze week Sara Casalin over geluk. Meer boekentips op Knack.be/boekentips.

Net wanneer ze slecht nieuws heeft gehad, interviewen wij Sara Casalin over geluk. ‘Mijn vader heeft een zwaar fietsongeval gehad’, vertelt Casalin. ‘Hij brak verschillende rugwervels. Toch heeft hij volgens de artsen “geluk gehad”, want hij heeft nog gevoel in zijn benen en na de revalidatie zal hij terug de oude zijn.’

‘Door dat voorval ben ik nog meer gaan stilstaan bij wat geluk precies betekent’, gaat Casalin verder. ‘Steun van je naasten is op zo’n moment belangrijk. Maar de drie boeken die ik gekozen heb, bespreken inzichten die me extra kracht geven om me gelukkiger te voelen, ook tijdens moeilijke periodes. Ik hoop dat ze ook de Knack-lezers inspireren.’

Het eerste boek is Veel geluk. Het grote geluksonderzoek: hoe kunnen we ons geluk en dat van anderen versterken.

Casalin: In het grote geluksonderzoek hebben we geprobeerd om het geluksgevoel van 7770 Vlamingen te verhogen. We gaven hen allerlei gelukstips die ze in hun eigen leven konden toepassen en die we gebaseerd hebben op het werk van Leo Bormans, auteur van The World Book of Happiness. De resultaten waren indrukwekkend, en veel deelnemers ervaarden een duidelijk positief effect.

Geluk gaat dus niet alleen om positieve gevoelens, maar ook om hoe mensen omgaan met tegenslagen.

Kan u een paar voorbeelden geven van zulke gelukstips?

Casalin: Je kan een optimistische kijk op de wereld cultiveren. Dat kun je doen door elke avond drie positieve dingen op te schrijven die je die dag hebt meegemaakt, zelfs als dat kleinigheden zijn. Ook dankbaar zijn helpt. Zo kun je iemand schrijven of vertellen waarvoor je hem erkentelijk bent.

Geluk is maakbaar?

Casalin: Tot op zekere hoogte wel. Ons geluk wordt voor vijftig procent bepaald door onze genen en voor tien procent door de omstandigheden. De resterende veertig procent heb je grotendeels in eigen handen. Uit ons onderzoek bleek dat mensen die onze tips opvolgden zes maanden later nog steeds gelukkiger waren.

Werkte het bij iedereen?

Casalin: 74 procent van de deelnemers gaf aan dat de gelukstips hun kijk op het leven deels hadden veranderd. Zelfs bij perfectionisten steeg het geluksniveau. Dat is opmerkelijk, want zij starten meestal met een vrij laag geluksniveau.

Bij een kleine minderheid werkten de tips niet. Wie bijvoorbeeld aan een ernstige depressie of chronische ziekte lijdt, is niet gebaat bij enkel positieve psychologische interventies.

We worden overspoeld met boeken over gelukkig zijn, waardoor dat bijna een plicht lijkt. Werden de deelnemers niet gestresseerd door al die tips?

Casalin: Het was belangrijk dat mensen uit vrije wil meededen, en dat de tips aansloten bij hun leven. Daarom gaven we hen een lijst met tips waaruit ze konden kiezen.

Geluk is en blijft immers iets hoogst persoonlijk. Zelf word ik gelukkig van met mijn zoontje te spelen, met mijn gezin op reis te gaan, bij familie en vrienden te zijn of in de natuur te vertoeven.

Wat is geluk eigenlijk?

Casalin: Het is zeker relatief. Om te beginnen zijn er een aantal basisbehoeften die vervuld moeten worden. Als je ziek bent, wil je genezen en als je niet genoeg geld hebt, wil je financiële zekerheid. Maar het is niet omdat je gezond of rijk bent, dat je gelukkig bent. Geluk is niet gewoon een gemoedstoestand. Het gaat ook om zingeving. Als mensen het idee hebben dat hun leven zinvol is, geeft hen dat op langere termijn veerkracht. Hoop en dankbaarheid zijn daarvoor cruciaal, want ze bieden een houvast in moeilijke tijden. Dat heb ik zelf ervaren, toen mijn papa zijn fietsongeluk had. Geluk gaat dus niet alleen om positieve gevoelens, maar ook om hoe mensen omgaan met tegenslagen.

Kan de politiek iets doen om ons gelukkiger te maken?

Casalin: Onderzoek toont aan dat een derde van de Belgen behoorlijk gelukkig is, maar ook dat 25 procent zich ongelukkig voelt. Zoals gezegd waren er in ons onderzoek deelnemers die zeiden dat ze niets hadden aan de tips en die bovendien dachten dat niemand daar iets mee zou opschieten. Eigenlijk was hun reactie een schreeuw om hulp. Politici en gezondheidswerkers kunnen sterker inzetten om deze groep te bereiken. Mensen hoeven zich vooral niet te schamen om hulp te zoeken, als ze er op hun eentje niet uitraken. Als je een been breekt, ga je naar het ziekenhuis, maar als je hoofd niet meewerkt, blijven mensen daar te vaak mee rondlopen.

