Britse boekhandelaren ontsnappen aan jonge plunderaars

“Is het omdat ze respect hebben voor boeken, of omdat ze er geen zier om geven?”

Dat vroeg The Huffington Post zich af naar aanleiding van de rellen in Londen, Manchester en andere Britse steden. Daarbij gingen jonge relschoppers op drieste wijze tekeer tegen alles wat ze op hun pad tegen kwamen en plunderden ze allerhande winkels. Alleen boekhandelaren ontsnapten zo goed als helemaal aan het oproer.

De enige boekhandel tot nog toe die schade (maar geen plundering) meldde, was Gay’s the Word, een winkel gespecialiseerd in boeken voor holebi’s. Hun vitrine werd bekogeld met eieren en ingeslagen. Winkelassistent Uli Lenart vermoedt echter dat de vandalen veeleer uiting gaven aan homofobe sentimenten dan dat ze het op de boeken hadden gemunt.

Sommige vestigingen van grote ketens als Waterstone’s en WH Smith gingen op aanraden van de politie preventief dicht, andere sloten hun deuren vroeger dan anders en waren daardoor, in tegenstelling tot hun collega’s die elektronica en kleding verkopen, de plunderaars voor.

Dat was ook het geval voor de kleine, onafhankelijke boekwinkel Pages of Hackney, die is gehuisvest in de woelige wijk Hackney, in de Londense East Side. Hij bleef op maandag, tijdens de climax van de rellen in Londen, aanvankelijk open. Toen het geweld begon te naderen en het aantal politiemensen op straat toenam, besloten de uitbaters toch om vroeger te sluiten. Net op tijd, want kort nadien werd een nabijgelegen elektronicaketen alsnog geplunderd. Dinsdag was Pages of Hackney opnieuw open en wist men flegmatiek te melden op Twitter “We zijn open, we zijn o.k., het moreel is laag, maar we drinken heel veel thee.”

De voor boekhandels materieel vrij onschadelijke passage van de relschoppers ontlokte nog meer van dit soort onderkoelde commentaar. Zo maakte een personeelslid van Waterstone’s zich sterk dat ze “waarschijnlijk openblijven. Als de plunderaars boeken stelen, dan kunnen ze daar nog iets uit leren.” Maar boeken stelen deden ze niet. Schrijver Patrick French: “De enige winkel in de buurt waar ik woon die niet werd geplunderd, was Waterstone’s. Misschien bezitten de relschoppers Kindles – gekocht of gestolen.”

Dat Groot-Brittannië de voorbije dagen geteisterd werd door zinloos geweld mag duidelijk zijn. Dat de Britse overheid in deze historie niet helemaal vrijuit gaat, is dat ondertussen ook. Onder andere het verwijt klinkt luid dat de regering-Cameron op deze rellen niet wist te anticiperen, omdat het establishment te weinig de vinger aan de pols heeft in de probleemwijken. De drastische besparingen die de sociale sector de voorbije maanden moest ondergaan, zouden dat versterkt hebben. Buurtwerkers zijn vandaag immers uit deze buurten verdwenen.

Een heel andere soort besparing, die op het eerste gezicht niets met de rellen in de Britse steden te maken heeft, zijn de budgetamputaties voor de werking van openbare bibliotheken en voor leesprogramma’s die kansarme jongeren gratis met literatuur in contact moeten brengen. Ed Milliband, Labour-voorzitter en schaduwpremier, vond die besparingen een paar maanden geleden nog ongeoorloofd, omdat ze de functie aantasten die openbare bibliotheken hebben in het sociale weefsel. Veel Britten lazen in de besparingen vooral een aantasting van de mogelijkheid voor jongeren om zich cultureel en intellectueel te emanciperen door middel van gratis beschikbare boeken.

Het valt sterk te betwijfelen of de jongeren uit Londense wijken als Enfield, Hackney of Tottenham minder keet zouden hebben geschopt, mochten ze het voorbije jaar gratis boeken hebben kunnen lezen of een gezellige namiddag in de plaatselijke, gesubsidieerde bibliotheek hebben doorgebracht. Maar dankzij de doorgedreven Britse besparingen op cultuur is het wel duidelijk waarom ze tijdens hun plundertochten aan boekhandels voorbij zijn gegaan.

Jeroen Bert



Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content