Burgemeester Boris Johnson: de schrijvende Zeus van Londen

De naam van de winnaar van de Olympische spelen is bekend: Boris Johnson. Hij is de flamboyante burgemeester van Londen en de schrijver van de roman ‘Seventy-Two Virgins’.

Dat schrijven we in de veronderstelling dat de Olympische Spelen in de stad van Boris Johnson (‘het blonde gevaar’), 48 jaar, zonder bloedige aanslagen aflopen. In die zin is zijn debuutroman ‘Seventy-Two Virgins’ (2004) ook een soort wensdroom, want in dit boek moeten islamitische terroristen het onderspit delven.

In zijn roman presenteert Johnson een volksvertegenwoordiger die verdacht veel trekken heeft van zijn geestelijke vader, die tot 2008 ook in het Lagerhuis zat: Roger Barlow is een ultraliberale Tory die met zijn fiets de Londense metropool doorkruist. Hij heeft een dik en warrig blond kapsel en een chaotische politieke agenda. Zijn mooie rondborstige assistente heeft hij van Amerikaanse neocons geleend, een dame die geen touw kan vastknopen aan haar chef: ‘Wat voor een conservatief was deze man eigenlijk? Hij was zóóó’n ontgoocheling.’ De reden van haar desillusie is eigenlijk een raadsel, maar we nemen aan dat ze zich een conservatieve Tory minder bruisend had voorgesteld. De ontgoocheling zou ook kunnen slaan op een man die zijn das altijd te lang draagt en die zelfs op een stoel graag met gespreide benen als op een troon poseert. Boris Johnson als Zeus: dat is een beeld dat de gastheer van de Olympische Spelen zeker zou bevallen.

Eigenlijk is het raadsel waarom geen enkele uitgever in Nederland en Vlaanderen de Londense Olympische Spelen heeft aangegrepen om ‘Seventy-Two Virgins’ te vertalen en op de vooravond van de Spelen aan te bieden. Het boek gaat over een mislukte islamitische aanslag op een Amerikaanse president die het Britse Lagerhuis toespreekt. Maar het biedt ook een interessante en grappige inkijk in de ietwat abstruse wereld van het Britse establishment en de politieke klasse wier gewoontes de auteur gretig onthult. De roman is dus een absurde farce waarin de schrijver met een zelfironische blik zijn eigen elitaire wereldje fileert. Tegelijk wordt in de roman om Amerika gelachen, iets wat Johnson van pas komt nu de Amerikaanse republikeinse presidentskandidaat Mitt Romney (‘Mitt the twit’, aldus ‘The Sun’) in Londen zijn Britse vrienden heeft gebruuskeerd met zijn denigrerende opmerkingen over de organisatoren van de Spelen. ‘Seventy-Two Virgins’ is eigenlijk al visionair: er treedt een beroemde televisiekok in op die voor het oog van de wereld tegen de vulgariteit van de Amerikaanse eetgewoonten fulmineert.

Johnsons boek verscheen in 2004. De roman bevestigde en verdiepte de controversiële publieksgevoelens voor de schrijver, die destijds de uitgever van de conservatieve ‘Spectator’ was en die nu als Londens burgemeester een column voor de Daily Telegraph blijft schrijven. Door de ene wordt hij gehaat, door de andere op handen gedragen. Maar bijna iedereen is het erover eens dat de eerste literaire gooi van Bojo bijzonder grappig was. Die appreciatie liep een deuk op toen een jaar later een islamitische aanslag op de Londense ondergrondse volgde. Bij de ‘London bombings’ van 7 juli 2005 vielen 56 doden.

In de politiek wordt de burgemeester van Londen beschouwd als de beste entertainer van het land. Zijn conservatisme is moeilijk te duiden, omdat het zo veel anarchistische, chaotische en arrogante trekken heeft. Niemand kan een vinger leggen op dit retorisch geschoolde wonderkind dat in Eton zijn opleiding kreeg. Met zijn energie, zijn tegenwoordigheid van geest, zijn kwinkslagen, zijn ongekunsteldheid en zijn ongeremde zelfvertrouwen waardeert hij zichzelf nog meer dan zijn bewonderaars. Sommigen vergelijken hem met Churchill, anderen met Napoleon. Zelfs premier Cameron is bang van dit kanon, dat zijn absolute tegenbeeld is. Mocht Johnson weer aanstalten maken om voor het Lagerhuis te kandideren, zou Cameron dat zeker opvatten als de oorlogsverklaring van een concurrent. Maar voorlopig neemt Johnson genoegen met zijn rol van ‘koning van Londen’.

Ook in de sport is Bojo beslagen. Een van zijn eerste reizen als Londens burgemeester ging naar Peking. Op het einde van de Olympische Spelen in China in 2008 en tijdens de ceremoniële overdracht van de Spelen aan Londen herinnerde hij eraan dat de meeste sporttakken uit Engeland stammen, zelfs het in China zo populaire tafeltennis. Zoals destijds De Gaulle in Canada het ‘Quebec libre’ uitriep, zo richtte Johnson zich in Peking tot het balletje met de woorden: ‘Ping pong is coming home.’

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content