In Veel geluk wordt er ook aandacht geschonken aan kinderen en jongeren.

Casalin: Wie moeilijk over zijn gevoelens kan praten of over zichzelf kan reflecteren, is vaak minder gelukkig. Daarom willen we reflectie van jongsafaan stimuleren, zodat kinderen hun gevoelens en die van anderen beter leren begrijpen.

Ouders en leerkrachten spelen daarbij een sleutelrol, want kinderen nemen het meeste aan van mensen die ze vertrouwen. Net zoals volwassenen, eigenlijk. Daarom zijn de gelukstips in ons onderzoek doe-tips die aansturen op interactie met vrienden, partners of familie.

U zei al dat perfectionisten vaak een lager geluksniveau hebben. Hebt u daarom als tweede boek gekozen voor De moed van imperfectie, van de Amerikaanse professor Brené Brown?

Casalin: Dat boek heeft veel voor mij betekend, omdat ik mezelf erin herkende. De moed van imperfectie heeft me op een positieve manier laten stilstaan bij mijn neiging om te hoge verwachtingen te koesteren en soms dingen op voorhand af te breken.

Waarom hebben perfectionisten een lager geluksniveau?

Casalin: Ze halen hun eigenwaarde hoofdzakelijk uit hun prestaties en vinden niets goed genoeg. Dat kan bijzonder vermoeiend zijn, zowel voor henzelf als hun omgeving.

Wat hebt u van Brown geleerd?

Casalin: Dat je perfectionisme kan loslaten. Hoe goed je het ook doet, om echt gelukkig te zijn, is het belangrijk om je kwetsbare kanten te aanvaarden.

Brown heeft dat zelf aan den lijve ondervonden. Ze heeft haar wetenschappelijk onderzoek naar geluk gekoppeld aan haar eigen leven. Ze is door een crisis gegaan en is daar met haar therapeut sterker uit gekomen. Aan de hand van tien wegwijzers beschrijft ze hoe ze zichzelf geüpdatet heeft en hoe ze het leven is gaan leiden dat ze wilde leiden, niet het leven dat ze geacht werd te leiden.

De Saint-Exupéry zegt het heel mooi: ‘Kinderen moeten veel geduld hebben met volwassenen’.

Brown beklemtoont het belang van ontspanning.

Casalin: Uitputting is een statussymbool geworden. Hoe productief we zijn, bepaalt onze eigenwaarde. Dat moeten we durven loslaten. Brown zegt terecht dat we de tijd moeten nemen om te rusten. En om te spelen, want dat is goed voor ons. Creatief en doelloos bezig zijn is een goed tegengewicht voor het vele moeten in onze maatschappij.

Hebt u daarom als derde boek gekozen voor De kleine prins, van de Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry? Op het eerste gezicht is dat een kinderboek, maar het is ook erg populair bij volwassenen.

Casalin: De kleine prins is het meest vertaalde, niet-religieuze boek ter wereld. Het gaat over een piloot die strandt in de Sahara en drinkwater heeft voor acht dagen. Daar ontmoet hij de kleine prins. Die vertelt over de asteroïde waarop hij woont en zijn reizen naar andere planeten. In hun gesprekken komen er op symbolische wijze allerlei levensthema’s aan bod.

Geluk op een wetenschappelijke manier bestuderen is één ding. Maar een mooi, poëtisch verhaal kan helpen om er anders en met meer fantasie naar te kijken.

De kleine prins is wetenschappelijk verantwoord?

Casalin: Het bevat allerlei inzichten die door geluksonderzoek bevestigd worden. Een van de interessante thema’s van het boek is het kind-zijn. De Saint-Exupéry zegt het heel mooi: ‘Kinderen moeten veel geduld hebben met volwassenen’. Als kinderpsycholoog én mama herken ik veel in deze zin. Kinderen zijn spontaan, ze spelen om te spelen, en krijgen daardoor meer vat op de wereld.

Volwassenen zijn dat vaak vergeten. We zijn soms te serieus en vinden dat alles een doel moet hebben. Maar we kunnen veel leren van kinderen en De kleine prins: het belang van speelsheid, creativiteit en fantasie. Een van de tips in Veel geluk was om na te denken welke eigenschappen je uit je kindertijd verloren bent, en om die vervolgens opnieuw op te pakken.

Heeft de Knack-lezer nu een recept gekregen voor eeuwig geluk?

Casalin: Het leven verandert constant. Geluk is een queeste. De kaarten worden gedeeld. Maar hoe je daarmee speelt, ligt in je eigen handen. Dat moet je niet alleen doen, want boeken, films en verhalen van anderen kunnen je deels de weg wijzen. Tenminste, als je er voor openstaat.

Partner Content