De axolotl maakt carrière in de letteren

De axolotl is een diertje. Het komt voor in de titel van het nieuwe cultboek ‘Axolotl Roadkill’ van de Duitse omstreden schrijfster Helene Hegemann. In de literatuur, ook de Nederlandstalige, duikt de larve wel vaker op.

De axolotl is een diertje. Het komt voor in de titel van het nieuwe cultboek ‘Axolotl Roadkill’ van de Duitse omstreden schrijfster Helene Hegemann. In de literatuur, ook de Nederlandstalige, duikt de larve wel vaker op.

In Duitsland is de vraag naar echte axolotls door de publicatie van het cultboek ‘Axolotl Roadkill’ sterk gestegen, aldus de ‘Frankfurter Allgemeine Zeitung’ in haar editie van afgelopen zaterdag. ‘Axolotl Roadkill’ is het debuut van Helene Hegemann, een 18-jarige die haar roman over drugs- en seksexcessen uit literaire en andere bronnen gesampled heeft en die door de Duitse kritiek in de hemel werd geprezen. ‘Een hallucinatorische ontlading van een getraumatiseerd bewustzijn en tegelijk de parodie erop,’ schreef ‘Die Zeit’.

Maar wat is een axolotl, en welke rol speelt hij in de literatuur? Een axolotl is een Mexicaanse staartamfibie die nooit het larvenstadium ontgroeit, ook niet als hij seksueel rijp is. Het diertje kan zichzelf haast eindeloos regenereren doordat het zijn organen, ledematen en zelfs hersenen verschillende keren opnieuw kan ontwikkelen. De axolotl kan een lengte van 23 centimeter bereiken. De overeenkomsten tussen de eeuwige larve en Hegemanns seks- en drugsheldin Mifti ligt voor de hand.

In Hegemanns roman wordt de axolotl (onze vertaling) zo beschreven: ‘Ik kijk naar een nachtactieve Mexicaanse staartamfibie die pink is of tenminste zeer, zeer roze. Hij heeft komische kleine tentakels, blauwe knoopogen en de vriendelijkste glimlach die ik ooit heb gezien.’

Deze staartamfibie is geen neofiet in de literatuur. In de Nederlandse letteren komt een axolotl voor in Simon Vestdijks ‘De redding van Fré Bolderhey’ (1948). In het tiende hoofdstuk van deze roman staat een passage waarin axolotls in flessen op sterk water staan. Bij de aanblik ervan zegt een van de personages: ‘Ik moet worden als zij: grandioos onbeweeglijk, donker, klein, glad, een beetje zwart-fluwelig glad. Je kunt ook zeggen dood.’

In de Vlaamse letteren figureert het diertje in de titel van een van de essayistische romans van Willy Roggeman. ‘De axolotl’ (1968) staat model voor de vormeloze, embryonale realiteit die Roggeman als creatief kunstenaar in zijn teksten wil bezweren.

In 1956 publiceerde Julio Cortázar een novelle met de titel ‘Axolotl’. Het gaat om een surrealistisch verhaal waarin de ik-figuur zich met de larve identificeert. Het verhaal is afkomstig uit de verhalenbundel ‘Einde van het spel’ en werd opgenomen in de Nederlandstalige verzamelbundel ‘Brief aan een meisje in Parijs’ (Meulenhoff, 1969).

In de door David Lynch verfilmde ‘Dune’-romans van de Amerikaanse SF-schrijver Frank Herbert worden zogenaamde Axolotl-ontwikkelingstanks gebruikt om menselijke klonen (ghola’s) te kweken.

In zijn ‘Storie naturali’ heeft Primo Levi onder het pseudoniem Damiano Malabaila in 1966 het verhaal ‘Angelica farfalla’ (‘Engelachtige vlinder’, opgenomen in ‘De zesde dag’, Meulenhoff, 1990) gepubliceerd dat sterk op het fenomeen van de axolotl geïnspireerd is. In dit verhaal vertelt Levi over een naziarts die mensen probeert om te bouwen tot engelen. De titel is een verwijzing naar de tiende zang van Dantes ‘Purgatorio’, waarin de mens vergeleken wordt met een rups die geboren is om een ‘engelachtige vlinder’ te worden: ‘Bedenk: als aardworm komen wij tot leven, / Waaruit een hemelvlinder moet ontstaan/ Die weerloos naar het Oordeel toe zal zweven.’

De Amerikaanse SF-schrijver Robert Abernathy publiceerde in 1954 een verhaal ‘Axolotl’ dat later ook onder de titel ‘Deep Space’ verscheen. Het diertje staat ook in het middelpunt van een kinderboekenreeks ‘Axolotl en zijn vrienden’ van Kevin Kay.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content